Mag je andermans kind corrigeren?

Opgevoed Elke week legt Annemiek Leclaire een lezersvraag voor aan deskundigen.


Illustratie Martien ter Veen

Treinreizigster: „In hoeverre mag je andermans kinderen corrigeren? Onlangs reisde ik in de eersteklascoupé naar huis. Alle forenzen zaten stil te werken met hun laptop op schoot. Er was een ouder stel, waarschijnlijk de opa en oma, met een tweetal kinderen van ongeveer zes en acht jaar. Die kinderen liepen te donderjagen door het gangpad: gillen en springen. Het oudere stel zei er niets van. Ik kon niet naar een andere coupé, de trein zat stampvol. Ik had wel willen zeggen: ‘Joh, kan het iets rustiger, ik probeer iets af te maken’, maar wist niet of ik me rechtstreeks tot de kinderen kon wenden. Misschien zouden opa en oma dat als een motie van afkeuring zien. Als ik zelf kinderen had gehad, had ik mogelijk beter begrepen waarom ouders in de trein wel vaker niet ingrijpen bij groot lawaai. Misschien onderschat ik hoe moeilijk het is?”

Naam is bij de redactie bekend. (Deze rubriek is anoniem, omdat moeilijkheden in de opvoeding gevoelig liggen.)

Heeft u vragen over de opvoeding van uw eigen of andermans (klein)kinderen?

In de rubriek Opgevoed leggen we dilemma’s van lezers anoniem voor aan de beste deskundigen. Onder de inzenders van vragen verloten we exemplaren van het boek ‘Andere ouders doen ook maar wat’, een bundeling van de eerste jaargangen van de rubriek.

Deze rubriek is anoniem, omdat moeilijkheden in de opvoeding gevoelig kunnen liggen. Als u een vraag inzendt, krijgt u altijd een reactie van de auteur van de Opgevoed-rubriek.

Geen spanning toevoegen

Marga Akkerman: „Kinderen hollen en springen op deze leeftijd van nature. Zeker in een opwindende situatie zoals een drukke trein. Ze gaan door de coupé hollen om erachter te komen wat daar allemaal gebeurt.

„Die opwinding die ze ervaren valt niet makkelijk te remmen. Ook voor ouders en grootouders is dat lastig. Je kunt een kind niet opdragen te kalmeren, net zoals het weinig effectief is om tegen een kind te zeggen: ‘Ga slapen’ of ‘Stop met huilen’. Het zenuwstelsel neemt de overhand.

„Wat wel goed werkt, is om de spanning in de situatie zoveel mogelijk te beperken. Zo verdienen jonge kinderen een zitplaats in trein of tram omdat ze van daaruit kunnen bekijken waarin ze terechtgekomen zijn.

„De vraag voor u is: wat kan ik doen om zo min mogelijk spanning aan de situatie toe te voegen? Kinderen of grootouders aanspreken zorgt mogelijk juist voor een toename aan stress. Misschien kunt u net als de andere reizigers toch proberen stil en geconcentreerd te werken, dat zorgt voor iedereen voor meer rust.”

Slagboompje

Stijn Sieckelinck: „Mooi dat deze reizigster meer uit verwondering dan irritatie kijkt. Voor kinderen in deze leeftijd is de trein een belevenis. Het is een ruimte waar de regels niet helemaal helder zijn. Iedereen zit op een huiselijke manier bijeen, maar is vaak toch stil. Dat nodigt uit tot verkennen.

„De treincoupé een mooi symbool voor een publieke ruimte waarin je niet helemaal aan elkaar ontkomt, hoewel we daar met behulp van koptelefoons en beeldschermen wel ons uiterste best voor doen.

„Ik zou in dit geval aanraden de kinderen speels aan te spreken op de herrie, bijvoorbeeld door een slagboompje te maken, en te zeggen: ‘Hé luister eens, ik probeer iets af te maken. Zouden jullie wat rustiger willen zijn?’

„Het kind zal ogenblikkelijk naar de opvoeder kijken, in dit geval opa of oma. Zo kom je indirect bij de volwassenen terecht, die of begrip vragen voor het attractiegehalte van de trein, of hun kleinkinderen manen rustiger aan te doen.

„Het is goed als kinderen leren dat ze ook toegesproken kunnen worden door andere mensen dan ouders en familie. Als we dat niet meer durven, ontstaat er anonimiteit. Het is ook een signaal aan andere mensen in de coupé dat we betrokken zijn bij elkaar en niet alleen anonieme forenzen.

„Mits het geen officiële stiltecoupé is, is het wel verfrissend als er af en toe een kind door de gangen rent. Ik waardeer een dergelijke omgang met elkaar meer dan privacy en stilte. Dat contact draagt ook meer bij aan de samenleving.”

Marga Akkerman is klinisch jeugd- en kinder- psycholoog.

Stijn Sieckelinck is opvoedfilosoof en lector jongerenwerk aan de Hogeschool van Amsterdam.