Leuk geprobeerd, Polestar, maar wat een slecht idee om geen achterruit te hebben

Er zijn van die zekerheden. Een lichaam heeft armen en benen, een gesloten auto een cabine met een voor- en achterruit. Maar de mens is hoogmoedig. Natuur en logica zitten zijn zelfbeeld en zijn fantasie maar in de weg. Hij wil graag ook een beetje God zijn. Daarom snijdt hij om religieuze of esthetische redenen sinds mensenheugenis met vrucht in lichaamsdelen – en komt Polestar, zustermerk van Volvo, met een auto zonder achterruit.

De Polestar 4, gelastte het stijlconcept, zou een coupélijn met een bijbehorend sterk aflopend dak krijgen. Tegelijkertijd moest, om de hoofdruimte achterin niet te beknotten, de daklijn langer horizontaal doorlopen. En voor de lichtinval moest er een tot ver naar achteren getrokken glazen panoramadak komen. Daardoor schoof de obligate verstevigingsdwarsbalk boven de hoofden van de achterpassagiers noodgedwongen op naar het gebied waar normaal de achterruit begint. Zo bleef voor glas zo weinig ruimte over dat Polestar het besloot te schrappen. Het stijlgevoel bedwong het verstand. En dat in nuchter Zweden, waar bij Saab en Volvo veiligheid altijd voor schoonheid ging.

De visuele repercussies vallen mee. Via een camera achter op het dak worden inkomende beelden geprojecteerd op een digitale binnenspiegel met een uitstekende beeldkwaliteit. Achteruit inparkeren is minder gecompliceerd dan ik vreesde. En je kunt de Polestar moeilijk beroerd zicht verwijten als bijna alle nieuwe auto’s dat gebrek vertonen. In veel auto’s met achterruit is het zicht schuin en recht naar achteren door de enorme dode hoeken en het door hoofdsteunen versperde uitzicht nauwelijks beter.

Toch blijft de bottomline: sorry, we hebben het geprobeerd, maar de ruit kon er gewoon niet in. Polestar is de kelner die een leeg bord serveert met het excuus dat de bestelde biefstuk niet op het designbord paste. Dit is gestileerde onmacht.

Afbeelding met meerdere focuspunten die samen een verhaal vormenZoom in voor alle details van de Polestar 4Klik op de punten voor uitleg over de detailsMerlijn Doomernik

Dan de veiligheidsvragen. Wat als de digitale spiegel uitvalt of de camera met sneeuw bedekt raakt? ’s Winters de achterruit afkrabben hoeft niet meer, maar het sneeuwvrij maken van de lastig bereikbare camera is een weinig aanlokkelijk alternatief. Ik nam voor na het uitgraven maar een zakdoekje mee om de lenzen schoon te deppen, wetend hoe beroerd vervuilde camera’s en sensoren ’s winters functioneren. Leuk geprobeerd, Polestar, slecht idee – hoewel de techniek me niet in de steek liet. Normale auto’s hebben een achterruit, en zo riant werd die hoofdruimte achterin nu ook weer niet. Mijn vurige wens met een besneeuwde achterkant te worden aangehouden ging helaas niet in vervulling. Hoe graag had ik gezegd: niks te krabben, oom agent, zit geen ruit in, hahahahaha. Truckers tekenden wel woest flitsend protest aan tegen de veronderstelde schoonmaakweigeraar.

Meesterlijk meubilair

Zijn visuele handicap steekt schrijnend bij zijn kwaliteiten af, zijn zitcomfort en actieradius. Het meesterlijke meubilair is van Volvo, de 100 kWh-accu een vrijwel onuitputtelijke energiebron. Na een reis van 200 kilometer arriveer ik met 396 km restbereik. 500 kilometer haal je met de Polestar 4, al is hij niet de zuinigste, ook in de winter dus altijd en dat is mega. Het veercomfort valt ondanks de te grote wielen en de lage banden mee, terwijl de bandenspanning torenhoog op 2,9 bar staat, vast ook om de met 2.300 kilo veel te zware auto nog een beetje overeind te houden. Vreemd trouwens hoe onsmakelijk benauwd de wielen door de fijnproevers van Polestar in hun krappe kasten zijn gepropt. Ze steken als appels in de bek van een speenvarken op een middeleeuws vreetgelag. Maar kleiner dan 20 inch krijg je ze bij deze auto niet.

Dit zijn ze dus, de camera-ogen die het zicht naar achteren garanderen. Wel eerst even opgraven na een sneeuwbui.
Het enige voordeel van geen achterruit is dat je de bagageruimte tot de nok kunt volstouwen zonder nadelige gevolgen voor het uitzicht.
Typisch Scandinavische luxe: stoelverwarming achterin, te bedienen via een apart display tussen de voorstoelen.
Hier had dus de achterruit moeten zitten, en zo te zien had Polestar er in eerste instantie wel een gat voor vrijgemaakt.

Foto’s Merlijn Doomernik

Het vermogen is met 272 pk ruim voldoende, het interieurdesign mooi clean, het leer echt, de afwerking voortreffelijk, de kofferbak ruim met voor de laadkabel een mooi diep vak onder de laadvloer. De ontwaseming kan beter. Voor- en zijruiten blijven bij kou te lang beslagen, en de online update voor het voorverwarmen van de accu kwam te laat. Maar het touchscreen is prettig overzichtelijk met snelkoppelingen voor het uitschakelen van waarschuwingspiepjes en het inschakelen van de stuur- en spiegelbediening – die à la Tesla irritant omslachtig plaatsvinden via onprettig aanvoelende scrollers op het stuur. Scheelt weer twee palletjes en Polestar heeft tegen de natuur in de fysieke knoppen uitgebannen. Alleen een gecombineerde volume- annex pauzeknop ontkwam aan die beeldenstorm. Gaan ze op terugkomen, en die achterruit zie ik ook nog wel ontsneuvelen. Niet alle innovatie is vooruitgang, Polestar.