Maar was het dna in de kofferbak wel van Leon van M.?


Oostvoornse kofferbakmoord Op basis van een dna-match werd Leon van M. veroordeeld voor de moord op een vrouw in een kofferbak. Maar hoe betrouwbaar was het dna-profiel?

September 2005: de politie doet onderzoek bij een uitgebrande auto waar het lichaam van de 35-jarige Caroline van Toledo in de kofferbak is gevonden.
September 2005: de politie doet onderzoek bij een uitgebrande auto waar het lichaam van de 35-jarige Caroline van Toledo in de kofferbak is gevonden.

Foto ANP

De vlammen slaan uit het huis waar de 35-jarige Caroline van Toledo woont, naast haar ouders, in Oostvoorne. Het is 3 september 2005. Als de brandweer aan het blussen slaat, is meteen de vraag: waar is Caroline? Die vraag wordt beantwoord als iets verderop haar auto wordt gevonden, bij een recreatieterrein. Ook die staat in brand. Als de kofferbak wordt geopend, blijkt het lichaam van Caroline van Toledo erin te zitten.

Ze is opgesloten in haar eigen kofferbak. De auto is bewust in brand gestoken, zo is de analyse van de politie. De roet in haar luchtpijp wijst erop dat ze waarschijnlijk levend is verbrand.

Caroline was een alleenstaande vrouw met bruin haar en een bril die op foto’s vrolijk in de lens kijkt. Ze doet de administratie voor een apotheek en houdt van haar hond en twee paarden. In die fatale nacht is ze waarschijnlijk thuis overmeesterd door onbekenden, en in haar auto gelegd. De zaak komt bekend te staan als de Oostvoornse kofferbakmoord en maakt grote indruk op betrokken politiemensen: een volkomen onschuldig slachtoffer wordt op gruwelijke wijze om het leven gebracht, zonder dat de dader wordt gevonden.

Door de brand lijken alle sporen die iets kunnen vertellen over de toedracht, verloren gegaan. Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) kamt de hele auto uit maar vindt geen dna. De zaak wordt meerdere keren in opsporingsprogramma’s op televisie onder de aandacht gebracht en belandt op de coldcasekalender, een overzicht van onopgeloste zaken die in gevangenissen wordt verspreid, in de hoop dat iemand gaat praten. Ondanks de inspanningen, en meerdere aanhoudingen, blijft de moord onopgelost.

Stropdas

Totdat het OM Richard Eikelenboom vraagt zich over de zaak te buigen. De bekende dna-expert onderzoekt enkele cellen op een stropdas, waarmee de armen van Caroline in de kofferbak waren gekneveld. Het NFI had dit spoor veiliggesteld, maar kon er geen dna in vinden. Met andere technieken ontdekt Eikelenboom in 2017 wél een dna-profiel, dat de hele zaak op zijn kop zal zetten.

Op de stropdas zit volgens de onderzoeker dna van drie mensen. Eentje is Caroline van Toledo. De tweede is een onbekende. En de derde past volgens zijn analyse bij een man die de politie al eerder op de korrel had als verdachte: Leon van M., een crimineel uit het naastgelegen stadje Brielle. Zijn strafblad is lang en zijn reputatie berucht op Voorne-Putten. De dna-hit past bij wat de politie al had gehoord: dat Van M. met mededaders een mislukte overval op de woning van Caroline had gepleegd en haar om het leven had gebracht. Dit zou Van M. hebben gezegd tegen enkele getuigen die zijn gaan verklaren bij de politie. Verder zijn in het huis van zijn ouders tiewraps gevonden, vergelijkbaar met de tiewraps die om Carolines polsen zaten. Dat was allemaal niet genoeg bewijs om de zaak rond te krijgen – totdat zijn dna wordt gevonden op de stropdas.

Hij krijgt in 2019 vijftien jaar gevangenisstraf. De nooit opgeloste moord wordt zo dankzij Eikelenboom alsnog opgehelderd.

Maar in het hoger beroep, dat de afgelopen weken diende, zijn twijfels ontstaan over zijn onderzoek. Eikelenbooms methode waarmee de stropdas is onderzocht zou vooraf niet zijn getoetst, waardoor het resultaat onbetrouwbaar zou zijn geworden. Bovendien kunnen andere laboratoria de dna-match niet herhalen. En ondertussen is Eikelenboom zélf ook nog eens in opspraak geraakt. Het gerechtshof dat zich nu over de zaak buigt, staat voor een moeilijke vraag: wat is de waarde van dna-bewijs als dat niet meer gecontroleerd kan worden?

Misdaad-echtpaar

Een boerderij in de Veluwse bossen is de plek waar in 2017 de doorbraak in de zaak plaatsvindt. Daar zit Independent Forensic Services, het laboratorium van Eikelenboom. Hij begint het bedrijf in 2004 samen met zijn vrouw Selma Eikelenboom-Schieveld, nadat beiden met ruzie zijn vertrokken bij het Nederlands Forensisch Instituut (NFI). Rechters, advocaten en het OM huren het bedrijf in voor forensisch onderzoek. In meer dan honderd strafzaken treden ze op als deskundige, waarbij rechters zich geregeld baseren op hun analyses.

