Het is nog geen tien uur maar de zon schijnt al ongenadig. Bij strandtent The Shore op het Noorderstrand van Scheveningen verzamelt zich een groep mannen en vrouwen; in tegenstelling tot de meeste mensen die hier op slippers het strand op lopen dragen zij sneakers, petjes en rugzakken, voorzien van waterflesjes. Ze komen hier voor de Beach Cleanup Tour: de komende uren gaan zij over een lengte van negen kilometer, van Wassenaar naar Scheveningen, al het afval verzamelen dat ze tegenkomen.
Jolisa van Leeuwen (33) loopt druk heen en weer en begroet de net gearriveerde vrijwilligers. Zij coördineert deze etappe. Ze wordt ingehuurd door de organisator van de tour, Stichting de Noordzee. Van Leeuwen krijgt elke etappe hulp van een paar vrijwillig meelopende collega’s, allen gestoken in herkenbaar T-shirt, sommigen met lange stok in de hand waaraan een Beach Cleanup-vlag wappert.
Als de club, bestaande uit ruim veertig vrijwilligers (Van Leeuwen: „Door het warme weer zijn er behoorlijk wat no-shows”), compleet is, spreekt zij de groep toe. Ze legt nog even uit hoe de opruimactie, dit jaar voor de elfde maal georganiseerd, werkt: tussen 1 en 15 augustus wordt de complete Noordzeekust onder handen genomen. Vanaf de eerste dag starten tegelijk twee groepen: de ene in Schiermonnikoog, de andere in Cadzand. Elke dag lopen wisselende groepen een etappe in elkaars richting; op 15 augustus treffen de laatste twee groepen elkaar in Zandvoort.
Van Leeuwen benadrukt dat sigarettenpeuken, „een enorme bron van vervuiling”, in een apart zakje moeten worden gedaan. Veel bezoekers lijken het strand te beschouwen als grote asbak en drukken de peuken simpelweg in het zand. Maar filterpeuken, voor 95 procent bestaand uit plastic en giftige stoffen als kwik, nicotine en lood, vergaan nauwelijks – ze worden veelvuldig aangetroffen in de maag van vogels en zeedieren en één exemplaar kan duizend liter zeewater al ernstig vervuilen. Dit jaar zullen alle gevonden peuken worden geteld. Bij gemeenten wordt gelobbyd voor meer rookvrije stranden.
Oude mayo-emmers
Tijd om op pad te gaan. „Wie het te heet krijgt en even wil afkoelen kan uiteraard even de zee in”, zegt Van Leeuwen. „Jullie gezondheid vinden we altijd nog belangrijker dan minder afval.” Per bus wordt het gezelschap vervoerd naar het startpunt: de Wassenaarse Slag. Na de groepsfoto loopt de groep „in linie”, van duinrand tot aan de branding, terug richting Den Haag. Iedereen heeft een grijper en een emmertje voor het afval – „oude mayo-emmers, wij houden van recyclen”.
Het eerste deel, langs vrijwel lege stukken strand en duin, valt de hoeveelheid afval mee, constateren deelnemers, alhoewel de emmertjes zelfs dan toch aardig vol komen. Van Leeuwen leegt ze in een grote plastic zak, die als hij vol is door haar wordt gewogen. Stichting De Noordzee brengt nauwgezet in kaart hoeveel afval de stranden bevatten, en waar dat afval uit bestaat. Op een verlaten stuk strand ligt een partij grotere stukken hout met roestige spijkers, die niet kunnen worden meegenomen. Teamlid Thijs van der Meulen (40) fotografeert de troep en informeert in de WhatsApp-groep of teamleden vóór hem toevallig al een melding hadden gedaan. De foto gaat met coördinaten richting de handhavers van de gemeente, die het afval dezelfde avond nog zullen ophalen.
„Ik woon zelf in Scheveningen, dicht bij het strand”, vertelt Van der Meulen als we verder lopen. „Daar genieten we enorm van, dus ik wil ook wat terugdoen. Het voelt toch een beetje als de voortuin opruimen.” Hij werkt in het onderwijs en heeft in de zomer „tijd zat. Dan is het voor mij makkelijk om iets leuks met wat nuttigs te combineren”.
