Links of rechts – het vertrouwen in de politiek is in Zuilen nog steeds laag

Op het televisiescherm is een plattegrond van Nederland te zien. De presentator van het journaal vertelt over het tekort aan opvangplekken voor asielzoekers in Ter Apel. Het geluid staat hard. „Jochie, zet het geluid even uit”, zegt Ab Krook (82) tegen zijn vrouw.

Ze hebben geen vertrouwen in de landelijke politiek of het huidige kabinet, vertellen Ab en zijn vrouw Gerda (75). „Ik hoop dat het kabinet binnen een paar maanden valt”, zegt Gerda.

De Krooks wonen in een rijtjeshuis in de Utrechtse volksbuurt Zuilen en zijn „zo rood als de pieten”. Stemmen doen ze altijd op de PvdA. Ab was vroeger typograaf en Gerda is na de basisschool nooit gaan werken. Ze werd huismoeder en deed soms vrijwilligerswerk.

De overbuurman van het stel, Mikael (42), die sinds zijn zestiende werkt als huisschilder, is aanhanger van PVV-leider Geert Wilders, zegt hij. Maar ook hij heeft geen vertrouwen in de politiek.

Het wantrouwen dat de buurtbewoners hebben, lijkt haaks te staan op de uitkomst dat juist onder laagopgeleiden het vertrouwen in de politiek is gestegen sinds het kabinet-Schoof aantrad. Bijna de helft (49 procent) van die groep heeft meer vertrouwen gekregen in het kabinet-Schoof. Vorig jaar had slechts 17 procent van deze groep vertrouwen in het kabinet. Ook vindt deze groep praktisch opgeleide mensen vaker dan hoogopgeleiden dat het de ‘goede kant op gaat’ met Nederland.

Het vertrouwen is het hoogst (79 procent) onder de aanhangers van de PVV en het minst (9 procent) onder de stemmers van GroenLinks-PvdA, zo bleek woensdag uit onderzoek Prinsjesdagonderzoek van Ipsos I&O, in opdracht van de NOS.

Maar dat zijn statistieken. En dit is een willekeurige steekproef. Gerda Krook herkent de uitkomst niet. De nieuwe gezichten in het kabinet vindt ze maar niets. „Het is allemaal weer wennen en ik vind ze een beetje vreemd”, zegt ze. Ab knikt.

En zo groot is het gemeten vertrouwen onder de gehele bevolking nog niet eens, zo bleek bij Ipsos I&O. Vier op de tien Nederlanders vertrouwen in het huidige kabinet (42 procent) en in de landelijke politiek (44 procent). Vorig jaar was dit nog lager: 24 procent en 33 procent. Nu is het ongeveer even hoog als het vertrouwen in het derde kabinet-Rutte.

Juiste koers?

Opvallend is dat rechtse kiezers van coalitiepartijen vaker vertrouwen hebben in de landelijke politiek. Alleen de PVV-stemmers zijn verdeeld: de ene helft heeft er wel vertrouwen in en de andere helft juist niet. Daarnaast denkt heel Nederland dat het kabinet niet de juiste koers vaart op het gebied van actuele thema’s zoals: economie en bestaanszekerheid, migratie en asiel, de oorlog in Oekraïne, wonen, het stikstofbeleid, het klimaat en de oorlog in de Gazastrook.

De buurtbewoners in de wijk Zuilen zijn het met elkaar eens dat de landelijke politiek niet transparant genoeg is

De buurtbewoners in de wijk Zuilen zijn het met elkaar eens dat de landelijke politiek niet transparant genoeg is, waardoor het nieuwe kabinet hun vertrouwen nog niet heeft gewonnen. Zij vinden dat het kabinet een realistisch tijdsbestek moet presenteren voor plannen in plaats van te beloven dat „alles morgen is opgelost”. Daarom moet het kabinet meer vertellen over wat ze achter de schermen doen, vindt Gerda. Voor Mikael is de landelijke politiek „één en al een poppenkast. Ze beloven dingen die ze niet kunnen waarmaken”, zegt hij.

Een andere buurman, Jeroen (45), die sinds zijn vijftiende werkt in de bouw en onderhoud, vindt dat alle partijen wel goede bedoelingen hebben, maar niet altijd in zijn denkpatroon passen. Daarom bracht hij dit jaar een blanco stem uit. „Stemmen heeft naar mijn gevoel toch niet zo veel zin”, zegt Jeroen. De enige reden dat hij toch wel naar het stembureau is gegaan is om zijn keuzevrijheid als burger in een democratie te voelen.

Het vertrouwen van Mikael is met name aangetast, omdat volgens hem de linkse partijen „nog steeds” bepalen wat er gebeurt in Nederland. Hij vindt het namelijk „ondemocratisch” dat Wilders, op wie hij heeft gestemd, niet minister-president van Nederland is geworden. „De PVV heeft de verkiezingen gewonnen. En ik vind dat oneerlijk.”

Voor Mikael is de landelijke politiek „één en al een poppenkast.”
Jeroen vindt dat alle partijen wel goede bedoelingen hebben, maar dat die niet altijd in zijn denkpatroon passen.

Foto’s Dieuwertje Bravenboer

‘De Nederlander wordt vergeten’

„Veel van mijn vrienden zijn naar Spanje verhuisd, omdat ze de stress veroorzaakt door de Nederlandse overheid niet meer aankonden”, zegt Jeroen. Daarentegen heeft hij „niet zo veel te klagen”, omdat hij een dak boven zijn hoofd heeft en „een lekker lopend” bedrijf heeft. Hij zit vandaag midden in een verbouwing van een huis in Houten.

Net zoals de andere buurtbewoners in Zuilen maakt hij zich wel zorgen over de toekomst van zijn (klein)kinderen als het kabinet van minister-president Dick Schoof blijft bestaan. Volgens de buurtbewoners heeft dat te maken met dat er geen grip is op het groeiende aantal migranten die zouden worden voorgetrokken. „Hoe gaat mijn tienerdochter later een huis krijgen als het zo doorgaat?”, vraagt Mikael zich af.

Ze hebben het gevoel dat de Nederlander wordt vergeten. „Hoezo is Nederland een rijk land als er rijen met mensen voor de voedselbank staan?”, zegt Ab. Oorlogsvluchtelingen zijn hier welkom, maar er is niet genoeg plek om ook economische vluchtelingen op te vangen, vindt Gerda. Ab pakt de afstandsbediening en zet het geluid van de televisie weer aan. „Even verder kijken wat ze nu weer te zeggen hebben.”