De podcast Onaantastbaar reconstrueert minutieus de opkomst en ondergang van de Nederlandse Moslim Omroep (NMO) die in 2010 failliet ging. Directeur Frank William was een flamboyante man en straalde een enorme gedrevenheid uit. NMO-medewerker van het eerste uur Sinan Can omschrijft hem als „een leuke, gekke, tegendraadse man”. William dronk wijn, maakte grappen over de islam en liet in de NMO-uitzendingen felle islam-critici aan het woord. Maar al heel snel bleek William ook een andere kant te hebben. Hij was volgens betrokkenen een potentaat op de werkvloer, intimideerde, bedreigde, kleineerde en werd uiteindelijk schuldig bevonden aan misbruik van omroepsubsidies. De podcastmakers, Jair Stein, Jan Maarten Deurvorst en Huda Rais zoeken in een enorme kluwen van waarheden naar antwoorden op allerlei vragen. Hoe is het mogelijk dat William zo lang zijn gang kon gaan? Waarom hebben mensen die hadden kunnen ingrijpen dat niet gedaan? De podcast legt feilloos de mechanismen achter misstanden op de werkvloer bloot.
Rond de Rotterdamse Waalhaven zijn het vooral passagiers die vervoerd worden over het water. Een watertaxi schiet voorbij en een cruiseschip passeert de kade – wild verlicht door kleurige lichtbundels, majestueus en afschrikwekkend tegelijk. Maar in theatervoorstelling Bulk draait het niet om dit soort vaarten; Wunderbaum duikt specifiek in het vervoer van producten over het water.
Tijdens muziek-, theater- en operafestival O. speelt Bulk op een prachtige locatie aan de Nieuwe Maas. Onder een oude havenkraan is een tribune gebouwd. Daar tegenover staat een container, waar muzikanten Moritz Bossmann en Quartus Vlak zich hebben verschanst, omringd door hun instrumenten. Meeuwen scheren boven de hoofden van het publiek, het water klotst tegen de kade. Terwijl de avond valt over Rotterdam, lichten gebouwen rond de waterweg één voor één op. De lucht verandert van blauw naar roze, naar steeds donkerder.
Refrein
In dit schitterende decor (misschien wel Rotterdam op z’n best) laten de vijf acteurs van Wunderbaum anderhalf uur lang spulletjes de revue passeren. Eindeloze lijsten noemen ze op, associatief stuiterend van het ene naar het andere product. Dat gaat van bevroren etenswaren naar allerlei soorten koelmachines, van bakproducten naar fietsen, van Chinees speelgoed naar vuilnis dat verscheept wordt van land naar land. Spullen vallen in categorieën, categorieën haken aan productgroepen, buitelen over elkaar. Als een refrein worden de woorden herhaald, nog een keer en nog een keer tot ze hun betekenis verliezen, als klanken op de experimenteel-elektronische composities van Bossman.
Muzikanten Moritz Bossmann en Quartus Vlak spelen vanuit een verlichte container, tijdens ‘Bulk’. Foto Fred Debrock
Met Bulk wil Wunderbaum iets zeggen over de goederenstromen over water. De promotietekst hint op een statement, iets antikapitalistisch, maar die boodschap moet het publiek zelf destilleren uit de oneindige opsommingen, uit de woordenstroom die van ritme wisselt en soms een glimlach oproept, maar na enige tijd toch begint te vervelen. Het voornaamste wat uit de lijsten valt af te leiden, is dat het ontzettend veel is wat er wordt verscheept – heel veel, absurd veel. Hebben we dat écht allemaal nodig? En moet dat van de andere kant van de wereld komen? Een kanttekening is dat niet alles wat de acteurs noemen, daadwerkelijk aan boord van schepen wordt vervoerd. Dat brengt het voorstellingsconcept aan het wankelen: als een deel van die overdaad fictief is, maakt het geheel minder indruk. Je vraagt je bij iedere volgende uitspraak af, of je het serieus moet nemen.
Climax
Visueel krijgt de woordenstroom vorm met een act, waarbij de acteurs meermaals van kostuum wisselen, van urban outfits tot gymastiekpakjes. In choreografieën lopen ze ritmisch over het speelveld of maken bewegingen waaruit havenprocessen zijn af te leiden: gesleep met de dozen en containers, de schepen die binnen worden gehaald en weer vertrekken. Op een ander moment sjouwen de performers aan elkaar geplakt over de kade, terwijl de opsomming voortduurt.
Anderhalf uur is een lange zit bij zoveel herhaling. Zeker omdat de lijsten nergens naartoe werken, behalve het duidelijk maken van de veelheid aan verscheepte producten. De opsomming wordt een gimmick, van opbouw naar een climax is geen sprake. Bulk geeft een aanzet tot gedachtes over kapitalisme en globalisering, maar vraagt daarbij te veel van het publiek.
