Lijstaanvoerders GroenLinks en PvdA: ‘Er is geen liefde voor een sterk Europa’

Het was in de Fortuyn-periode dat ze beiden politiek actief besloten te worden. Omdat de PvdA, na het forse verlies bij de gemeenteraadsverkiezingen in 2002 onder leiding van Ad Melkert, „wel wat steun kon gebruiken”, zegt Mohammed Chahim. Bas Eickhout werd juist fan van GroenLinks-leider Paul Rosemöller „die als enige Pim Fortuyn echt kon uitdagen”.

Nu staan Eickhout en Chahim als nummers 1 en 2 op de gezamenlijke lijst van GroenLinks-PvdA voor de Europese verkiezingen die in Nederland op 6 juni plaatsvinden. Vanzelfsprekend is die gezamenlijke lijst niet: een jaar geleden besloten de partijen, vooral op aandringen van GroenLinks, nog met twee programma’s en lijsten de EU-verkiezingen in te gaan. Maar de Tweede Kamerverkiezingen vorig najaar brachten de samenwerking in een stroomversnelling. En dus zit Eickhout, GroenLinks-Europarlementariër sinds 2009, nu tegenover Chahim, namens de PvdA in het EP sinds 2019, om te praten over hun gezamenlijke programma en plannen.

Die samenwerking, benadrukken beiden, is „cruciaal in de strijd tegen radicaal-rechts”. Maar tegelijk is het best een ingewikkeld verhaal dat ze deze campagne aan de kiezer moeten vertellen. Want hoewel er één lijst en één programma is, splitsen de partijen zich na de verkiezingen weer op in twee verschillende Europese fracties: die van de Sociaaldemocraten en van de Groenen.

En dat ook de twee Nederlandse partijen afgelopen periode nog niet helemaal op één lijn zaten, liet een recente data-analyse van NRC zien: in 15 procent van de gevallen stemden PvdA en GroenLinks in Europa verschillend.

‘Groen doen is juist dé manier om uit het rood te komen!’

Hoe weet de kiezer dan waarvoor hij precies stemt?

Chahim: „Je stemt op GroenLinks-PvdA, en wij gaan ervoor zorgen dat ons gezamenlijke verkiezingsprogramma zo veel mogelijk realiteit wordt in het Europees Parlement. En daarvoor hebben wij twee politieke groepen nodig. De macht die we hebben binnen die twee politieke groepen is een toegevoegde waarde om dat programma ook uit te voeren.”

Voor Chahim en Eickhout voelt de samenwerking als „twee Brabantse bèta’s” sowieso als vanzelfsprekend. Ook omdat ze beiden de afgelopen jaren binnen het Europarlement nauw betrokken waren bij de onderhandelingen over ambitieus klimaatbeleid. Al merkt Chahim binnen zijn partij nog steeds wel eens aversie tegen „het groene verhaal”. „Dan hoor je steeds: ‘je kunt niet groen doen als je rood staat’. Terwijl ik dan zeg: groen doen is juist dé manier om uit het rood te komen!” Zodra het statutair „mocht”, zegt Chahim, werd hij vorig jaar óók lid van GroenLinks.

Bij Eickhout ging die transitie „langzamer”, zegt hij. PvdA’ers vertelden vorig jaar aan NRC dat Eickhout „op de rem” stond bij de Europese samenwerking tussen de partijen, waarna de GroenLinkser erkende te snappen „dat PvdA’ers soms denken: wat doe je nou moeilijk? Ik heb toen gezegd dat ik altijd overal de Europese context moest verklaren”, zegt Eickhout nu – inmiddels ook dubbellid. „En nu krijgen we ook precies die vragen die ik toen voorzag, namelijk: waarom heb je eerst één lijst, en ga je daarna weer splitsen? Dan wordt dat geïnterpreteerd als: hij doet moeilijk. Maar wat ik eigenlijk deed was benadrukken: Europees is die samenwerking tussen groene en sociale democraten écht nog anders.”

