Medewerkers publieke omroep in actie tegen geplande bezuinigingen

Medewerkers van de publieke omroep zijn maandag een actie begonnen tegen de geplande bezuinigingen van ruim 150 miljoen euro. Het doel van de actie, waar zich al ruim duizend medewerkers bij hebben aangesloten, is Tweede Kamerleden onder druk te zetten om de publieke omroep te beschermen en de bezuinigingen terug te draaien. De actie duurt tot half april, wanneer de Tweede Kamer debatteert over de begroting van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de geplande bezuinigingen.

Het hart van de actie, die wordt gesteund door medewerkers van alle omroepen, vormt de website beschermdepubliekeomroep.nl. Hier leggen de initiatiefnemers uit waarom Nederland volgens hen een „sterke, onafhankelijke en verbindende publieke omroep” nodig heeft en de „ongekende bezuinigingen” teruggedraaid moeten worden. „In deze onzekere tijden moeten we kunnen blijven vertrouwen op onafhankelijke, betrouwbare informatievoorziening, kwalitatief hoogwaardige journalistieke programma’s en een veelzijdig aanbod”, zo schrijven de omroepmedewerkers.

Kaalslag

Bezoekers van de website kunnen een button aanklikken om de actie te steunen. Daarnaast kan met één muisklik een automatisch gegenereerde e-mail aan de Tweede Kamer gestuurd worden, waarin de bezuinigingen „onbegrijpelijk en zorgwekkend” worden genoemd. „De Nederlandse publieke omroep draagt in belangrijke mate bij aan de weerbaarheid van onze democratie maar dreigt nu te worden ontmanteld door een kaalslag van programma’s, mensen en kennis”, aldus de tekst van de e-mail aan de Tweede Kamer.

De actie begon met Hubert van der Want, programmamaker bij BNNVARA, die zich erover verbaasde over het gebrek aan pleitbezorgers voor de publieke omroep. Alleen mediamagnaat Joop van den Ende brak onlangs in een paginagrote advertentie in diverse kranten een lans voor de publieke omroep. „In deze tijd dient ons goed functionerende bestel te worden beschermd. Zodat journalisten in staat blijven hun controlerende werk te doen en producenten programma’s kunnen ontwikkelen die de kwaliteit hebben om miljoenen Nederlanders aan zich te binden”, aldus Van den Ende, die sprak van „alarmfase één” voor de media.

De advertentie leidde tot frustratie bij Van der Want. „Ik dacht: waarom komen we eigenlijk zelf niet op voor het belang van ons vak?”, zegt hij aan de telefoon tegen NRC. „Het is natuurlijk ongemakkelijk om van jezelf te zeggen hoe goed en belangrijk je bent. Maar in dit tijdsgewricht weegt het belang van ons vak zwaarder dan eventueel ongemak dat het oplevert. Een sterke, onafhankelijke publieke omroep is van levensbelang voor een sterke democratie. Al snel bleek dit gevoel breed te leven, bij alle omroepen. Het gebeurt niet vaak dat de publieke omroep als geheel zo eensgezind naar buiten treedt.”