‘Het voelt praktisch onmogelijk om een afspraak te maken voor een soa-test”, zegt een 27-jarige homoseksuele man uit Amsterdam over de GGD. „Ook als ik klachten heb. Ook als ik gewaarschuwd ben door een partner.” „Het lukte alleen als ik dingen verzon over mijn seksleven of zei dat ik betaalde voor seks”, zegt Jochem (32) uit Utrecht.
„Het lukt nooit”, vertelt een 30-jarige vrouw uit Amsterdam. „Zelfs niet als je zegt verkracht te zijn zonder condoom.” Dat is ze niet, maar „ik was benieuwd of ik er dan wel doorheen zou komen”. Ze had lichte klachten. Uiteindelijk heeft ze een test online besteld en opgestuurd naar een lab.
Deze donderdag praat een Kamercommissie over de soa-zorg bij de GGD’s. Die staat onder druk, illustreert een rondgang van NRC langs een tiental twintigers en dertigers die er gebruik van maken, en drie van de grootste GGD’s. Die krapte bleek al eind vorig jaar: onderzoeksbureau AEF constateerde toen dat de Centra voor Seksuele Gezondheid, zoals de soapoli’s van de GGD’s heten, het niet meer lukt hun doel te behalen: verspreiding van seksueel overdraagbare aandoeningen onder risicogroepen voorkomen.
De afgelopen jaren worden soa’s steeds meer gevonden. Het aantal gevallen van gonorroe verdubbelde de afgelopen twee jaar. Jongeren gebruiken steeds minder vaak een condoom, bleek eerder dit jaar uit het onderzoek Seks onder je 25e. In 2017 gebruikte nog bijna driekwart van de jongeren een condoom bij de eerste (vaginale) seks. In 2023 is dat gedaald naar tweederde.
„De angst voor soa’s is afgenomen”, zegt Lyle Muns van Soa Aids Nederland. „Vroeger had je de dreiging van hiv/aids, nu is dat goed te voorkomen of te behandelen. Maar er zijn andere soa’s waar je nog steeds veel last van kan krijgen, zoals syfilis.” Soa Aids Nederland en de GGD’s pleiten voor de terugkeer van landelijke publiekscampagnes over ‘veilig’ vrijen – die zijn in 2011 stopgezet.
Huisarts niet populair
In principe kan iedereen voor soa-zorg bij de huisarts terecht. Zo’n tweederde van de soa-consulten vindt daar plaats. Maar de huisarts heeft veel te doen, en daar ontbreekt vaak de juiste kennis, schreef onderzoeksbureau AEF vorig jaar, waardoor sommige huisartsen snel doorverwijzen naar de GGD.
De huisarts blijkt tijdens de rondgang geen populaire optie. Ten eerste omdat de kosten van de testen, vaak honderden euro’s, afgaan van het eigen risico. De testen bij de GGD zijn gratis en anoniem. En vanwege onvrede over de deskundigheid. „Voor een anale swap kreeg ik een vaginaal stokje”, zegt Christiaan (38), een homoseksuele man uit Amsterdam. „Deze was een stuk scherper en gaf een erg onprettig gevoel. Vervolgens moest die nog eens. Je merkt toch dat het een vak apart is.”
Dat bleek ook uit een eerdere evaluatie van AEF: huisartsen bleken nauwelijks anaal te testen, wat bij homomannen vaak wel moet, en 30 procent van de huisartsen schreef gonorroe-medicatie voor waarvan de resistentie al jaren bekend was.
Een 33-jarige homoman uit Het Gooi wil niet naar zijn huisarts voor hiv-preventiepil PrEP, „want dan zou ik haar moeten educaten”. Jochem uit Utrecht, die met PrEP wilde beginnen, kon helemaal niet bij zijn huisarts terecht, „omdat die een bepaalde cursus niet had gehad”. De vrouw uit Amsterdam die online een test bestelde, wilde ook niet naar haar huisarts: „Ik heb een uitstrijkje laten doen bij ’m, dat was al lachwekkend.”
De kennis over soa’s verschilt sterk per huisarts, erkent huisarts Anne Vervoort, lid van de expertgroep seksuele gezondheid bij de wetenschappelijke vereniging voor huisartsen (NHG). „Ik werk in Arnhem en Nijmegen, maar huisartsen in dorpjes zeggen: ik krijg vaak alleen testverzoeken rond dorpsfeesten.”
Veel testen bij de huisarts zijn ‘zekerheidstesten’, zegt Vervoort, dus van mensen die weinig risico hebben gelopen. Mensen met een hoog risico verwijst ze naar de GGD. „Zoals mannen die seks hebben met mannen en onder invloed van drugs. Dat kan je als huisarts niet goed begeleiden. Daarvoor is kennis nodig over de doelgroep, en tijd.” Tijd voor gesprekken over seksualiteitsbeleving of verslaving. „En tijd is kostbaar.”
Mondige burgers
De soa-zorg en seksualiteitshulpverlening van GGD’s wordt door het Rijk betaald via de Regeling aanvullende seksuele gezondheidszorg (ASG). Dat gaat om ruim 40 miljoen euro per jaar en is bedoeld voor mensen onder de 25 jaar en hoogrisicogroepen zoals mannen die seks hebben met mannen, sekswerkers en mensen uit landen waar veel soa’s voorkomen. Ook moeten mensen daar terecht kunnen die zijn gewaarschuwd door een partner, klachten hebben of slachtoffer zijn van seksueel geweld.
