Lightyear maakt doorstart, ook akkoord over patentrechten: ‘betaalbare zonneauto voor breed publiek’

Vervoer De Brabantse fabrikant van zonneauto’s Lightyear maakt een doorstart. De investeerders bereikten een akkoord over vers kapitaal en de patentrechten, al is ook nog veel onduidelijk.

Het pand van Lightyear in Helmond.
Het pand van Lightyear in Helmond.

Foto Robin van Lonkhuijsen/ANP

Lightyear, de Brabantse fabrikant van elektrische zonne-auto’s, maakt een doorstart. Een groep investeerders heeft niet alleen voldoende kapitaal verzameld om een nieuw en afgeslankt bedrijf op te richten. Er is ook een akkoord over de patentrechten van de zonneauto.

Nu kan het bedrijf waarschijnlijk blijven bouwen aan een „betaalbare auto op zonne-energie voor een breed publiek”. Op 26 januari werd de productieafdeling van Lightyear, veruit de grootste tak van het bedrijf, failliet verklaard.

Een groep financiers onder leiding van de start-upinvesteerder Arnoud Aalbersberg legt nu 8 miljoen euro op tafel. Dat zou een „solide basis” moeten zijn voor een nieuw bedrijf dat gaat werken aan de Lightyear 2, een goedkopere familieauto met zonnepanelen. Die volgt het eerste, duurdere model op dat in november in productie ging.

„Dit toont ons sterke geloof in de bouw van zonneauto’s voor een breed publiek, die slechts beperkt afhankelijk zijn van het elektriciteitsnet”, aldus Aalbersberg in een verklaring op de website van Lightyear. Eerder stelde de investeerder al dat later nog eens 40 tot 45 miljoen euro zou moeten worden ingezameld voor het bedrijf.


Lees ook: Lightyear, producent van zonneauto, liep vast in groeispurt

De doorstart zou plaatsvinden met 100 tot 180 van de 650 medewerkers van de Helmondse autofabrikant. Bij Lightyear werkten voor een deel kenniswerkers die vanuit het buitenland naar het Nederlandse bedrijf waren gekomen. Welke gevolgen de doorstart heeft voor het personeel is nog onbekend. Curator Reinoud van Oeijen van het kantoor Holla, die het faillissement van de productieafdeling van Lightyear behandelt, reageerde maandagmiddag niet op een verzoek om commentaar.

Evenmin is duidelijk wie het doorgestarte bedrijf gaat leiden en wat de rol wordt van het huidige management onder leiding van oprichter Lex Hoefsloot. In de verklaring op de website zegt Hoefsloot: „We beseffen dat de impact op onze medewerkers, investeerders, klanten en leveranciers groot is, maar we hebben geprobeerd de beste weg voor iedereen te vinden.”

Patenten in afgeslankte bedrijf

Lightyear meldde maandag ook dat de patentrechten op de zonneauto worden onderbracht in het nieuwe, afgeslankte bedrijf. De kwestie rond het intellectueel eigendom stond een doorstart enige tijd in de weg.

De patentrechten waren in handen van zes investeerders in Lightyear, waaronder Invest-NL. Dat is het investeringsfonds van het ministerie van Financiën. Invest-NL en de andere betrokken partijen hebben de rechten medio vorig jaar als onderpand gekregen voor een investering van 115 miljoen euro. De betrokken investeerders wilden die niet zo maar afstaan bij een doorstart. Zij hebben er nu alsnog mee ingestemd om het intellectuele eigendom over te dragen aan de nieuwe onderneming.

„Wij hebben gekozen voor de weg vooruit”, zegt Rinke Zonneveld, topman van Invest-NL. „Het afgelopen jaar hebben wij aanzienlijk geïnvesteerd in Lightyear, omdat wij geloven in het potentieel van deze technologie.”

Volgens Zonneveld is de toekomst van het bedrijf nog onzeker. „Het is een ontzettend spannend avontuur. Wij richten ons nu op het in productie nemen van de Lightyear 2. Daarvoor is misschien nog wel 1 miljard euro nodig. Maar ook andere afslagen zijn in de toekomst mogelijk.” Daarbij zou Lightyear ook kunnen gaan samenwerken met een strategische partner, een autoleverancier bijvoorbeeld, of een leverancier van technologie kunnen worden.

De auto met zonnepanelen moet een Nederlands antwoord worden op Tesla van Elon Musk. Lightyear, dat werd opgericht in 2016, groeide het afgelopen jaar sterk. Het bedrijf trok veel nieuwe investeerders, waaronder Invest-NL en SHV, en het nam veel nieuwe medewerkers in dienst. In totaal werd al zo’n 200 miljoen euro in de start-up geïnvesteerd.