Kan de crisis in de asielopvang worden opgelost door een minister die de spreidingswet het liefst gisteren zag verdwijnen? Minister Marjolein Faber (Asiel en Migratie, PVV) lijkt sinds haar aantreden weinig interesse te hebben in het oplossen van het gebrek aan opvangplekken, zeggen lokale bestuurders tegen NRC. „Is er contact? Ja. Is het inhoudelijk? Nee”, vat een bestuurder uit het noorden van het land het samen. Fabers betrokkenheid op het asieldossier zou in schril contrast staan met haar voorganger Eric van der Burg (VVD), die vaak zelf aan de telefoon hing met lokale bestuurders voor het regelen van noodopvang, en desnoods zelf in de auto stapte naar gemeenten in nood.
De spreidingswet werd begin dit jaar ingevoerd om de huidige onevenredige asielspreiding op te lossen. Het aanmeldcentrum in Ter Apel zit al jaren overvol, omdat asielzoekers onvoldoende naar andere plekken in het land kunnen doorstromen. Vrijdag moeten alle provincies bekend hebben gemaakt hoeveel permanente plekken gemeenten beschikbaar willen stellen. Het staat zo goed als vast dat niet alle benodigde 96.000 plekken ingevuld zullen zijn. De provincies Noord-Holland en Zuid-Holland moeten gezamenlijk bijna 36.000 plekken vrijmaken, maar hebben eerder deze week laten weten dat ze daar op 1 november niet aan kunnen voldoen.
Faber heeft tot twee maanden de tijd om zich op de plannen te bezinnen. In het voorjaar kan zij onwelwillende gemeenten desnoods dwingen tot het plaats maken voor permanente asielopvang. Maar Faber ziet de spreidingswet het liefst zo snel mogelijk verdwijnen. Als PVV-senator was zij al fel tegenstander van de wet, die zij steevast ‘dwangwet’ noemde.
Intrekken
In het hoofdlijnenakkoord spraken de PVV, VVD, NSC en BBB met elkaar af dat de spreidingswet zal worden ingetrokken. „Zo mogelijk nog dit jaar”, schreef premier Dick Schoof vorige week in een brief over strengere asielmaatregelen, na onderhandelingen tussen PVV en NSC. De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) is hoogst ontstemd over het voornemen en voorziet „chaos”. Het kabinetsbesluit helpt volgens de belangenorganisatie bepaald niet met het creëren van draagvlak voor opvangplekken onder inwoners van gemeenten. Maar liefst 96 procent van de VNG-leden vindt intrekking van de wet pas op z’n plaats op het moment dat de problemen in de asielopvang zijn opgelost.
Zolang de spreidingswet niet is ingetrokken, moeten provincies en gemeenten er naar handelen. Eind vorige maand riep Faber voor het eerst de landelijke asieltafel bij elkaar. Daar praten lokale bestuurders en het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) vier keer per jaar met de minister over problemen in de asielopvang. Kort daarvoor had de Drentse commissaris Jetta Klijnsma zich in de media beklaagd over het gebrek aan leiderschap van Faber in de opvangcrisis. Zo had de minister een eerder verzoek van noordelijke burgemeesters tot een spoedoverleg over de prangende situatie bij Ter Apel in de wind had geslagen.
Er waait een nieuwe wind
Betrokkenen vertellen deze krant dat Faber eind september tijdens de samenkomst met lokale bestuurders een geharnaste en geprikkelde indruk maakte. Zo zou de minister kritische vragen over het voorgenomen asielbeleid van het kabinet steeds als persoonlijke aanvallen opvatten. Bij kritische vragen over de uitvoerbaarheid van haar asielplannen, reageerde ze met oneliners die ze ook vaak in de Tweede Kamer bezigt: „Er waait een nieuwe wind”, „de kiezer heeft gesproken” en „wen er maar aan”.
Faber „heeft heel weinig nodig om een bestuurlijk gesprek te ervaren als een politiek debat met tegenstanders”, memoreert een provinciale bestuurder, die anoniem wil blijven om het kleine beetje contact dat hij met Faber heeft niet op het spel te zetten. Hij vertelt dat een burgemeester de minister eraan moest herinneren dat lokale bestuurders niet op zoek waren naar „politiek debat, maar inhoudelijke afstemming” met het Rijk.
Geen richting
Zo bestaan in Leeuwarden al jaren ideeën over een regionale opvanglocatie met 450 plekken voor asielzoekers, voor minstens tien jaar. De grond van deze potentiële locatie grenst echter aan een defensieterrein. Het ministerie van Defensie wil geen toestemming geven voor een plek waar bewoning komt voor langer dan tien jaar. Als burgemeester moet Sybrand Buma van het ministerie van Justitie en Veiligheid permanente asielplekken creëren, vertelt hij. Tegelijkertijd zit Defensie de komst van een groot azc dwars. Hij zit dus met zijn handen in het haar. „De politiek geeft geen richting”, vat hij samen.
In juli schreef hij Faber en staatssecretaris van Defensie Gijs Tuinman (BBB) een „dringende” brief over dat hij duidelijkheid nodig heeft. Van minister Faber heeft hij nog altijd niets gehoord. „Er volgt op zeer korte termijn een antwoord op de brief”, aldus een woordvoerder van de minister na vragen van NRC.
De Amsterdamse wethouder Rutger Groot Wassink kent „geen wethouder die is benaderd door Faber”. Zelf was hij één keer digitaal aanwezig bij „een bestuurlijk overleg” met de minister. Dat overleg duurde „heel kort”, waarbij Faber aan wethouders meedeelde dat ze zou stoppen met het financieren van de bed-bad-brood-regeling voor ongedocumenteerde vreemdelingen. Faber kreeg toen te horen dat de bestuurders dit „zéér onverstandig” vinden, zo vertelde de Utrechtse wethouder Rachel Streefland vorige maand in het radioprogramma Spijkers met Koppen. „En toen was het gesprek zo ongeveer klaar.”
Veel komt aan op de volgorde van de asielplannen, menen lokale bestuurders. Het „weggooien” van lang bevochten maatregelen als de spreidingswet, nog voor de problemen in de asielopvang kunnen worden opgelost, lijkt hen een denkfout. „En daarmee, vermoedt burgemeester Sybrand Buma, „wordt het uitvoeren van strenger asielbeleid wel lastig”.
Lees ook
Terwijl Ter Apel overvol is, zijn er in 40 procent van de gemeenten nog altijd geen opvangplekken