Vrijwilliger Christie Emmel (74) uit Zoetermeer, met button ‘Grootouders voor het Klimaat’, kampt soms met een schuldgevoel, zegt ze: „Het is toch onze generatie die hier verantwoordelijk voor is. Het kon allemaal niet op, al die fossiele brandstoffen, auto’s, al dat plastic; we hebben er nooit bij stilgestaan dat dat zoveel gevolgen zou hebben.” Ze is teleurgesteld in een deel van haar generatiegenoten, „die ronduit zeggen: ‘het zal mijn tijd wel duren’. Onbegrijpelijk vind ik dat”.
Als het glimt
Ook hard aan het werk is Diana Alkema (49) uit Dordrecht. Dit is haar tweede keer, vorig jaar liep ze mee vanuit Noordwijk. Ze vond toen veel wegwerp-oordopjes tegen lawaai. „Die worden veel gebruikt in de binnenvaart.” Nu spiedt ze, lopend nabij de branding, opnieuw naar afval. Tussen de schelpen ziet ze een heel klein snoeppapiertje. „Als het een beetje glimt… je wordt er wel een beetje een ekster van”, lacht ze.
Als we de opgang naar Meijendel naderen, zo op de helft van de etappe, vraagt een ouder echtpaar op een handdoek wat de vrijwilligers precies aan het doen zijn. „Geweldig”, klinkt het na de uitleg. Verderop twee zonnebadende dames met opgestoken duimen: „Goed bezig, dank u wel hoor.”
Tijd voor pauze. Jolisa van Leeuwen vult waterflesjes bij en kijkt bij iedereen hoe het gaat. „Dat doe ik altijd”, vertelt ze later. „Het kan zwaar zijn, ik controleer of iedereen nog fit genoeg is. Er lopen ook ouderen mee.”
De emmers worden weer geleegd. Veel vistouw, daarnaast vooral kleine plastic verpakkingen van snoepjes, repen en dergelijke. Hier en daar een stukje bewerkt hout, kapot speelgoed. Opvallend ten opzichte van voorgaande jaren, zegt Van Leeuwen: „Veel minder flesdoppen. Zo zie je maar dat zo’n maatregel [sinds 3 juli zitten ze in de EU verplicht vast aan de fles] echt kan helpen het verschil te maken.” Ook veel minder aangetroffen: ballonresten, gevolg van het verbod op het oplaten van ballonnen waartoe steeds meer gemeenten overgaan. Plastic wegwerpvorkjes en de inmiddels verboden plastic rietjes worden eveneens nauwelijks nog geraapt.
Van Leeuwen doet deze klus nu voor het zevende of achtste jaar op rij, vertelt ze. Acht dagen achter elkaar loopt ze mee, „van Rockanje naar Zandvoort”. „Geweldig” vindt ze het om zoveel verschillende mensen te spreken: „Soms komen mensen helemaal van de andere kant van het land speciaal hier naartoe om een dag te helpen, dat vind ik heel bijzonder.”
Peuken bij de paviljoens
Het strand mag dan redelijk schoon zijn tot nu toe, in de verte doemen de Pier en een bomvol strand op, daar zal het ongetwijfeld erger zijn. „En bij de paviljoens, op de betonnen platen daar, vinden we sowieso altijd heel veel peuken.” Soms worden opmerkelijke dingen gevonden, vertelt Van Leeuwen. „Zoals een boterkuipje uit de jaren zeventig, dat kwam uit Taiwan. Je kon de opdruk nog lezen. Zo zie je maar hoe lang plastic goed blijft.”
Als Van Leeuwen een foto maakt van weer een partij hout, legen enkele vrijwilligers meteen hun emmer. Ze haalt de weeghaak tevoorschijn: deze volle zak bevat negentien kilo afval. Ze knoopt hem dicht en stopt hem in een prullenbak.
Het laatste stuk, bij de Pier, is nauwelijks begaanbaar: badgasten liggen hier handdoek aan handdoek. Degenen die toch proberen over het middenstuk te lopen krijgen te maken met mensen die afval aanreiken – „die dachten dat wij de afvalservice waren. Dat is niet helemaal de bedoeling”, zegt Van Leeuwen.
Eindscore van deze etappe: 207 kilo afval plus 5.850 peuken. Van Leeuwen is tevreden. Het strand tussen Wassenaar en Scheveningen ligt er aan het eind van de dag – in elk geval voor even – smetteloos bij.