Levendige discussies over racisme in de middeleeuwse karavaansteden

Geschiedenis Bibliotheken in de Sahel herbergen grote verzamelingen oude Arabische wetenschappelijke teksten. Bestudering biedt nieuw inzicht in de geschiedenis van racisme in West-Afrika.

Antropoloog Yahya ould al Barra (links) met directeur Bechiry ould Mohamed in de bibliotheek van van het IMRS in Nouakchott.
Antropoloog Yahya ould al Barra (links) met directeur Bechiry ould Mohamed in de bibliotheek van van het IMRS in Nouakchott.

Foto Gerbert van der Aa

Abdoullah ould Ghoulam trekt zachte witte handschoenen aan voordat hij het boek uit de kast haalt. „Dit manuscript is heel kostbaar”, zegt hij in de Habott bibliotheek in Chinguetti, een oude karavaanstad in het West-Afrikaanse Mauritanië. Termieten hebben gaten in het papier geknaagd, de lederen kaft valt bijna uit elkaar. Maar het grootse deel van de Arabische tekst is nog goed leesbaar. „Dit is een boek van Ibn Rushd”, zegt Ould Ghoulam. „Bij jullie in Europa bekend onder de naam Averroes. Het origineel stamt uit de twaalfde eeuw. Deze kopie is rond 1800 hier in Chinguetti gemaakt, met pen en papier.”

Overal in de Sahel, de overgangszone tussen het tropisch regenwoud en de Sahara, zijn bibliotheken met grote verzamelingen oude Arabische wetenschappelijke teksten. De trans-Saharahandel legde daarvoor vanaf ongeveer het jaar 1000 de basis. Behalve kamelen met handelswaar reisden zo ook de islam en Arabische geschriften vanuit Noord-Afrika naar het zuiden. Net zoals onder meer Timboektoe, in buurland Mali, ontwikkelde Chinguetti zich tot een wetenschappelijk centrum. „Geleerden en studenten kwamen hier samen”, vertelt Ould Ghoulam. „Ze kopieerden werken van anderen of schreven zelf verhandelingen.”

Behalve over religie, sterrenkunde, wiskunde en geneeskunde publiceerden lokale wetenschappers vanaf ongeveer 1500 maatschappelijke beschouwingen over onder meer racisme. De Sahel is een gebied waar lichtgekleurde bevolkingsgroepen van Noord-Afrikaanse origine samenleven met meer donkergekleurde bevolkingsgroepen uit zuidelijkere delen van het continent.

Zacht gezegd waren de onderlinge verhoudingen niet altijd goed

Abdoullah ould Ghoulam Habott bibliotheek

„Zacht gezegd waren de onderlinge verhoudingen niet altijd goed”, zegt Ould Ghoulam. „Vaak was er oorlog.” De Almoraviden, gearabiseerde Berbers uit het huidige Mauritanië die in de elfde eeuw een rijk vestigden dat zich uitstrekte tot in Spanje, hadden hun thuisbasis in de oase Azougui vlak bij Chinguetti. Ze onderwierpen onder meer het oude Ghana-imperium met de hoofdstad Koubi Saleh. Met argumenten uit de Koran en de hadith (verhalen over het leven van de profeet Mohammed) probeerden lokale geleerden de veroveringen te rechtvaardigen. Om zichzelf te onderscheiden van zwarten noemden de gearabiseerde Berbers zichzelf beydan, het meervoud van ‘wit’ in het Arabisch, een naam die ze tot op de dag van vandaag gebruiken. Donker gekleurde bevolkingsgroepen noemden ze sudan, het Arabische meervoud van zwart.

De Arabische teksten uit de Sahel hebben grote cultuurhistorische waarde. Tot de komst van de islam en de daarmee gepaard gaande arabisering, was bijna de hele bevolking analfabeet. Alleen de Toearegs hadden een eigen schrift (tifinagh), maar dat gebruikte waarschijnlijk bijna niemand in de Sahel. De inscripties op rotswanden die in deze taal bewaard zijn gebleven, stammen vrijwel allemaal uit gebieden ten noorden van de Sahara.

Daardoor zijn oude Arabische teksten, waarvan er verspreid over de hele Sahel zeker een miljoen bewaard zijn, de enig overgebleven geschreven historische bronnen. Sommige bestaan uit niet meer dan een pagina met aantekeningen, soms geschreven op een gazellehuid. Bestudering van deze lang genegeerde teksten biedt nieuw inzicht in de cultuurgeschiedenis van de regio.

De conservator van de Habott bibliotheek in Chinguetti toont een door termieten aangevreten manuscript van Ibn Rushd.

