Lesley en Madelaine mogen de trucks vol jonge kalveren geen moment uit het oog verliezen

Samen met twee andere teams is Eyes on Animals onderweg van Frankrijk naar Nederland. Het is woensdag 27 maart, en elk team houdt een truck volgeladen met jonge kalveren in de gaten. De kalveren zijn al twee dagen onderweg vanuit Ierland. Hun reis zal eindigen in een stal van een kalverhouderij. Op de dag dat ze, zo rond de jaarwisseling, naar de slacht zullen worden gebracht hebben ze de zon nooit gezien. De wind nooit gevoeld. Ze zullen niet weten wat rennen is.

Eyes on Animals is een stichting die ernaar streeft het lijden van vee waar mogelijk te verkleinen. Dat doet ze door voorlichting te geven aan transporteurs, medewerkers van slachthuizen, kippenvangers en de snelwegpolitie. En verder neemt ze waar, zoals vandaag. Lesley Moffat richtte Eyes on Animals in 2009 op en startte de stichting met vrijwilligers. Inmiddels worden er een paar krachten betaald, zoals Madelaine Looije die vandaag samen met Moffat een team vormt.

„We geven advies”, zegt Looije terwijl ze de auto over de Belgische snelweg in de richting van de Franse grens stuurt. „We willen dat er een einde komt aan de intensieve veehouderij en de uitbuiting van dieren die daarmee gepaard gaat.” Moffat knikt vanaf de bijrijdersstoel. „We houden de dieren en hun welzijn in de gaten”, vult ze aan, „we rapporteren, we adviseren, maar we blokkeren niet.”

Vanaf eind februari tot ver in april maken honderdduizenden kalveren de oversteek van Ierland naar het vasteland. Ierland is een grote producent van zuivel. Jaarlijks worden er meer dan een miljoen kalfjes geboren. Daarvan zijn alle stiertjes en tweederde van de vrouwelijke dieren overtollig. In Ierland zelf hebben ze er geen plek voor. Maar de rest van Europa wil ze graag. Vooral Nederland. De nog ongespeende kalfjes zijn erg goedkoop – de prijzen beginnen bij 5 euro per dier. Ze worden per bulk verkocht. De Nederlandse familie Van Drie – toptien in de Quote 500 – is hoofdimporteur van Ierse kalveren. In hun stallen worden de dieren in zeer kleine hokken en op kale vloeren vet gevoerd om ten slotte te verdwijnen in een Oostenrijkse schnitzel.

De kalveren worden, vaak nog geen drie weken oud, bijeengebracht op een van de grote Ierse veemarkten waar ze worden geveild. Vanaf die markt worden ze vervoerd naar een exportstal, een speciale stal bestemd voor dieren die naar het buitenland reizen. Als ze daar aankomen, zijn ze al minstens twaalf uur onderweg. De reis van hun boerderij naar de veemarkt, de veemarkt zelf waar ze soms een dag staan, gevolgd door het transport van die markt naar de exportstal. Waarschijnlijk krijgen ze in die exportstal melk, maar Moffat vertelt dat Eyes on Animals aan de poort steevast wordt geweigerd, dus zeker weten doet ze het niet. De volgende stap in de keten is dat de kalveren vanuit die exportstal in een truck worden geladen, drie verdiepingen hoog – honderd kalfjes per verdieping, om naar de haven van Rosslare in het zuidoosten van Ierland te worden vervoerd. Die tocht in de veewagen duurt een aantal uren en het wachten op de veerboot ook. De overtocht naar Frankrijk zelf duurt achttien uur. Al die tijd, van de exportstal tot de tussenstop in Cherbourg in Normandië krijgen de kalveren niets te eten en te drinken. Als ze in Cherbourg aankomen, is er al minimaal vijfentwintig uur verstreken zonder voeding.

Dood

„Normaal drinkt een kalf elke drie tot vier uur bij de moeder, zo’n tien tot twaalf liter per dag. Maar deze dieren krijgen ruim een etmaal helemaal niets. Soms zijn ze bij aankomst in Cherbourg al dood, maar de meeste leven nog, voordat ze sterven moeten ze eerst lang lijden”, zegt Moffat.

De wet schrijft voor dat kalveren elke negentien uur moeten worden gevoed met melk, maar alleen de oversteek zelf duurt al achttien uur dus feitelijk is iedere chauffeur op weg naar het vasteland in overtreding en daarom doen Moffat en Looije dit werk, bijgestaan door waarnemers in Ierland en Frankrijk. Zo coveren ze de hele route van meerdere trucks om daarna de overtredingen te kunnen melden bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. De NVWA zelf volgt nooit de gehele route omdat ze alleen in Nederland inspecteert, waardoor ze ook niet weet wat zich op de tussenstations en onderweg in de trucks precies afspeelt.