De reputatie van het ‘misdaad-echtpaar’ loopt begin september van dit jaar een flinke deuk op. In de Rosmalense flatmoord wordt een gerechtelijke dwaling vastgesteld. Een man blijkt in 2007 onterecht veroordeeld voor het doden van zijn vriendin. De veroordeling was vooral gebaseerd op de rapporten van de Eikelenbooms. Volgens het hof gingen hun rapporten uit van verkeerde aannames en interpretaties. NRC bekeek vervolgens alle zaken van de laatste tien jaar waarin de Eikelenbooms rapporteerden. De kwaliteit van hun rapporten bleek al diverse malen onderuitgehaald.

Het OM is bekend met kritiek op de kwaliteit van het bureau, zegt een woordvoerder van het parket-generaal. Het OM heeft parketten in het hele land gewezen op de kritiek, aldus de woordvoerder. Justitie schakelt Eikelenboom zelf al jaren niet meer in. Tegelijkertijd vertrouwt het OM nog steeds op de bevindingen van diezelfde Eikelenboom in de al jaren lopende kofferbakmoordzaak.

Hoe solide is zijn werk in die zaak geweest? Daarvoor moeten we terug naar de autobrand, die bijna alle sporen in de kofferbak vernietigde. Wat Eikelenboom nog wel aantreft op de stropdas, is een piepklein, onvolledig dna-spoor. Waar bij een ‘gewoon’ profiel zo’n dertig kenmerken zichtbaar zijn, zijn dat er in dit profiel achttien. Zes van die kenmerken komen alleen overeen met het profiel van Leon van M. Op basis van een rekenmethode komt Eikelenboom tot de volgende conclusie: het onderzoeksresultaat is 1.600 keer waarschijnlijker als het dna-profiel van Leon van M. is, dan wanneer het van iemand anders is.

Het interpreteren van een dergelijk ingewikkeld dna-profiel is niet zonder gevaar. Maarten Blom, forensisch wetenschapper aan de Universiteit van Amsterdam, vergelijkt het met het zoeken naar een unieke auto. „Stel: je bent op zoek naar een blauwe vijfdeurs Toyota uit 1999. Als je een foto tegenkomt met al die kenmerken, kun je spreken van een match.” Bij zo’n ingewikkeld dna-profiel ligt dat anders. Dan is er nauwelijks een auto te zien; de foto moet eerst extreem worden uitvergroot. In de kofferbakzaak doet Eikelenboom dat door het dna extra te vermenigvuldigen, meer dan de standaard is. „Dan gebeurt er iets bijzonders”, zegt Blom. „In het voorbeeld van de auto wordt deze beter zichtbaar, maar worden pixels die kleuren weergeven juist waziger. De auto op de foto kan dan ineens ook groen zijn.”

En dan komt het écht aan op de dna-deskundige, die moet beoordelen in hoeverre het aangetaste profiel bij de verdachte past. Blom: „Is die groene kleur een foutje als gevolg van het vermenigvuldigen, of zie je groen op de foto omdat je simpelweg de verkeerde auto te pakken hebt?”

Deze twijfels zijn er ook over het dna op de stropdas: het komt deels overeen met Leon van M., deels ook níét. Is dat een gevolg van het uitvergroten, of is het gevonden dna gewoon van iemand anders?

Om dit zo goed mogelijk te kunnen inschatten, moet het ‘uitvergroten’ eerst goed worden getest. Zo’n validatie moet uitwijzen hoe vaak het dna vermenigvuldigd kan worden zonder dat er te grote misvormingen optreden waardoor de uitslag onbetrouwbaar wordt.

Iets opmerkelijks

In de kofferbakzaak stuiten de advocaten Pieter Hoogendam en John Grift op iets opmerkelijks: zo’n validatie lijkt niet te zijn uitgevoerd. Het hof verzoekt Eikelenboom de stukken alsnog aan te leveren. Dna-expert Arnoud Kal van het NFI wordt aangesteld als deskundige die de validatie moet controleren. Kal neemt talloze documenten door die Eikelenboom heeft opgestuurd, maar een validatie zit er niet tussen, is zijn conclusie.

Het hof zit dus met een grote moordzaak die leunt op, voor zover na te gaan, ongevalideerd dna-onderzoek. Hoe dat kan? Het OM wijst naar de Raad voor Accreditatie. Die hebben Eikelenbooms bedrijf geaccrediteerd en zouden zijn validaties dus hebben bekeken. Zo legde Eikelenboom het eerder zelf ook uit aan de rechter: „De analyse (..) is gevalideerd, anders kan de methode niet in de accreditatie worden ondergebracht.”

