Massale sterfte nijlpaarden in natuurpark Congo door besmetting met antrax

In de Democratische Republiek Congo zijn vorige week zeker vijftig nijlpaarden omgekomen door een antraxinfectie. Ook andere dieren, waaronder waterbuffels, zijn overleden. Hoewel antraxinfecties wel vaker voorkomen in Afrika, maken experts zich zorgen: de huidige grootschalige uitbraak kan grote gevolgen hebben voor mens en dier in het Virunga National Park – het oudste park van Afrika. Het hele ecosysteem komt er nóg verder door onder druk te staan.

1. Wat is antrax?

Antrax ofwel miltvuur wordt veroorzaakt door de bacterie Bacillus anthracis en behoort tot de zoönoses: ziektes die kunnen overspringen van dieren op mensen (en andersom). Infectie kan plaatsvinden op verschillende manieren: via de lucht, via het eten van besmet vlees of via wondjes in de huid. Inademing is van die drie het meest gevaarlijk. Wat antraxbacteriën extra verraderlijk maakt, is dat ze sporen vormen die jarenlang in de bodem kunnen sluimeren – om dan bij omwoeling van de grond weer actief te worden.

2. Waarom leggen juist nijlpaarden massaal het loodje?

Nijlpaarden staan bekend om hun agressieve karakter en worden tot de dodelijkste dieren op aarde gerekend. Maar qua eetgedrag behoren ze tot de grote grazers. Na zonsondergang komen ze met hun logge lijven het water uit om gras te eten. En juist daarin schuilt het gevaar: bij het grazen woelen ze de bodem om en komen de antraxsporen vrij.

Het is niet de eerste keer dat een antraxinfectie een grote groep nijlpaarden treft: ook in 2011 in Zambia en in 2017 in Tanzania stierven de dieren bij bosjes. Maar die uitbraken vonden in het droge seizoen plaats, terwijl in de Democratische Republiek Congo het regenseizoen juist in volle gang is.

„Vooral nijlpaarden die in grote aantallen dicht bij elkaar leven lopen gevaar”, zegt aquatisch ecoloog en nijlpaardexpert Jonas Schoelynck van de universiteit van Antwerpen. „Dat zie je bijvoorbeeld wanneer ze in periodes van droogte met z’n allen de schaarse waterplekken opzoeken, maar ook wanneer ze worden opgejaagd – bijvoorbeeld in Virunga.”

Al jaren vinden er grote conflicten tussen rebellengroepen plaats in het gebied en daar zijn ook de dieren de dupe van. Ze worden opgegeten en verliezen leefgebied. Rangers die het wild willen beschermen, worden gedood. „Nijlpaarden zijn territoriaal: over het algemeen leeft één mannetje samen met meerdere vrouwen en nakomelingen. Maar nu zie je dat mannetjes met elkaar in gevecht gaan. De winnaar krijgt dan ook nog de harem van de verliezer erbij, met als gevolg een extra grote groep die dus ook extra vatbaar is.”

3. Hoe nijpend is de situatie in Virunga?

In de jaren zeventig was de nijlpaardenpopulatie in Virunga de grootste van heel Afrika, met meer dan 30.000 dieren. In tijdsbestek van enkele decennia is dat aantal als gevolg van de conflicten gedecimeerd: er zijn er nu nog hooguit 2.500 over. En daar komt nu de klap van de miltvuurinfecties bij. Die zijn niet alleen gevaarlijk voor de nijlpaarden zelf. Ook mensen die in het gebied leven kunnen ziek worden, door het eten van besmet vlees of door het inademen van de sporen.

De grootschalige uitbraak kan zelfs het ecosysteem schaden, zegt Schoelynck. „Nijlpaarden krijgen via het gras dat ze eten silicium binnen en dat poepen ze uit in het water. Daar vormt silicium de basis voor diatomeeën: kiezelalgen. Als je de nijlpaarden wegneemt, verdwijnen ook die algen. Dan komen er schadelijke algen voor in de plaats, en dat heeft negatieve gevolgen voor het hele voedselweb. Minder vis betekent ook nóg minder voedsel voor omwonenden.”

4. Moeten we in Nederland ook bang zijn voor antrax?

In Nederland komt miltvuur niet meer voor in de natuur. In 2001, kort na de terroristische aanslagen in New York, was er wel verhoogde alertheid omdat in de Verenigde Staten zogeheten ‘poederbrieven’ werden verstuurd: enveloppen met miltvuurbacteriën erin. Uiteindelijk overleden aan die vorm van bioterrorisme vijf mensen; in Nederland werden namaakbrieven verstuurd, maar in geen enkele daarvan werd antrax aangetroffen.

Wel zijn in het Nederlandse landschap nog her en der zogeheten ‘miltvuurbosjes’ te zien: groepjes bomen die bovenop met miltvuur besmette kadavers staan, als waarschuwing vanwege de lange levensduur van de bacteriën. Over de kadavers werd vaak ongebluste kalk gestrooid. In 2013 kwamen bij werkzaamheden in Nijmegen nog enkele van zulke kuilen aan het oppervlak; de beenderen werden vernietigd. Dat is sinds 1942 overigens het geval met alle kadavers: dood vee gaat de destructor in. Nieuwe miltvuurbosjes worden dus niet aangeplant.