De Franse hoofdstad Parijs is zaterdagavond- en nacht uitgelopen voor een groot volksfeest vanwege de Champions League-zege van Paris Saint-Germain (PSG). In de loop van de avond ontwikkelde het sentiment zich van vrolijk naar agressief: op verschillende plekken in de stad braken rellen uit.
Daarbij vielen bijna tweehonderd gewonden en kwamen twee mensen om het leven, zo heeft het Franse ministerie van Binnenlandse Zaken zondag laten weten aan Franse media. Ook werden honderden arrestaties verricht.
Een zeventienjarige man is overleden nadat hij in zijn borst werd gestoken. De verdachte is nog voortvluchtig. Details over het andere sterfgeval zijn tot op heden niet bekendgemaakt. In Grenoble reed een auto op de feestende menigte in. Daarbij raakten vier mensen gewond, onder wie twee ernstig.
Op de Champs-Élysées werd met vuurwerk naar de politie gegooid na een doelpunt van PSG. Agenten moesten traangas en een waterkanon gebruiken. Daarnaast hebben relschoppers gepoogd enkele winkels in het centrum van Parijs te plunderen, nadat ze daar eerst vernielingen hadden aangericht. Zo werd onder meer de etalage van een schoenenzaak ingegooid.
Confrontaties
Ook op andere plekken in de stad kwam het tot confrontaties tussen de politie en mensen op straat. Meerdere auto’s zijn in brand gestoken. Daarnaast gingen rookbommen af. De politie arresteerde in totaal ruim vijfhonderd mensen, van wie het merendeel in Parijs.
PSG won zaterdag voor het eerst in zijn bestaan de hoogste internationale voetbalprijs dankzij een eclatante zege op Inter Milaan (5-0). Uitblinker van de avond was de negentienjarige Désiré Doué. De aanvaller scoorde tweemaal en gaf de assist bij de openingstreffer.
Omdat al vrij snel duidelijk was dat de Parijzenaren de finale zouden winnen, braken op veel plekken in de stad al voor het eindsignaal feesten uit. Later deze dag zal de Franse president Emmanuel Macron de PSG-selectie en technische staf ontvangen op het Élysée.
Lees ook
Na de 3-0 slingert Denzel Dumfries gefrustreerd zijn flesje weg: het wordt opnieuw niet zijn finale
De Nederlandse pianist Nikola Meeuwsen heeft geschiedenis geschreven. In Brussel won hij zaterdagavond de Koningin Elisabethwedstrijd, een van de belangrijkste internationale prijzen in de klassieke muziek. Het jaarlijkse concours, dat sinds 1937 georganiseerd wordt, staat afwisselend in het teken van cello, viool, zang of piano. Niet eerder ging een Nederlander er met de eerste prijs vandoor.
De bekendmaking in het Brusselse Paleis voor Schone Kunsten volgde op een finaleweek die plaatshad van maandag tot en met zaterdag, in aanwezigheid van de Belgische koningin Mathilde. Twaalf finalisten maakten hun opwachting, twee per avond, voor een uitvoering met het Brussels Philharmonic onder chef-dirigent Kazushi Ono. Alle concerten werden wereldwijd gevolgd via livestreams.
Meeuwsen, met 23 jaar de jongste deelnemer van deze editie, won met een sensationeel optreden op woensdagavond, waarna hij direct bij pers en publiek te boek stond als een van de topfavorieten.
Meeuwsens talent is in eigen land al ruimschoots opgemerkt: op zijn twaalfde won hij het Koninklijk Concertgebouw Concours, in 2023 de Grachtenfestivalprijs. Toch is zijn winst uniek. Nederlandse pianisten in de Koningin Elisabethwedstrijd zijn een zeldzaamheid: alleen Rian de Waal (1983) en Hannes Minnaar (2010) stonden eerder in de finale; Minnaar won de derde prijs.
Prokofjev was hofleverancier
Op het finaleprogramma staat steevast een verplicht werk, plus een pianoconcert naar keuze. Sergej Prokofjev was dit jaar hofleverancier – maar liefst vier van de twaalf finalisten kozen voor zijn Derde pianoconcert; Meeuwsen nam als enige Prokofjevs Tweede. De Belgische krant De Standaard, die dagelijks verslag deed van de wedstrijd, sprak van een veilige keuze. Statistisch gezien dan: al vijf pianisten (nu zes) veroverden ooit met dít stuk de hoofdprijs.
Muzikaal is de keuze allesbehalve veilig: het Tweede van Prokofjev staat bekend als een van de moeilijkste pianoconcerten uit het hele repertoire. Virtuozer, technischer, en interpretatief uitdagender zelfs dan Prokofjevs Derde.
Al bij het zien van Meeuwsen vliegensvlug kruisende handen in het derde deel, mooi gefilmd van boven de vleugel, zou het je gaan duizelen. Maar Meeuwsen zat met totale beheersing en onwaarschijnlijke precisie aan het klavier. Alleen de zweetpareltjes die hij tussen delen door van zijn voorhoofd veegde verrieden de zwaarte van zijn inspanning.