Dat is nog steeds zo: in veel EU-landen (bijvoorbeeld Duitsland, België of Oostenrijk) is deze nauwe samenwerking ondenkbaar – laat staan een fusie. De Duitse Groenen, zegt Eickhout, „vinden het echt nog heel spannend wat wij aan het doen zijn”. Maar de uitslag van de Tweede Kamerverkiezingen in november heeft „geholpen”, zegt hij. „Toen Wilders zo groot was geworden, zagen ook de Duitsers: dit moeten jullie doen. Die uitslag heeft in heel Europa heel duidelijk gemaakt: dit is de enige manier om een geloofwaardige stem te zijn tegenover radicaal-rechts.”

Niet met radicaal-rechts

Tot genoegen van Eickhout en Chahim hebben de meeste wat zij noemen „pro-Europese partijen” luid en duidelijk uitgesloten dat zij na de verkiezingen zullen samenwerken met de radicaal-rechtse fracties ID en ECR. Allereerst hun eigen fracties van de Sociaaldemocraten en de Groenen. Inmiddels deed ook Valérie Hayer dat, de lijsttrekker van de Franse liberalen. Dat betekent, zegt Chahim, dat de mogelijkheden voor de christendemocraten om een nieuwe coalitie in het EP te vormen beperkt zijn.

De partij van de zittende Commissievoorzitter Ursula von der Leyen zal volgens peilingen opnieuw de grootste fractie worden. Zij heeft de opties voor politieke samenwerking met de rechtsradicale fractie waarin onder meer de partij van de Italiaanse premier Giorgia Meloni zit nog opengehouden. Chahim: „De christendemocraten staan eigenlijk voor de keuze: willen we samenwerken met pro-Europese krachten of met partijen die Europa willen verzwakken? Nou, ik wens Von der Leyen veel succes.”

Bas Eickhout staat te popelen om hier onmiddellijk iets aan toe te voegen. In de weifelende opstelling van de Europese christendemocraten jegens ‘radicaal-rechts’ ziet hij een grote parallel met de politieke actualiteit in Nederland. „Ik snap de VVD niet”, zegt hij. „Ik snap de VVD echt totáál niet! De VVD is lid van de Europese liberale familie. Die zegt nooít te zullen samenwerken met partijen die Europa willen verzwakken. VVD-lijsttrekker Malik Azmani heeft deze boodschap keihard herhaald: ‘samenwerking met radicaal-rechts is een gevaar voor de Europese democratie’. Daar ben ik het volledig mee eens! Maar hoe kan het dan in godsnaam zo zijn dat de VVD in Nederland doodleuk aan het onderhandelen is met de PVV? Hoe kán dat?! Ook de PVV wil de Europese democratie ondermijnen. En de PVV in de Tweede Kamer slaat gewoon Rusland-propaganda uit. Hoe kun je dan volhouden dat Europese veiligheid zo’n belangrijk verkiezingsthema is?”

Wat zegt Azmani als jullie hem daarop wijzen?

Eickhout: „Hij komt daar nog niet helemaal uit, blijft een beetje sputteren. Dan zegt hij iets als ‘Ik heb het over Europa, niet over Nederland’. Malik weet toch dat Europese politiek door de lidstaten wordt gemaakt? Dat kun je niet zomaar scheiden.”

De twee zeggen geregeld met VVD’ers te spreken over de kabinetsformatie met de PVV, van collega-Europarlementariërs tot wethouders tot oud-Kamerleden.

Wat zeggen zij dan?

Chahim: „We horen dan vooral dat ze zich er ongemakkelijk bij voelen. Ongemakkelijk! Jullie hebben de luxe niet, zeg ik dan, om je ongemak erover te uiten en het daarbij te laten. We hebben het over de kabinetsformatie in Nederland, een heel belangrijke lidstaat van de EU. Jullie hebben als lid van een democratische partij de plicht om de koers bij te sturen, om het niet zover te laten komen dat de VVD voor vier jaar in een kabinet gaat zitten met een partij die Europa van binnenuit wil afbreken.”

Foto Merlijn Doomernik

Als jullie collega’s in Brussel spreken, hoe kijken die naar Nederland?

