Let op! Voor je het weet is het begin van de lente weer voorbij

Japke-d. denkt mee Eigenlijk heeft een schijthekel aan de lente. Maar dat moment dat het voor het eerst lente is, wil ze niet missen. „Dat moment van zwaartekracht naar opwaartse kracht.”


Illlustratie Tomas Schats

Jaja, rustig maar, ik zou deze week over de datingprofielen van vrouwen schrijven. Ik had het beloofd. Maar de lente komt eraan en die wijkt voor niemand. Ik verwacht haar nu elke dag. Daar mag je als columnist niks tussen laten komen.

En dan bedoel ik niet de krokussen, de sneeuwklokjes, de merel die alweer zingt, de koolmezen, en het februari-licht – dat is er allemaal alweer een paar weken.

Nee, dan bedoel ik dat ene daverende moment dat je wéét dat het weer lente geworden is. Dat je het voelt, dat je het ziet, dat je het ruikt – die kleur, die geur dat vanaf nu alles weer veranderd is – het moment dat dat in al z’n grootsheid op je af komt denderen.

Begrijp me niet verkeerd, ik heb een schijthekel aan de lente. Want de lente is natuurlijk vooral een voorbode van de zomer, en ik haat de zomer.

Tuurlijk, even is het heerlijk, de lente. Dat het weer langer licht is en de zon weer af en toe schijnt, dat je ’s nachts geen tien dekens meer nodig hebt. Maar al heel snel wordt het weer allemaal veel te veel en moeten de parasols weer open.

Veel te lang licht. Veel te schel licht. Veel te heet, gedoe in de stad. Festivals, foodtrucks, overvolle terrassen, toeristen, dranghekken en de hele dag buren in de tuin – ik zie er elk jaar weer zo tegenop.

Je móét ook altijd van alles, in de zomer. Eropuit, fietsen, padellen, picknicken, naar het strand, ‘lekker naar buiten’, dingen plannen. Overal is wat te doen en als je niet meedoet mis je van alles. Gezellig binnen zitten met de gordijnen dicht is er niet meer bij.

De hysterie ook, van de lente. Met die ontluikende natuur. Omhoogschietende planten, exploderende bloesems, wild groeiende bossen aan de waterkant, dieren die achter elkaar aan zitten, feromonen in de lucht – get a room.

Ik ben altijd zo blij als de herfst weer begint. Als de decibellen weer worden teruggeschroefd, de deuren weer dicht gaan en de nostalgie begint van het weer vroeger donker worden. Het is ook zoveel fijner om alles weer een beetje af te kunnen bouwen dan al die onrustige uitbundigheid. Dit is dus zeker geen ‘ode aan de lente’-column.

En toch. Toen vorige week een goede vriend van me zei: „Ik ben zo druk de laatste tijd, ik hoop niet dat ik de lente mis”, wist ik meteen wat hij bedoelde. Hij bedoelde dat ene moment dat alles goed maakt, dat ene moment dat zelfs ik niet kan weerstaan. Dat ene moment van de kou uit de lucht, voor het eerst sinds maanden. Dat ene moment van zwaartekracht naar opwaartse kracht. Van duister naar beter.

Het zal wel weer iets chemisch zijn, net als verliefdheid een chemische reactie is. Iets met pollen, draaiende straalstromen, en de stand van de maan – ik zal het Gerrit Hiemstra eens vragen. Maar net als met een verliefdheid wéét je het, als het je overkomt. En is de kracht ervan niet te ontkennen.

En zo dacht ik dit jaar: laat ik dat moment eens eren, en het niet, zoals ik met al die 53 lentes hiervoor deed, lafjes aan me voorbij laten gaan.

Let dus goed op, de komende dagen, of het er al is, dat moment. Sluit je ogen, steek je neus in de lucht en laat het niet ontsnappen. Dat moment van ‘wat er ook gebeurt, de lente is begonnen’.

En ze wacht op niemand.

Hoe was jouw week? Tips voor Japke-d. Bouma via Twitter op @Japked