N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Migratie Mauritaanse autoriteiten geven een boot van de Spaanse burgerwacht met bijna 170 migranten aan boord geen toestemming om aan te meren. Door de diplomatieke patstelling ligt de boot nu voor anker in de baai van Nouadhibou, nabij Mauritanië.
Begin augustus werden 266 migranten door een Spaanse ngo gered op de Middellandse Zee. Foto Matias Chiofalo/AFP
De opvang van 168 migranten heeft voor diplomatieke spanningen gezorgd tussen Mauritaanse en Spaanse autoriteiten. Aan boord van een boot van de Spaanse kustwacht wachten de migranten, vermoedelijk Senegalezen, al dagen hun lot af nadat ze op 150 kilometer van de kust van Mauritanië in de Atlantische Oceaan werden onderschept. Noch de Mauritaanse politie, noch de Mauritaanse marine hebben de boot — ondanks herhaalde Spaanse verzoeken — toestemming gegeven om aan te meren, schrijft onder meer de Spaanse krant El País.
Onder meer de bestemming van de patrouilleboot, waarin de migranten zich bevinden sinds ze donderdag op zee werden onderschept, zou voor verwarring hebben gezorgd. De boot zou aanvankelijk richting de Canarische Eilanden varen, met ook twintig agenten aan boord. Maar dat ontkende het Spaanse ministerie van Binnenlandse Zaken. Door de diplomatieke patstelling ligt de boot nu voor anker in de baai van Nouadhibou, nabij Mauritanië. Volgens El País is de situatie aan boord gespannen en moesten Spaanse agenten in de lucht vuren om de rust te laten terugkeren.
De afgelopen dagen onderhielden autoriteiten van beide landen contact over de kwestie. Volgens El País ontstond maandag hoop binnen de Spaanse regering dat de situatie „in enkele uren zou worden opgelost”. Maar dat is vooralsnog niet gebeurd. De lokale Mauritaanse autoriteiten werken al jaren samen met Spanje om te voorkomen dat migranten proberen de Spaanse Canarische Eilanden te bereiken. Sinds 2009 krijgt het Noordwest-Afrikaanse land daarvoor tien miljoen euro per jaar, bedoeld voor logistieke ondersteuning. Het traject noordwaarts langs Mauritanië is een veelgebruikte route voor migranten om Spaans grondgebied te bereiken.
Ook zonder inmenging van Trump wordt de Navo ondergraven. Het bedreigde gebouw ligt op de Waalsdorpervlakte net buiten Den Haag en vormt het communicatietechnologisch hart van het bondgenootschap. De hoge zwarte hekken zijn getooid met prikkeldraad, bij de ingang staan camera’s en bewakers. Desondanks wordt het gebouw aan drie kanten omsingeld door soldaten.
De naam van de vijand? Lasius neglectus. Alias: de plaagmier. Afgelopen najaar kwam de soort in het nieuws toen bleek dat die in het Haagse duingebied een superkolonie heeft gevormd: een samenklontering van nesten die uit miljoenen werksters kan bestaan. Het epicentrum bevindt zich nét buiten het Navo-grondgebied. Daar hebben ze vooralsnog geluk. Het nieuwe gebouw is recent opgeleverd en de roodbruine mieren zijn er nog niet binnengedrongen – „nooit gezien”, zegt een beveiliger. Maar net buiten het hek verraden zandhoopjes tussen de stoeptegels de aanwezigheid van een ondergrondse supermacht.
Dat het ook erger kan, weten ze in het aangrenzende TNO-gebouw. Daar, op de defensieafdeling van het onderzoeksinstituut, voeren ze al jaren een verloren strijd tegen Lasius neglectus. Koffiemachines zijn onbruikbaar geworden, over de bureaus lopen mierenpaadjes, zeker in de zomer. Meerdere malen per jaar komt een plaagdierverdelger langs – dat was al zo vóór de superkolonie werd ontmaskerd. Momenteel wordt het pand verbouwd, maar de overlast blijft. „De keet veranderde direct in een mierennest”, zegt een schaftende bouwvakker.
Ook buiten in de duinen zwaait de plaagmier de scepter. Op het Pieter Kuijtpad – vernoemd naar een Katwijkse helmplanter die in het geheim graven van gefusilleerde verzetslieden markeerde met helmgras – zijn de tegels plaatselijk verzakt. Tijdens de stille tocht op 4 mei zullen duizenden mensen hier wandelen naar de herdenkingsvlakte, waar kort voor 20.00 uur de Bourdonklok zal luiden. Nu is het fietspad vooral in trek bij toeristen. Drie Duitsers op elektrische fietsen roepen dat het gehobbel ‘nicht so angenehm’ is. „Tegen juni is het hier door de mieren één grote zandbak”, zegt bioloog Jinze Noordijk van insectenkenniscentrum EIS-Nederland. „Dan heb je meer aan een mountainbike.”
Vermoedelijk zijn de mieren hier terechtgekomen met illegaal gedumpt tuinafval, vertelt hij. Recent publiceerde hij met collega’s een rapport waarin de gevolgen voor het beschermde natuurgebied worden geschetst. Zowel bladluizen als sluipwespen blijken bijvoorbeeld in aantal toe te nemen: de luizen worden ‘gemolken’ door de mieren voor hun honingdauw en vervolgens van binnenuit leeggegeten door gretige wespenlarven.