In de gigantische solocadens van het eerste deel verpakte Meeuwsen zijn verbluffende kracht in grote emotionele diepten en een zeldzaam inzicht in Prokofjevs muzikale structuur. Werkelijk een uitmuntende prestatie, die hij leverde onder toeziend oog van een internationale topjury. Onder de loodzware delegatie bevonden zich namen als Anne Queffélec, Momo Kodama, voormalig eersteprijswinnaar Denis Kozhukhin, en de Cubaanse meesterpianist Jorge Luís Prats.
Meeuwsen was misschien wel de enige finalist met een volstrekt logische en coherente visie op het verplichte werk: ‘Music for the heart’ van de Belgische jazzpianist Kris Defoort. Foto Alexandre de Terwangne
Het verplichte werk, Music for the heart, speciaal voor de finale gecomponeerd door de Belgische jazzpianist Kris Defoort, bleek een fascinerend stuk in twee delen, met een korte stormachtige passage waarin zowel pianist als orkest moeten improviseren: in de bladmuziek staan daar slechts een paar wilde pennenstreken ter indicatie, dwars door de notenbalken heen.
Opvallend was de kameleontische aard van het stuk – klonk het bij de ene finalist als een dromerige wolk, bij de ander werd het een kolkend beekje, een derde maakte er een kosmische reis van. Meeuwsen was de eerste kandidaat, en misschien wel de enige, die tot een volstrekt logische en coherente visie op het werk kwam. Meteen in de openingsnoten maakte de jonge Nederlander duidelijk wat hij in huis had aan klankkleur en dynamische differentiatie. Zoekende motiefjes in de rechterhand ondersteunde hij prachtig met een solide linkerhand. In zijn improvisatie vloog Meeuwsen schijnbaar moeiteloos over het volledige toetsenbord, om vervolgens in scherpe, schokkerige clusterakkoorden uit te barsten.
Alle deelnemers kregen een week de tijd om het werk van Defoort in te studeren. Voorafgaand aan de finale trekken de kandidaten zich traditiegetrouw gezamenlijk terug in de Muziekkapel Koningin Elisabeth voor een periode van totale isolatie van de buitenwereld – op een paar orkestrepetities na.
Bijzonder voor Nikola Meeuwsen was dat hij de isolatie doorbracht met een van zijn beste vrienden. Ook de Franse pianist Arthur Hinnewinkel drong namelijk door tot de finale, waar hij de vierde plaats veroverde. Allebei studeren ze bij pianist Frank Braley. Bij de aankondiging van hun prijzen vlogen Meeuwsen en Hinnewinkel elkaar als eerste in de armen, zichtbaar plaatsvervangend trots.
Hun leermeester, zelf in 1991 winnaar van de Elisabethwedstrijd, heeft kennelijk een succesformule in handen: Braleys Belgische student Valère Burnon zette dit jaar de derde prijs op zijn naam, en ook finalist Mirabelle Kajenjeri is een exponent uit zijn school.
Drie Nederlanders
Meeuwsen was dit jaar een van drie afgevaardigden uit Nederland. Pianist Aidan Mikdad strandde in de eerste rondde; de in Amsterdam wonende Française Nathalia Milstein wist de finale te bereiken. Afgelopen maandag vertolkte ze daar, naast het verplichte werk, het Tweede pianoconcert van Johannes Brahms.
Een gewaagde keuze, die niet in haar voordeel uitpakte. Anders dan veel pianoconcerten is Brahms’ Tweede geen vuurwerkstuk voor de solist maar een gelijkwaardige dialoog met het orkest. Als dat orkest dan verkeerde noten speelt in belangrijke climaxen, of her en der slordig inzet, moet je er als pianist wel bijzonder hard aan trekken. Onder Kazushi Ono klonk het Brussels Philharmonisch Orkest maandagavond lethargisch en ongeïnspireerd (later in de week herpakten ze zich gelukkig). De zangerige cellomelodie in het derde deel waaide plichtmatig en gejaagd voorbij.
Het publiek en de jury van de Koningin Elisabethwedstrijd.
Foto Thomas Léonard
Milstein speelde zelf ook niet smetteloos. De donkerte van de eerste twee delen en de speelsheid van het laatste kwamen niet overtuigend uit de verf. Haar optreden was goed voor een positie als ongenummerd laureaat – alleen de eerste zes ontvangen een prijs.
Die prijzen brengen een aanzienlijk geldbedrag met zich mee. Nikola Meeuwsen ontvangt 25.000 euro met zijn prestatie. Maar veel belangrijker: de Koningin Elisabethwedstrijd geldt als enorme springplank voor een internationale carrière, met uitzicht op de grootste concertpodia.