„Een paar zeer bijzondere en pittige weken achter de rug”, schreef André Steur afgelopen juli op LinkedIn. „Gewoon weer even Student Pilot Steur, als ‘jongste’ bediende van 308th Fighter Squadron.” Steur, in het dagelijks leven commandant der luchtstrijdkrachten, vertelt over zijn bijscholing van vijf weken tot F-35-vlieger op een basis in Arizona, in de Verenigde Staten.
Daarmee voegde Steur zich in een traditie dat de luchtmachtcommandant zelf het toestel kan besturen dat het paradepaardje vormt van dit krijgsmachtonderdeel. Tot voor kort was dat de F-16, nu de F-35.
Dat is niet de enige reden voor de bijscholing: „De commandant staat ook voor het uitdragen van warrior mindset [strijdersmentaliteit] in alles wat hij doet”, mailt Steurs woordvoerder aan NRC. En dat geldt juist in deze tijden van oorlog en crisis, aldus Steur.
De ene gastvlieger zet het toestel te hard neer, waardoor onderdelen stukgaan, een ander neemt de bochten te scherp
De post op LinkedIn uit juli oogstte vooral positieve en een enkele kritische reactie van Steurs volgers, veelal actief in de wereld van de luchtmacht. De eersten prezen het voorbeeld dat de commandant gaf. Anderen wezen op de hoge kosten van de opleiding en het beslag dat ‘gastvliegers’ als Steur op het onderhoud en de beschikbare vlieguren van de F-35 leggen. ‘Gastvliegers’ waren vaak eerder actief op een gevechtstoestel, kregen daarna een baan op bijvoorbeeld het ministerie van Defensie in Den Haag, maar willen hun licentie behouden om, bijvoorbeeld, later weer mee te kunnen doen als operationeel vlieger. Voor het bijhouden van hun vaardigheden krijgen ze, naast hun salaris, een vliegerstoelage die kan oplopen tot ongeveer 2.300 euro bruto per maand.
Vloot
Onderhoud en reparatie van de F-35 vormen al langer een knelpunt. Een recent rapport van defensie, dat de introductie van de F-35 binnen de Nederlandse luchtmacht volgt, stelt dat door die problemen de wereldwijde inzetbaarheid van de F-35-vloot „onder de norm” is. Het rapport spreekt van „tekorten aan reservedelen en onderhoudsmateriaal”.
Het beslag dat gastvliegers op de F-35-vloot leggen en de noodzaak tot (extra) oefenen om de aansluiting met de operationele praktijk te houden, vergroten het probleem met techniek en onderhoud. Toenmalig minister Jeanine Hennis (VVD, Defensie) sprak al in 2013 bij de introductie van het vliegtuig over „een kostbare en tijdrovende aangelegenheid om collega’s die tijdelijk op een niet-operationele functie zitten, inzetgereed te krijgen”. Eerder dat jaar had de Algemene Rekenkamer gewezen op de belasting van deze gastgroep.
De commandant luchtstrijdkrachten ziet het als zijn taak en plicht om zelf onderdeel te blijven van de kernactiviteiten van de luchtmacht
Onderhoudstechnici die aan F-35’s en F-16’s hebben gewerkt, herkennen de observaties. NRC sprak een tweetal van hen. Ze willen anoniem blijven om hun belangen niet te schaden. Beiden noemen gastvliegers vanwege hun gebrek aan operationele ervaring een extra belasting. De een zet het toestel te hard neer, waardoor onderdelen stukgaan, een ander neemt bochten te scherp, wat bij de F-16 tot scheurtjes in ‘de huid’ van het toestel leidde. Tegenover een uur vliegen staat acht uur onderhoud, zo luidde de stelregel in onderhoudskring voor de F-16; voor de F-35 nog langer, gezien de complexe en kwetsbare techniek van het toestel.
Om de druk van gastvliegers op toestellen, vlieguren en onderhoud te verminderen, wilde toenmalig minister Hennis na 2013 hun aantal terugdringen. Zo’n 10 procent van alle beschikbare vlieguren met F-16’s ging toen op aan gastvliegers, voor wie 43 oefenuren per jaar waren toegewezen. Dat leidde ertoe dat jongere, operationele vliegers minder aan de bak kwamen. De 10 procent zou bij de F-35 moeten worden teruggebracht tot zo’n 5 procent, schreef Hennis de Tweede Kamer. „Met de introductie van de F-35 zullen alleen nog vliegers die tijdelijk een niet-operationele functie bekleden, uren maken als gastvlieger”, schreef ze. „Het uitgangspunt is zoveel mogelijk vlieguren beschikbaar stellen voor het combat ready houden van operationele vliegers.”
Evenknie
Op het oog valt Steur niet in de ‘tijdelijke’ categorie van gastvliegers zoals toenmalig minister Hennis die in 2013 definieerde. Van de commandant valt niet te verwachten dat hij ooit nog terugkeert in de gelederen van (meest jonge) gevechtsvliegers. Zijn twee voorgangers (Alexander Schnitger en Dennis Luyt) gingen na hun afscheid als commandant met vervroegd pensioen. Steur is 54 jaar oud en begon vorig jaar met zijn huidige functie. Ook verkeert hij vooralsnog niet in dezelfde situatie als zijn evenknie bij de Israëlische luchtmacht: commandant Tomer Bar vliegt geregeld F-35-missies tegen bijvoorbeeld doelen van Hezbollah in Libanon.
Toch valt Steur naar eigen zeggen ruimschoots binnen de criteria voor gastvliegers die met de F-35 mogen oefenen, laat hij via een woordvoerder weten. „Gezien de huidige situatie in de wereld kunnen we niet uitsluiten dat we op korte termijn betrokken raken bij een (grootschalig) conflict op het Europese grondgebied. […] De commandant luchtstrijdkrachten ziet het als zijn taak en plicht om zelf onderdeel te blijven van de kernactiviteiten van de luchtmacht.”
Verder is het van belang, schrijft Steur, „om zelf kennis en ervaring op te doen met de mogelijkheden, beperkingen en bijzondere kenmerken van dit wapenplatform”.
Lees ook
Export F-35-onderdelen naar Israël niet verboden
Streefgetal
De luchtmachtvoorlichting schrijft verder dat de verhouding tussen gastvliegers en beschikbare F-35-toestellen – 32 toestellen in Nederland – aanzienlijk is veranderd sinds 2013, toen Hennis haar brief schreef. Er zijn nu, verhoudingsgewijs, veel minder vliegers beschikbaar, aldus de voorlichting – al zegt de woordvoerder „uit veiligheidsoogpunt” geen concrete getallen vliegers te noemen, zoals Hennis in 2013 wel deed voor de F-16 (toen vijftig gastvliegers).
Het beslag van gastvliegers op het totaal aantal beschikbare oefenuren voor de F-35, bedraagt volgens de luchtmacht „op dit moment minder dan 5 procent”, het streefgetal van Hennis. „De luchtmacht zal alle zeilen bij moeten zetten om – in het licht van de dreiging in Europa – te blijven voldoen aan haar operationele taakstelling”, aldus de woordvoerder. „De waarde van de inbreng van gastvliegers neemt hierdoor alleen maar toe. Niet alleen voor de dagelijkse training en oefening, maar ook om in extremis bij te dragen aan de slagkracht van defensie door daadwerkelijk oorlogsmissies te vliegen.”
Lees ook
Israël overrompelde Iran met haast onzichtbare F-35’s en een cyberaanval. ‘De boodschap: we kunnen terugkomen wanneer we willen’