Mag minister Faber uitgeprocedeerde asielzoekers op straat zetten?

Vier van de vijf gemeenten gaan de bed-bad-brood-opvang zelf bekostigen, nu minister Marjolein Faber (Asiel, PVV) de financiering heeft stopgezet. Maar een nieuwe uitspraak van het Europese Hof van Justitie kan Faber mogelijk dwingen om de opvang alsnog te bekostigen, zeggen deskundigen. Al moet nog blijken hoe dit oordeel van de hoogste Europese rechter precies zal doorwerken in de Nederlandse situatie.

De zaak waarover het Europese Hof in september oordeelde, draait om een vreemdeling die al jaren illegaal in Bulgarije verblijft, zonder dat hij wordt uitgezet. De vraag is of Bulgarije hem aan zijn lot mag overlaten. Nee, zegt het Hof: de overheid moet voorkomen dat mensen terechtkomen in een situatie van ‘extreme materiële armoede’ die hun ‘menselijke waardigheid’ aantast. In zulke gevallen moet de staat vreemdelingen voorzien in de meest essentiële levensbehoeften – bed, bad en brood, dus. Het oordeel van het Hof geldt voor alle Europese lidstaten.

Een „baanbrekende uitspraak”, noemt Carolus Grütters het, migratierechtexpert aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. „Dit betekent dat ook Nederland enige vorm van opvang moet bieden aan illegaal verblijvende vreemdelingen zonder dak boven hun hoofd. Precies de mensen die in de bed-bad-broodopvang zitten, die Faber niet meer wil bekostigen.”


Lees ook

Uitgeprocedeerd? Je krijgt alleen een bed als je zegt dat je terug wil

Faycal Kada uit Algerije.

Met deze nieuwe uitspraak in de hand kan volgens Grütters opnieuw in Nederland worden geprocedeerd voor het recht op opvang. „Daar zal dan, met dit arrest in het achterhoofd, uitkomen dat het besluit om de bekostiging van de voorziening op te doeken niet juist is.”

In 2014 vormde een Europese procedure die advocaat Pim Fischer namens de Protestantse Kerk Nederland aanspande en won, aanleiding om de bed-bad-broodopvang in te stellen. Nog altijd voert hij tal van procedures voor de opvang van uitgeprocedeerden. Het nieuwe arrest zet volgens Fischer al deze zaken „in een compleet nieuw daglicht”. Tot nu toe waren altijd voorwaarden verbonden aan de bed-bad-broodopvang: alleen vreemdelingen die wilden meewerken aan hun eigen terugkeer, konden er terecht. „Maar die wil om terug te keren wordt in dit arrest niet meer genoemd als voorwaarde. Dat is cruciaal.”

Toch niet verplicht?

Of deze uitleg door Nederlandse rechters ook wordt gevolgd, moet nog blijken, zegt jurist Rafael Baroch, gespecialiseerd in asielrecht. Hij wijst erop dat de uitspraak van het Hof gaat over vreemdelingen die ‘buiten hun wil en persoonlijke keuzen om’ in schrijnende situaties belanden. „Maar als iemand weigert te vertrekken, wordt dat in de rechtspraak vaak beschouwd als een persoonlijke keuze”, zegt Baroch. „En daardoor zou de staat niet meer verplicht zijn om verdere opvang te bieden.”

Ook blijft het volgens Baroch „zeer moeilijk” om aan te tonen dat Nederland uitgeprocedeerden volledig aan hun lot overlaat. De overheid stelt in dergelijke zaken namelijk dat vreemdelingen zonder verblijfsrecht altijd nog terecht kunnen in een zogeheten Vrijheidsbeperkende Locatie (VBL). Vanwege het gebrek aan vrijheden, slechte leefomstandigheden en de terugkeerdrang op de VBL, willen mensen daar meestal niet heen. Maar rechters beschouwen de VBL vaak wel als een minimale voorziening voor uitgeprocedeerden, zegt Baroch. „Zo kan de overheid in elk geval zeggen dat er in Nederland enige vorm van opvang is, hoe beperkt ook.”


Lees ook

Zonder papieren geen huis, geen geld, geen recht. ‘Maar niemand keert vanaf de straat terug naar zijn thuisland’

 Zonder papieren geen huis, geen geld, geen recht. ‘Maar niemand keert vanaf de straat terug naar zijn thuisland’