Foto Gerbert van der Aa

Raciale spanningen

De manuscripten zaaien onder meer twijfel over de stelling dat racisme van wit versus zwart een koloniale uitvinding is, zoals de invloedrijke Indiaas-Oegandese antropoloog Mahmood Mamdani beweert. Volgens Mamdani, verbonden aan de Amerikaanse Columbia Universiteit, wortelen de huidige raciale spanningen in onder meer Rwanda en Soedan in de import van westerse ideeën. Critici betwijfelen dat, waaronder de Canadese historicus Bruce Hall. Arabische teksten uit onder meer Mauritanië laten zien dat racisme van wit tegenover zwart al ver voor de kolonisering door Frankrijk, vanaf ongeveer 1900, wijdverbreid was in de Sahel.

Wetenschappers in de Sahel lieten zich inspireren door Arabische collega’s uit Noord-Afrika en het Midden-Oosten. „Met name Ibn Khaldun was invloedrijk”, zegt Bruce Hall, een van de grootste kenners van de Arabische manuscripten uit de Sahel. Net als andere Arabische geleerden was Ibn Khaldun, die in de veertiende eeuw leefde en onder meer in Tunesië en Syrië doceerde, van mening dat het zwarte ras minderwaardig was. „Ibn Khaldun schreef onder meer dat zwarten op domme dieren lijken. Zowel qua uiterlijk als in hun manieren.”

In zijn veelgeprezen boek A History of Race in Muslim West Africa doet Hall, verbonden aan de Amerikaanse Berkeley universiteit, verslag van vier eeuwen racisme in de Sahel. Onderzoek van Arabische manuscripten uit onder meer Mali en Mauritanië vormt de basis van zijn onderzoek. „Behalve Ibn Khaldun was ook de Egyptische geleerde Al Suyuti invloedrijk”, vertelt Hall. Al Suyuti, die een eeuw later leefde dan Ibn Khaldun, schreef op een positieve manier over raciale verschillen. „Vergeleken met witten waren zwarten volgens hem moedig, sterk, gastvrij en vrolijk.”

Onder lokale geleerden was discussie over de vraag in hoeverre witte en zwarte bevolkingsgroepen gelijke rechten hadden. „Al Suyuti beweerde dat zwarten door bekering tot de islam hetzelfde beschavingsniveau konden bereiken als witte bevolkingsgroepen”, zegt Hall. Andere wetenschappers waren het daar niet mee eens. Al Maghili, die net als Al Suyuti in de vijftiende eeuw leefde en woonde in het huidige Algerije, was een van de invloedrijkste vertegenwoordigers van een meer intolerante benadering. „Al Maghili geloofde niet dat zwarten beschaving kon worden bijgebracht. Ook als ze zich bekeerden, bleven ze volgens hem inferieur aan witten.”

Slavenhandel

Geleerden in de Sahel borduurden in de eeuwen daarna voort op de ideeën van collega’s elders in de islamitische wereld. Ze vroegen zich onder meer af of zwarten onder alle omstandigheden tot slaaf gemaakt konden worden. Deze vraag was belangrijk omdat de slavenhandel al vanaf de Romeinse tijd een belangrijke inkomstenbron was voor met name witte bevolkingsgroepen in de Sahel. Een deel van de slaven hielden ze voor eigen gebruik, de rest dreven ze als vee dwars door de Sahara naar Noord-Afrika. In Marokkaanse steden als Guelmim en Marrakech verkochten ze de menselijke handelswaar met winst.

Moslims mocht je niet als slaaf gevangen nemen, vonden vrijwel alle geleerden in de Sahel. Maar voor zwarte moslims maakten ze vaak een uitzondering, waardoor die vaak wel als slaaf verhandeld werden. Ahmed Baba, een beroemde geleerde uit het Malinese Timboektoe, schreef begin zeventiende eeuw op basis van islamitische wetteksten dat dit niet was toegestaan. Sharif Hama Allah, een geleerde uit de stad Tichitt in Mauritanië, was het daar niet mee eens. Hij vond dat een zwarte altijd een slaaf bleef, ook als hij of zij zich bekeerd had.

Het niveau was vergelijkbaar met Europese universiteiten uit die tijd

Yahya ould al Barra antropoloog

De discussies zorgden voor een bruisend wetenschappelijk klimaat in Chinguetti. „Het niveau was vergelijkbaar met Europese universiteiten uit die tijd”, zegt antropoloog Yahya ould al Barra, een van de belangrijkste Mauritaanse kenners van oude Arabische manuscripten. Er was veel uitwisseling met andere wetenschappelijke centra. Behalve in Chinguetti kwamen geleerden ook samen in andere Mauritaanse karavaansteden , zoals Oualata, Tichit en Ouadane. „Ook was er intensieve uitwisseling met steden als Fes in Marokko en Sokoto in Nigeria.”

