Medicijnen op veel plekken niet met meer cash te betalen, toezichthouder DNB is kritisch

Contant geld In 4 procent van de Nederlandse winkels kunnen consumenten niet met contanten betalen. Voor apotheken ligt dat percentage nog hoger. Betalen moet voor iedereen gemakkelijk blijven, vindt toezichthouder DNB.


Foto Getty Images

Veiliger voor personeel, makkelijker voor klanten, minder papieren rompslomp. Dat is waarschijnlijk de redenering van 4 procent van de Nederlandse winkels als het gaat om het niet toestaan van betalingen in contanten. Maar De Nederlandsche Bank (DNB), die dat cijfer donderdag publiceerde, is kritisch op het weigeren van brief- en muntgeld door winkeliers.

Die kritiek richt zich met name op sectoren waar het weigeren van contanten relatief veel voorkomt. Bioscopen staan bovenaan de lijst, 22 procent weigert cashgeld. Zij worden gevolgd door parkeerfaciliteiten (16 procent) en apothekers (12 procent). De acceptatiegraad voor contant betalen is in deze branches „te laag”, aldus DNB. Toch is het weigeren van cash niet verboden: winkeliers moeten alleen goed aangeven, bijvoorbeeld via bordjes of raamstickers, dat betalen met cash geen optie is.

Voor apothekers ligt de maatschappelijke druk hoger dan voor andere sectoren vanwege de belangrijke functie die zij vervullen in de samenleving. Met name voor ouderen zou pinnen of elektronisch betalen minder vaak een optie zijn.

Oplossing

De Tweede Kamer nam in 2019 een motie van 50Plus en CDA aan, waarin werd gepleit om apothekers te verplichten om cash te accepteren. Die werd niet uitgevoerd. Toenmalig minister voor Medische Zorg Bruno Bruins (VVD) zei niet aan de motie te kunnen voldoen, omdat het nu eenmaal wettelijk is vastgelegd dat winkeliers cash niet hoeven te accepteren.

De maatschappelijke druk voor apothekers om contanten te accepteren, ligt hoger dan voor andere sectoren vanwege hun belangrijke maatschappelijke functie

Boots, de van oorsprong Britse apotheker met in Nederland 58 vestigingen, heeft in 2019 besloten contanten te weren. „Dat besluit is genomen naar aanleiding van enkele inbraken”, zegt persvoorlichter Wilko Thijssen. Daarbij is schade aangericht aan de panden en geld ontvreemd, al wil Thijssen niet zeggen om hoeveel inbraken het gaat, waar deze plaatsvonden en hoe hoog de schadekosten waren.


Lees ook: Ondanks alle nadelen blijven Italianen dol op cashgeld

Het gevoel destijds, zegt Thijssen, was dat het midden- en kleinbedrijf steeds vaker slachtoffer werd van inbraken. Dat strookt overigens niet met de cijfers: volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek is er sinds 2010 jaarlijks een dalende trend te zien in het aantal winkeldiefstallen. In dat jaar werden bijna 35.000 winkel- en bedrijfsdiefstallen geregistreerd, in 2019 waren dat er nog ‘maar’ bijna 15.000. In 2021 lag dit aantal op zo’n 9.000, maar dat getal is mogelijk vertekend door de coronapandemie en de toen ingestelde lockdowns.

Angst voor virusoverdracht

Het besluit af te stappen van cashgeld leverde aanvankelijk wel wat gemor van klanten op, zegt Thijssen, maar zij „moesten gewoon een beetje wennen”. Voor de enkeling die echt niet kan pinnen, wordt er in de apotheek „altijd wel” een oplossing gevonden. Zo is voorgekomen dat de apotheker het bedrag voorschoot en de klant het later overmaakte, of dat er achteraf een factuur naar de klant werd gestuurd. „Het is nooit zo geweest dat klanten zonder medicijnen de deur uitgingen, want patiëntveiligheid is het belangrijkst.”

Ruim een half jaar na de invoering van het pin only-systeem brak de coronapandemie uit. Op meer plekken werden contanten geweigerd vanwege angst voor virusoverdracht. „Tegen die tijd kregen wij al nauwelijks klachten”, zegt Thijssen. „Maar ik denk dat corona nog meer geholpen heeft om het gebruik van cashloze betalingen te accepteren.”