In de praktijk kan nog maar de helft van de mensen uit die groepen bij de GGD’s terecht, zag onderzoeksbureau AEF. Dat zijn voornamelijk mondige burgers die het systeem goed kennen. Voor anderen is dan minder plek. Op deze manier kan de regeling bijdragen aan het vergroten van gezondheidsverschillen, aldus AEF.
Lees ook
Toename soabesmettingen: ‘Sinds ik een spiraal heb, ben ik lakser
Uit de rondgang blijkt inderdaad dat veel mensen het systeem proberen te ‘hacken’. „Eerst werkte het om te zeggen dat je symptomen had, maar later niet meer”, zegt Pieter (34) uit Amsterdam, in wiens vriendenkring „tips en tricks” rondgaan om een afspraak te krijgen. „Het beste werkt om ’s ochtends vroeg een afspraak te boeken. In de middag ben je kansloos. Volgens mij zetten ze elke ochtend de teller op nul.” Iemand anders boekt altijd ’s nachts.
Gek genoeg werkt het soms om ‘hetero’ in te vullen, ondervonden sommigen. Zo lukte het een 26-jarige masterstudent uit Italië eerst niet om een afspraak te maken, ook al waarschuwde een sekspartner dat hij gonorroe had en had de student afscheiding. Toen een vriendin wel een afspraak kreeg, vulde hij ‘heteroseksueel’ in en kwam hij wel binnen.
„We wijzen momenteel 70 procent van de aanvragen af”, zegt Elske Hoornenborg, hoofd van het Centrum voor Seksuele Gezondheid (CSG) in Amsterdam. Dat het mensen soms wel en soms niet lukt om een afspraak te krijgen, komt doordat de GGD verschillende ‘bakjes’ heeft voor verschillende groepen. „Soms is in het ene bakje nog een plekje vrij.” Overigens kan iemand die slachtoffer is van seksueel geweld altijd terecht, zegt een woordvoerder van GGD Amsterdam. „Dat kan ook door het Centrum Seksueel Geweld te bellen.” Dat het een vrouw niet lukte via het formulier zou niet moeten kunnen, zegt ze. „Dat signaal is niet bij ons bekend.”
Efficiënter testen
De krapte bij de GGD’s ontstond vanaf 2015 – zij moesten efficiënter gaan werken. Sindsdien geldt een plafond voor het soabudget. Het aantal soa-consulten was sinds het begin van (de voorloper van) de ASG-regeling in 2006 verdubbeld naar zo’n 140.000.
„Sindsdien moeten we keuzes maken”, zegt Colette van Bokhoven-Rombouts van GGD Gelderland-Zuid. „Wie ga je wel en niet meer zien? We zien dat terug in het vindpercentage: dat is in onze regio met 10 procent gestegen.” Landelijk ligt het vindpercentage – het aandeel positieve testen – op 21 procent, maar dat kan ook komen doordat soa’s vaker voorkomen.
Gelderland-Zuid wijst mensen de deur waarvoor de ASG-regeling oorspronkelijk wel bedoeld is. „Al heel lang laten we geen heteroseksuele jongeren vanaf 23 jaar meer toe. De GGD in Nijmegen werd overstroomd met studenten, die zit naast de universiteit, maar onder hen zagen we niet veel soa”, zegt Van Bokhoven-Rombouts. „Vervolgens zijn we terughoudend geworden met ‘oudere’ heteroseksuele mensen zien die klachten hebben of geïnformeerd zijn door partners. Die verwijzen we sneller door naar de huisarts of particuliere aanbieders.” De GGD richt zich nu op jongeren, sekswerkers, homomannen en praktisch opgeleiden.
GGD Regio Utrecht probeert mensen aan te spreken op hun eigen verantwoordelijkheid, zegt medisch coördinator Mark van den Elshout. „Als we er op het consult achter komen dat iemand niet eerlijk is geweest bij de aanmelding, zeggen we: dat jij hier nu zit, betekent dat iemand in een kwetsbare positie geen plek heeft.”
Om kosten te besparen doen GGD’s een groter deel van het consult online of sturen ze tests op. Of ze laten de swaps door de cliënt zelf afnemen op de poli; op de wc hangen posters of schermen met uitleg. Zo is er wel minder persoonlijk contact, en dus minder gelegenheid om het gesprek aan te gaan over seksueel gedrag, aldus het AEF-rapport, zoals over condoomgebruik of seksueel grensoverschrijdend gedrag.
Ondanks de krapte is het aantal soa-consulten de afgelopen tien jaar gestegen, afgezien van een Covid-dip. Het waren er 170.000 in 2023. Daar zitten 30.000 consulten bij voor de mensen die hiv-preventiepil PrEP krijgen via de GGD.
Andere activiteiten komen in de verdrukking, zoals het bereiken van kwetsbare groepen. GGD’s doen dat nog wel. Zo gaan medewerkers van GGD Regio Utrecht naar onvergunde sekswerkplekken en onderhouden ze contacten met ‘ketenpartners’ zoals jongerenwerkers of azc’s. GGD Amsterdam houdt spreekuren in wijken buiten het centrum, vooral gericht op jongeren en mensen met een praktische opleiding, zegt Elske Hoornenborg. „Of als ongedocumenteerden voorlichting of hebben, zijn wij daar ook.” Dat is dure zorg. „We zijn de hele dag aan het nadenken: wat doen we wel, wat niet?”, zegt ze. „De hele dag schrappen we dingen van het lijstje.”