Eickhout: „Men begrijpt echt die samenwerking met de PVV niet. De Nederlandse verkiezing kwam na de Poolse verkiezing, waarbij de rechts-radicale PIS-partij óók de grootste was geworden. Maar in Polen heeft men gezegd: sorry, de PIS-partij is zó’n ondermijning van onze rechtsstaat, dat is zo fundamenteel dat wij ‘nee’ zeggen. En vervolgens hebben ze gewoon een meerderheid gevonden met andere partijen. Iedereen die ik sprak dacht: Nederland gaat hetzelfde doen, er komt een middenkabinet. Ik moet steeds uitleggen dat de discussie in Nederland nét iets anders loopt. En het wordt gewoon écht niet begrepen.”

Tegelijk is het kiezerspotentieel van de PVV gigantisch en groeit dat volgens peilingen nog steeds. Ook in andere Europese landen groeien dit soort rechtsradicale partijen. Daar moet de EU toch iets mee?

Eickhout: „Absoluut. Maar ik denk ook dat bijna alle kiezers zich zorgen maken over de veiligheid van Europa. Over Poetin en of Trump gaat winnen of niet. En heel veel kiezers willen ook helemaal niet meer uít Europa, en evenmin een verzwakt Europa. Onze opdracht is te laten zien: wat betekent een sterk Europa? Hoe kunnen wij dat ook aantrekkelijk maken? Want er is inderdaad geen liefde voor een sterk Europa. Maar een zwak Europa wil men ook niet.”

GroenLinks-PvdA heeft vorig jaar enthousiast Eurocommissaris Frans Timmermans aangewezen als lijsttrekker voor de Tweede Kamerverkiezingen, in de verwachting dat hij premier zou worden. Hebben jullie het ‘Timmermans-effect’ overschat?

Eickhout: „Ik denk dat we vooral iets hebben ónderschat: de agressie die richting de persoon Timmermans wordt opgeroepen. Van Geert Wilders begrijp ik dat nog wel. Die is gewoon rolvast. Maar dat ook andere partijen daarin meegaan. De VVD en NSC hebben de keuze tussen iemand die de democratie niet serieus neemt – Wilders – en iemand wiens belastingplannen je niet leuk vindt. Je hoort toch ook Omtzigt bij menig debat roepen: de plannen van Timmermans zijn zó verschrikkelijk.”

De vraag was: hebben jullie in de campagne van vorig najaar het ‘Timmermans-effect’ overschat?

Eickhout: „We hebben onderschat dat Wilders de campagne in de laatste weken naar zijn hand wist te zetten. Het ging toen niet meer over de Omtzigt-agenda van goed bestuur en bestaanszekerheid. Iederéén heeft zijn opkomst onderschat. Overigens heeft GroenLinks-PvdA ook gewoon gewonnen hè, we hebben 25 zetels gehaald, meer dan de som der delen.”

Na het vertrek van Timmermans is in Brussel toch een beetje de bijl aan de wortel van zijn ‘Green Deal’ gezet. Had hij niet beter Eurocommissaris kunnen blijven om het Europese klimaatbeleid te redden?

Eickhout: „Ik denk dat hij nu meer effect heeft in Nederland dan toen hij daar zat.”

Echt?

Eickhout probeert het antwoord opnieuw: „Nou, ik denk dat hij nu goed op z’n plek zit in Den Haag. En toen hij vorig jaar uit Brussel vertrok waren de grote stappen voor de ‘Green Deal’ gezet. We zien nu inderdaad wat afzwakkingen. En in de Europese Commissie is de steun voor de ‘Green Deal’ wel heel dun geworden nu, dus daar missen we wel een krachtige stem als die van Timmermans. Dan zou er over het landbouwbeleid bijvoorbeeld wel meer debat zijn geweest. Maar de kern van de‘Green Deal’ staat nog steeds. Het gaat nu meer over de toekomst ervan ná de verkiezingen – daarom zijn deze verkiezingen zo belangrijk.

Maar goed, idealiter had hij zelf ook liever eerst zijn termijn willen afmaken en daarna die stap naar Den Haag gezet, maar het liep anders.”