Mag de oude ontuchtpleger met tbs zijn enkelband af?

De zitting In 2008 kreeg de nu 81-jarige Aart A. tbs opgelegd. Is die enkelband, die hij al acht jaar draagt, nog nodig?

De Zitting

De 81-jarige ontuchtpleger schuifelt langzaam met een stok naar zijn stoel. In 2008 is aan Aart A. een terbeschikkingstelling (tbs) met dwangverpleging opgelegd voor het meermaals plegen van ontuchtige handelingen met een minderjarig kind.

De verdachte is hardhorend en kijkt traag om zich heen. Drie rechters. Een officier van justitie. Een vertegenwoordiger van zijn tbs-kliniek. De reclasseringsambtenaar. Zijn advocaat.

De terbeschikkingstelling staat vandaag niet ter discussie. Vanwege het risico op herhaling, recidive zeggen de magistraten, zal de tbs-maatregel met een jaar worden verlengd. Vandaag gaat het over de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging. Preciezer: mag zijn enkelband er nu, na acht jaar, onder voorwaarden, vanaf?

De verdachte woont in een tbs-kliniek met 24-uursbegeleiding. Hij mag zich daar beperkt vrij bewegen. Via de enkelband houdt de kliniek in de gaten of hij zich aan de geplande verloven en afspraken houdt.

„Wat doet u zoal de hele dag?”, vraagt de voorzitter.

„Ik bouw vogelhuisjes. Daar zitten nu nestjes in” , antwoordt de man zachtjes, verlegen.

„Ik heb ook vogelhuisjes. zegt de voorzitter. „Maar geen nestjes.”

Komt u nog weleens jonge jongens tegen, vraagt de rechter. Ik ben er niet meer zo mee bezig, zegt Aart

Ze lachen even naar elkaar. Dan bladert de rechter in het dossier. „Komt u nog weleens jonge jongens tegen?” vraagt hij.

„Ik ben er niet meer zo mee bezig”, zegt de verdachte, nauwelijks hoorbaar.

„Dat is ook niet de bedoeling”, zegt de voorzitter.

Meneer A. heeft nog steeds pedofiele neigingen, staat in zijn dossier. Daarbij kampt hij met een persoonlijkheidsstoornis met „vermijdende en narcistische trekken”. Ook heeft hij chronische leukemie. In de niet al te verre toekomst zal een nieuwe plek moeten worden gezocht waar zorg mogelijk is. Hoe dat moet, dat weet de tbs-kliniek niet.

De reclassering noemt A. „een voorbeeld.” Hij houdt zich netjes aan afspraken. Ze hebben er voldoende vertrouwen in dat het ook zonder enkelband goed gaat.

De tbs-kliniek is het hier niet mee eens. Voorzichtigheid is geboden. Zeker bij iemand die bij herhaling de fout is ingegaan, legt de vertegenwoordiger van de kliniek uit. Er zijn geen goede alternatieven voor de enkelband. Zonder die band valt een deel van het risicomanagement weg. Het gaat goed met meneer A., juist dankzij die enkelband.

„Gaat u weleens op bezoek bij uw kinderen?”, wil de voorzitter weten.

„Bij mijn kinderen en bij mijn kleindochter”, zegt de verdachte.

De rechter wacht even. Het wordt stil.

„Ik was opgelucht toen dat een meisje werd. Vanwege mijn achtergrond.”

De reclassering houdt goed zicht op alle activiteiten van Aart. A. Toch was er dat ene incident in februari. A. ging spontaan een patatje eten, net buiten de cirkel waarbinnen hij mocht vertoeven. Dat was niet de afspraak. Even brak er paniek uit.

De reclassering heeft het voorval uitvoerig met A. besproken. „Meneer A. heeft hier heel veel spijt van”, zegt de reclasseringsambtenaar. „Hij is heel streng en mag van zichzelf geen fouten maken.” Via beeldbellen – dat hebben ze al geoefend – kan de reclassering prima contact met Aart A. onderhouden.

De advocaat benadrukt dat het nu al lange tijd goed gaat. Als de enkelband er nu niet af mag, wanneer dan wel? Het is in haar ogen een te zwaar middel voor een periode van acht jaar waarin geen incidenten hebben plaatsgevonden.

Ook de officier van justitie is van mening dat de enkelband eraf kan.

De rechters oordelen dat de tbs-maatregel verlengd moet worden. De seksuele aandrift van A. is dan misschien „verflauwd” maar zijn gerichtheid op jonge jongens is ongewijzigd. De rechtbank stelt vast dat Aart A. zich de afgelopen jaren aan de afspraken heeft gehouden, zonder ongeregeldheden. De enkelband heeft „een behoorlijke impact” gehad en is niet langer noodzakelijk en proportioneel.