De praktijk is echter genuanceerder, zegt Mylène Pijnenburg van de Raad voor Accreditatie. „Dit bedrijf hád al een accreditatie. Daarmee spreken wij ons vertrouwen in hen uit. Daarna komen we jaarlijks langs voor een herbeoordeling.” Maar zo’n herbeoordeling is minder uitvoerig, legt Pijnenburg uit. Een deskundige van de Raad voor Accreditatie kijkt mee naar de uitvoering en kwaliteitscontroles van de testen en neemt steekproeven. „Maar die gaat niet opnieuw naar alle validaties vragen”, zegt Pijnenburg. „Je kunt het zien als een rijbewijs. Het laboratorium is deskundig bevonden voor het uitvoeren van de testen, maar dat wil niet zeggen dat alle testen altijd goed worden uitgevoerd.”

Door alle vraagtekens heeft de rechtbank Eikelenbooms onderzoek laten herhalen door een andere partij. Het profiel dat zou matchen met Leon van M., is naar het forensisch lab van het Leids Universitair Medisch Centrum gestuurd. Daar kunnen ze echter „geen betrouwbaar” dna-profiel vinden. Daarna buigt het forensisch laboratorium uit Maastricht zich erover. Ook daar treffen ze een „zeer onvolledig dna-profiel” aan, „dat niet geschikt is voor vergelijkend dna-onderzoek”.

Hoe dit kan, weten de onderzoekers zelf ook niet. Misschien was de kwaliteit van het dna-spoor onvoldoende geworden. Feit is dat de dna-match alléén door Eikelenboom is vastgesteld. Wat betekent dat voor het bewijs zelf?

Niks, volgens het OM. Alle twijfels rond het onderzoek worden door Pieter Swaak, de officier van justitie in hoger beroep, weggewuifd als „niet relevant”, een „rookgordijn” en een „discussie voor des keizers baard”.

Al wás Eikelenbooms onderzoek niet gevalideerd, zo zegt Swaak op de zitting, wat zou het uitmaken? „Uiteindelijk zijn er dna-sporen aangetroffen van onder anderen Van M. Die sporen moeten ergens vandaan zijn gekomen.” Het mogelijke gebrek aan een validatie „maakt niet dat deze match er ineens niet meer is”.

Hoe betrouwbaar is die match dan? Het hof vroeg de zelfbenoemde dna-expert Arnoud Kal begin oktober ook hoe erg de ontbrekende validatie is. Een geslaagde validatie, antwoordde Kal, is een vóórwaarde voor een betrouwbaar resultaat. Het gebruikte softwareprogramma kan de onzekerheden compenseren. Maar, zegt Kal: „De validatie moet geslaagd zijn om die profielen te kunnen gebruiken.”

Zeer kritisch

Ook emeritus hoogleraar forensische biologie Ate Kloosterman, die aan de basis stond van dna-onderzoek in Nederland, is zeer kritisch over het bewijs. Hij werd door het hof uitgebreid bevraagd. Als grootste probleem ziet hij dat de dna-match niet door een tweede onderzoek is bevestigd, schrijft hij in een rapport dat door de verdediging in de zaak is ingebracht. „Als resultaten niet kunnen worden gereproduceerd, hoe betrouwbaar is het resultaat dan helemaal?” Niet, stelt Kloosterman, die jarenlang de vaste dna-rapporteur was van het NFI. Kloosterman verklaarde dat hij verdachte Van M. op grond van het dna-profiel niet zou uitsluiten, maar hij zou ook geen wetenschappelijke bewijswaarde aan het profiel toekennen.

De zaak toont volgens dna-wetenschapper Maarten Blom het belang van grote voorzichtigheid bij het trekken van conclusies uit minimale dna-sporen. „Juist omdat het dan zo aankomt op interpretatie van de deskundige, moet je extra terughoudend zijn in het trekken van conclusies en werken volgens de richtlijnen voor betrouwbaar onderzoek. Doe je dat niet, loop je het risico dat je de verkeerde conclusies trekt en mogelijk de verkeerde opsluit.”

Eikelenboom reageert niet op vragen van NRC, het OM wil dat ook niet. „Het is nu aan het hof om de zaak en de diverse bewijsmiddelen als geheel te waarderen”, laat een woordvoerder weten.

De familie van het slachtoffer vreest het ergste: dat Leon van M. hierdoor vrijkomt. De advocaat van de nabestaanden noemt het in twijfel trekken van het dna-bewijs een „theorie van de verdediging” en stelt dat deze geen recht doet aan de bewijsvoering van het OM. Voor de familie wijst alles erop dat Van M. de moordenaar is – of het dna-onderzoek nu geldig is of niet. „Al die jaren bleef je zwijgen”, zei Carolines zus in haar spreekrecht over Van M’s weigering lastige vragen te beantwoorden. „Ons hele leven zullen wij afvragen waarom.”