Wat er bij aankomst in de Franse haven Cherbourg met de kalfjes gebeurt weten we inmiddels wel, dankzij beelden die Zembla uitzond in 2023. Te zien is hoe kalveren worden geschopt, hoe ze aan één poot over de vloer worden getrokken, hoe er op ze wordt gestampt en hoe er zelfs met ze wordt gegooid.

„Moet je je voorstellen”, zegt Moffat, „er zijn daar drie, misschien vier, personen die tweeduizend kalveren moeten voeden. Dat gaat niet. Ze hebben te maken met heel jonge dieren, baby’s feitelijk, die alle kanten op stuiven en die aan de kleren, handen en spullen van de verzorgers zuigen. Ze hebben honger, ze zoeken hun moeder in de chaos, en die mannen raken door de tijdsdruk geïrriteerd en lossen het op met slaan, schoppen en smijten.”

Moffat en Looije volgen op die bewuste 27 maart een van de trucks die door Ierse collega’s zijn gesignaleerd en gefotografeerd in de haven van Rosslare. Daar hebben de trucks vol kalveren vier uur stilgestaan voordat ze aan boord konden.

In Cherbourg zag het Franse team hoe de kalveren op 26 maart, ruim 22 uur na vertrek van de veerboot uit Ierland, werden uitgeladen op de controlepost om te worden gevoed en hoe ze na dertien uur rust weer werden ingeladen.


Foto’s Hedayatullah Amid

Niks te verbergen

Moffat en Looije houden met een verrekijker vanaf een parkeerplaats in de buurt van Arras, vijftig kilometer ten zuiden van Lille, de tolhuisjes bij de péage in de gaten. En zodra er een kalvertruck in zicht komt die aan een van de beschrijvingen van de Ierse en Franse collega’s voldoet, springen ze in de auto en rijden erachteraan. Dat deden even daarvoor ook de andere twee teams op een andere locatie. Die zijn al onderweg in de richting van de Belgische grens.

„De chauffeur moet iedere vierenhalf uur pauze houden”, zegt Moffat, „dus volgen we de truck, of we nu moeten plassen of niet, we mogen hem onder geen beding uit het oog verliezen. Intussen leggen we de overtredingen vast om een sterke zaak te kunnen opbouwen tegen de kalverimporteurs.”

De truck die Moffat en Looije volgen is een transport van Hamanitra B.V. Hij rijdt bij Ranst in België de parkeerplaats van een tankstation op. Moffat volgt en zegt dat iedereen zich gedeisd moet houden. Zij zal als eerste naar de chauffeur gaan om te vragen of ze naar de kalfjes mogen kijken. Ze heeft haar hesje met het logo van Eyes on Animals aangetrokken. De chauffeur is een Nederlander. Hij bekijkt het hesje van Moffat en opent een deurtje van de truck. Looije gaat erbij staan. Direct steken de kalfjes hun kopjes naar buiten. Ze zijn ontzettend jong. Hooguit drie weken oud, maar eerder twee weken. Ze loeien onophoudelijk. Looije steekt haar handen door de openingen in de truck en wie een vinger kan grijpen om op te zuigen doet dat.

De chauffeur: „Ik heb niks te verbergen. Ik heb vijftien kalfjes in Ierland achtergelaten, die waren te slecht voor vervoer. En ik heb geen zin in een boete.”

Moffat: „Dus die waren daar al ziek?”

De chauffeur: „Ja, en ze wilden ze erbij proppen, maar dat heb ik geweigerd.” Hij wijst naar de nippels van metaal waar water uit kan stromen. Maar het is algemeen bekend dat geen kalf eraan zuigt omdat ze niet geleerd hebben hoe dat moet. De chauffeur haalt zijn schouders erover op. Hij vertelt dat zijn transport naar Polen gaat, maar eerst zal hij een tussenstop maken vlak voor de Nederlandse grens. Daar is een exportstal die de kalveren een etmaal op zal vangen. Moffat en Looije besluiten de truck te volgen om te kijken of ze de kalveren bij het uitladen kunnen zien.

Foto Hedayatullah Amid

Mooi leven

De exportstal staat vlak bij Turnhout. Moffat en Looije zijn er eerder geweest en kennen de beheerder. Ze krijgen er koffie aangeboden.

„Mogen we kijken hoe de kalveren worden uitgeladen?” vraagt Moffat.

„Dat is prima, maar nu nog niet”, zegt de beheerder. „Het is drie uur en de reservering voor dit transport gaat pas over twee uur in.”

De kalveren loeien nog altijd aan een stuk door. Deze twee uur extra in de truck komen bovenop de toch al zo lange reis. Liggen gaat nauwelijks, want er is niet genoeg plek voor ieder kalf. Bovendien lopen ze de kans elkaar te vertrappen.

„Heel de wereld staat in brand”, zegt de beheerder. „Er is oorlog overal en jullie maken je druk over een kalfje. Stelletje koekenbakkers. Jullie zijn niet slim, of ze houden jullie dom.”