Gevreesd werd dat de kolonie problemen zou opleveren voor drinkwaterbedrijf Dunea, omdat de filterende werking van de bodem erdoor zou afnemen. „Van mediterrane draaigatjes, ook een invasieve mierensoort, weten we dat ze tot 1,5 meter diep kunnen komen”, zegt Noordijk. „Maar bij de plaagmier valt het mee.”
Nog een lichtpuntje: de plaagmier heeft geen voorkeur voor elektronica. „Dat is bij andere mieren soms wel zo, omdat ze afkomen op warmte. En dat wil je natuurlijk niet op een plek waar communicatietechnologie zo essentieel is.” Voorlopig lijkt de Navo dus gered. Nu nog wachten op de top eind juni in Den Haag.
Gemma Venhuizen is biologieredacteur en doet elke woensdag ergens vanuit Nederland verslag.
Het Libië-model was me eerder niet echt opgevallen maar ik zie het ineens her en der opduiken in de context van de onderhandelingen tussen Iran en Amerika over een nieuw nucleair akkoord. Het staat voor de nucleaire ontwapening waartoe de Libische leider Gaddafi in 2003 besloot, onder druk van internationale sancties maar ook uit angst dat Amerika na Saddam Hoesseins Irak ook zijn ‘staat van de massa’s’ zou overweldigen. Zijn complete nucleaire programma ging de deur uit, in ruil voor westerse economische toenadering. Die kwam er niet of nauwelijks, maar wat wel kwam was de zogeheten Arabische Lente, die in 2011 oversloeg vanuit Tunesië.
De vraag is: zou Gaddafi’s nucleaire programma – dat overigens nog niet in een wapen had geresulteerd – de toenmalige westerse en Arabische geallieerden ervan hebben weerhouden de Libische lente-rebellen vanuit de lucht te steunen? Daarover kunnen we van mening verschillen maar het luchtoffensief was wél de doorslaggevende factor in Gaddafi’s val. Nota bene op basis van de Responsibility to Protect, de internationale belofte uit 2005 om genocides en dergelijke gruwelijkheden voortaan te voorkomen. De R2P! Helemaal vergeten! Gaza en Soedan bewijzen dat wel.
Het Libië-model wordt dezer dagen gepropageerd door de voorstanders van totale ont-nuclearisering van Iran; de Israëlische regering dus en geestverwanten in de achterban van president Trump. Onderhandelingstechnisch lijkt me het gebruik van de term Libië-model contraproductief. Het lot van Gaddafi én Libië kan voor de Iraanse leiders geen voorbeeld zijn.
Ach, de Arabische lente. Die heeft tot niets goeds geleid: drie oorlogen (Jemen, Syrië en Soedan) en twee zwaardere dictaturen (Egypte en Tunesië). Libië is een mislukte staat geworden, met een internationaal erkende regering in Tripoli in het westen, en een niet-erkende in het oosten van het land, en bovendien machtige milities in het westen.
Temidden van het oorlogsgeweld in het Midden-Oosten haalt Libië vandaag nauwelijks het nieuws meer, niet interessant behalve af en toe als transitland voor Afrikaanse migranten op weg naar Europa. Gaddafi gebruikte de migranten al om Europa af te persen: in 2008 betaalde de EU hem 500 miljoen euro om migranten weg te houden, en in 2010 eiste hij nog eens 5 miljard. Anders zou Europa „een tweede Afrika” worden, dreigde hij op bezoek in Rome, en die Afrikanisering van Europa is ons schrikbeeld gebleven. De migranten, inclusief vluchtelingen wat wel eens wordt vergeten, zijn nu een bron van inkomsten voor de milities die feitelijk de begunstigden vormen van Europees geld om hen, vaak opgesloten in gruwelijke detentiekampen, weg te houden van de Middellandse Zee.
Ik ga nog even door over Libië (wegens zelden meer in het nieuws). Drie weken geleden verbood het bewind in Tripoli tien internationale hulporganisaties, waaronder Artsen zonder Grenzen, Care en de Noorse Vluchtelingenraad, nog langer in het land actief te zijn. Het argument: dat ze door de Afrikaanse migranten eten, kleding en medicijnen te verschaffen, hun aanmoedigden om te blijven, met het doel de etnische samenstelling van Libië te veranderen. Daar heb je de omvolkingstheorie weer (die hier ook wel populair is). De maatregel viel samen met een dringend beroep op Europa méér steun te verlenen. Denk even aan de afpersingspolitiek van Gaddafi.
De onderhandelingen tussen Iran en Trump verlopen intussen positief volgens uitspraken van beide zijden na de tweede ronde, afgelopen zaterdag in Rome. „We hebben goede vooruitgang geboekt”, aldus een Amerikaanse zegsman. De Iraanse minister Araghchi sprak zelfs van „optimisme” zij het „met een hoop voorzichtigheid”. Ze praten verder in Oman. Het Libië-model is duidelijk (nog) niet aan de orde gekomen.
Carolien Roelants is Midden-Oostenexpert. Ze schrijft om de week een column.
In de supermarkt rekende ik mijn gescande boodschappen af. Naast me, een man van mijn leeftijd, rond de 70 jaar, floepte er een groen lampje aan boven de terminal. Steekproef. Hij moest al zijn boodschappen op de kassaband leggen.
Het bleek om een verkeerde prijssticker te gaan. Foutje van de supermarkt. „U bent goedgekeurd”, zei de kassamedewerker. „Mooi is dat”, deelde de man mee. „Vijftig jaar geleden was ik gelukkig afgekeurd en nu word ik waarschijnlijk weer opgeroepen.”
René van der Horst
Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]