In zijn woning in de Mauritaanse hoofdstad Nouakchott zit Al Barra op een tapijt op de grond. Op een gasbrander zet hij thee en smeert broodjes met dadelpasta. „Gekocht tijdens een recent wetenschappelijk congres in Marokko.” Dat geleerden in de Sahel racisme van wit tegenover zwart al in de Middeleeuwen ter discussie stelden bewijst volgens Al Barra, die linguïstiek doceert aan de Universiteit van Nouakchott, hoe vooruitstrevend het wetenschappelijke klimaat was. „In Amerika en Europa werd racisme pas rond 1900 serieus ter discussie gesteld. In Mauritanië deden we dat al driehonderd jaar eerder.” Lokale geleerden hadden overigens geen equivalent voor het woord racisme (de term is pas een eeuw oud), maar maakten onderscheid tussen wit en zwart met Arabische woorden als ’irq (ras), qawm (volk) en qabila (stam).

De Ahmed Mahmoud bibliotheek in Chinguetti.

Foto Gerbert van der Aa

Menselijke natuur

Dat racisme een koloniale uitvinding is, zoals zijn collega Mamdani beweert, is volgens al Barra onhoudbaar. „Ik denk dat racisme intrinsiek verbonden is met de menselijke natuur. Als antropoloog weet ik als geen ander dat beschavingen overal ter wereld de neiging hebben mensen in te delen op basis van raciale kenmerken. De eigen soort staat altijd bovenaan de ladder van de beschaving.”

Timboektoe herbergde jarenlang de grootste verzameling Arabische manuscripten in de Sahel. Sinds jihadisten gelieerd aan Al-Qaida in 2012 het noorden van het land bezetten zijn ruim 300.000 manuscripten verplaatst naar de Malinese hoofdstad Bamako, uit angst dat ze anders verloren zouden gaan. Onder meer het Nederlandse Prins Claus Fonds financierde de evacuatie, waarvoor westerse geldschieters meer dan een half miljoen euro bijeenbrachten. In zijn boek The Bad-Ass Librairians of Timbuktu schrijft de Amerikaanse journalist Joshua Hammer dat een deel van dat geld werd gebruikt om jihadisten om te kopen. Anders zouden ze de manuscripten niet doorlaten.


Lees over de verplaatsing van manuscripten: Timboektoe wil zijn beroemde manuscripten terug

Ook Mauritanië krijgt financiële steun voor de conservering van manuscripten, al vormen jihadisten hier geen probleem. Onder meer Alesco (Arab League Educational, Scientific and Cultural Organization), het Arabische equivalent van de VN-organisatie voor bescherming van cultureel erfgoed Unesco, biedt financiële steun. Ook ontvangt Mauritanië geld uit onder meer Italië, Spanje en Duitsland om manuscripten te conserveren, restaureren en digitaliseren.

Tot diep in de woestijn staat het geschreven woord in hoog aanzien

Bechiry ould Mohamed IMRS

Het Institut Mauritanien de Recherches Scientifique (IMRS) in Nouakchott coördineert de initiatieven. „We hebben al 56.000 teksten gecatalogiseerd”, zegt Bechiry ould Mohamed, directeur cultureel erfgoed van het IMRS. „Maar ik weet zeker dat er nog veel meer is.” Volgens Ould Mohamed hebben veel Mauritaanse families een omvangrijke boekenverzameling. „Nomadenfamilies slepen soms al generaties lang koffers vol oude teksten met zich mee. Tot diep in de woestijn staat het geschreven woord in hoog aanzien.”

Tentenkampen met studenten

In zijn kantoor in Nouakchott vertelt Ould Mohamed dat er in Mauritanië geen universiteiten waren zoals in Europa. Wetenschappers kwamen meestal samen in moskeeën. Studenten kregen kost en inwoning bij geleerden thuis, waar ze vaak jaren bleven hangen. „Soms ontstonden er hele tentenkampen met studenten midden in de woestijn.” Onder meer de woning van cheikh Mohamed Fadel, in de woestijn ten noorden van Chinguetti, groeide zo in de negentiende eeuw uit tot een wetenschappelijk centrum.

Door de vele hoogstaande publicaties kreeg Chinguetti de bijnaam ‘zevende stad van de islam’. „Geleerden uit Mauritanië hadden in de hele Arabische wereld aanzien”, zegt Ould Mohamed. Huidskleur was onder geleerden opmerkelijk genoeg van ondergeschikt belang. Zwarte wetenschappers die excelleerden, kregen in de loop van hun leven vaak vanzelf het predikaat wit. Ze zouden verre witte voorouders hadden gehad, die door huwelijken met zwarten donkerder nageslacht hadden gekregen. Niet huidskleur maar intellectuele kennis bepaalde in dat geval tot welk ras iemand behoorde.