„We willen alleen dat het vervoer uit Ierland stopt. Ze zijn te jong.” Moffat en Looije blijven rustig.

„Moeten we die kalveren anders doodschieten? Moeten we ze een mooi leven ontnemen? Wat willen jullie dan?”

„Ze krijgen geen mooi leven.”

Heel de wereld staat in brand. Er is oorlog overal en jullie maken je druk over een kalfje.

„Jullie moeten niet zo doorslaan. Door jullie linkse flikkers krijgen wij bedreigingen.” De beheerder laat handgeschreven brieven zien waarin bedreigingen en verwensingen staan. Looije en Moffat zeggen dat zij zulke brieven nooit zouden schrijven. In het kantoortje hangt een blote dame aan de muur. Er is koffie en er zijn broodjes met ham. Het kalvergeloei klinkt door de muren heen. De dieren zijn al ruim twee etmalen onderweg op één portie poedermelk. En ook de komende vierentwintig uur zullen ze tijdens de verplichte rust geen melk krijgen. In deze tussenstal wordt namelijk alleen een soort energiedrank gegeven. Water vermengd met mineralen. Dat weten we omdat de beheerder Moffat die avond nog foto’s stuurt waarop te zien is hoe de kalveren uit de Hamanitratruck een groen goedje te drinken krijgen. Een soort ORS om overeind te blijven, maar het zal hun honger niet stillen. „Anders gaan ze te veel poepen”, schreef de beheerder erbij. Pas bij aankomst in Polen, na nog eens minimaal zesendertig uur, zullen ze weer worden gevoed.

Moffat en Looije besluiten niet te wachten op het uitladen en gaan de twee andere teams assisteren; medewerkers van Dier & Recht en Ethical Farming Ireland. Via de livetrack kunnen de teams elkaar volgen. Moffat en Looije zien dat de anderen op de A27 zitten. Niet lang daarna meldt een van de teams dat ze door de politie van de weg zijn gehaald wegens hinderlijk achtervolgen van een veetransport. Na nog eens een uur meldt ook het derde team zich. Bij de kalvermesterij werden ze opgewacht door boeren die dreigend op hen af kwamen. De chauffeur van dat transport had niet de politie gebeld, maar wel degene bij wie hij de kalveren moest afleveren. Dat team heeft toen de auto in z’n achteruit gezet en is ervandoor gegaan.

Lesley Moffat (rechts) en Madelaine Looije bij kalveren in een Ierse veewagen.

Foto Hedayatullah Amid

Beet

Moffat en Looije balen. Ze hadden graag een van de transporten bij de NVWA willen melden. Wanneer ze besluiten huiswaarts te gaan zien ze in de verte een truck rijden. Moffat geeft wat meer gas en ziet een Iers nummerbord en de naam O’Neill op de achterzijde staan. Ze vergelijken de truck met de foto’s van de Ierse en Franse collega’s en weten dat ze beet hebben. Het blijkt inderdaad om een van de kalvertransporten te gaan die twee dagen daarvoor, net als de truck van Hamanitra B.V., vanuit de Ierse exportstal was vertrokken. Dit is het laatste transport waarvoor de NVWA nog in actie zou kunnen komen.

Moffat rijdt op gepaste afstand om geen argwaan te wekken bij de chauffeur. Looije belt intussen met de NVWA en meldt dat een truck met kalveren aan boord van de firma O’Neill niet heeft voldaan aan de wettelijke eisen rondom de voeding van kalveren. Want ook deze truck zat op dezelfde boot als de andere trucks en is geobserveerd en gefilmd door de Ierse en Franse collega’s. De meldkamer neemt de melding zeer serieus.

Het is inmiddels donker als de truck even voorbij Zwolle afslaat. Het wordt stil in de auto. De taken worden verdeeld. De vrachtwagenchauffeur heeft op dat moment vrijwel zeker in de gaten dat hij wordt gevolgd. De truck stopt op een smalle weg bij een boerderij met grote stallen zonder ramen. Moffat draait het raampje op een kier: „Goedenavond”, zegt ze tegen de boer die de truck staat op te wachten. „Je hoeft niet bang te zijn, we zijn geen radicale activisten, we zijn van Eyes on Animals. We zouden graag even met de chauffeur willen praten.” De boer zegt dat ze weg moeten gaan. Moffat wil geen problemen en keert zonder aandringen de auto.

„Weet je wat het ergste is?” zegt ze even later bij een tankstation. „Het ergste is dat deze dieren hun benen pas weer kunnen strekken als ze over zeven maanden worden ingeladen om naar het slachthuis te gaan. Tot die tijd zullen ze geen ruimte hebben om te lopen.”

„Maar we hebben er in ieder geval een melding van kunnen maken”, besluit Looije. Als ze die avond laat thuiskomen zullen ze eerst het loeien van de kalfjes uit hun oren moeten verdrijven. Moffat met een glas wijn tussen de varkens in de tuin, Looije met haar hond, tijdens een wandeling onder de sterren.