Mag de beeldbepalende beuk tegen de vlakte?

De statige, zeker honderd jaar oude beukenboom deint heen en weer mee met de wind in de achtertuin van Wouter. Als het buiten flink waait, neemt de onrust bij Wouter toe.

De oude beukenboom staat op 1 meter en 10 centimeter van zijn huis. Dat gaat een keer mis, denkt Wouter. Hij vraagt een kapvergunning aan bij de gemeente Soest, het is eind 2022. De brief met de aanvraag bewaart Wouter in een grote blauwe ordner.

Krap twee maanden later ontvangt Wouter een positief besluit van de gemeente. Hij mag de beuk kappen.

Vlak daarna belandt het besluit op het bureau van de boomdeskundige van de gemeente Soest. Die beuk kappen? Die is nog gezond, minstens honderd jaar oud, gezond en veilig. Bovendien is de statige boom vanaf de openbare weg te zien en „beeldbepalend” voor de buurt van het lommerrijke Soest. Die beuk is „potentieel monumentaal” en moet blijven staan.

De gemeente komt terug op haar besluit en trekt de eerder verleende kapvergunning in.

Wouter leest dit nieuwe besluit. Minstens honderd jaar oud? In goede conditie? Hij huurt ook een boomdeskundige in. Die komt tot een andere conclusie. De beuk is minstens 250 jaar oud, bijna aan zijn eind en in matige conditie. Wouter gaat in bezwaar.

De gemeente verklaart het bezwaar ongegrond.

En nu – een jaar later – op een regenachtige middag, zitten Wouter, de gemeente en de boomdeskundige samen in een klein zaaltje achteraf in de rechtbank Utrecht. Wouter zit er zakelijk ontspannen bij in een blauwe trui, boordje, bruin suède schoenen, zijn uitpuilende blauwe order voor hem op tafel.

Aan de andere kant zit de vertegenwoordiger van de gemeente Soest met naast haar een vriendelijk ontspannen boomdeskundige, zijn stevige bruine wandelschoenen gekruist over elkaar.

De rechter kijkt streng naar de vertegenwoordiger van de gemeente.

Rechter Ik vind het vervelend dat ik hier nu college moet geven.

Rechter. „Ik heb alle stukken gelezen. Ik kom maar meteen ter zake. Wat is de grondslag voor het intrekken van de kapvergunning?”

De jurist van de gemeente Soest kijkt naar haar glitternagels. „Dat weet ik niet. Ik moet dat opzoeken.”

Rechter. „Ik vind het vervelend dat ik hier nu college moet geven. Pakt u de wettekst er maar even bij. Lukt dat, op uw telefoon of tablet?”

Rechter. „Leest u de tekst maar door. Ik wacht wel even.”

Het blijft stil. De klok tikt harder door. Buiten waait het zacht.

Rechter: „Wat is de grondslag voor het intrekken van het besluit? Kunt u het vinden?”

Gemeente: „Nee.”

Rechter: „Staat er misschien iets in de algemene plaatselijke verordening van de gemeente Soest?”

De jurist scrolt op haar telefoon. Weer blijft het stil.

Rechter: „Ik zie niets over intrekkingen. U wel?”

Gemeente: „Nee.”

Rechter, nu iets milder: „Wat zou dat betekenen, denkt u?”

De jurist buigt haar hoofd naar beneden. Dan zegt ze nauwelijks hoorbaar: „Dat het intrekken van de vergunning onjuist is. Dat meneer de boom mag kappen.”

De rechter: „Juist. Als ik hier eerder achter was gekomen, dan had ik u beiden eerder ingelicht. Het besluit van de gemeente om de kapvergunning in te trekken, is onrechtmatig. Als het college het eerder genomen besluit intrekt, dan is dat ook een besluit waar grondslag voor nodig is. Het college heeft hier een fout gemaakt. En daar mag meneer niet de dupe van worden.

„Ik voorzie zelf meteen op de zaak. Ik vernietig het bestreden besluit van de gemeente. Het besluit om de kapvergunning te verlenen, blijft in stand. De gemeente moet de griffierechten van 184 euro vergoeden.”

Wouter: „Mag ik al de zaag erin zetten of moet ik nog even wachten?”

De gemeente gaat geen stappen meer ondernemen. De oude beuk mag tegen de vlakte.