Zaitone Osman staat midden op het marktplein van de Rotterdamse Afrikaanderwijk. Ze heeft een felgeel hesje over haar lange jurk. Om haar heen staan een tiental vrouwen. Zij dragen allemaal een groen hesje over hun kleding en hebben een fiets aan de hand. „Jullie fietsen tot het einde van het marktplein”, zegt Osman tegen hen. „Rustig! Niet als een raket. Alsof je op eieren fietst.” Vandaag is er geen markt en het plein is ruim en leeg.
Daar gaan ze. Opstappen is het moeilijkst. Dat hebben ze de afgelopen weken flink geoefend. Pedaal schuin omhoog. Voet erop. Naar beneden duwen, vaart maken en tegelijkertijd op de trapper gaan staan en op het zadel gaan zitten. Blijven sturen. Niet stoppen, maar dóórtrappen. Ook als je wiebelt.
Ze fietsen het marktplein over, maken een ruime bocht aan het eind en komen dan terug. Het gaat redelijk soepel. Ze hebben er drie maanden fietsles opzitten. En dat is maar goed ook want op zondag is de finale. Dan fietsen 154 vrouwen die de afgelopen maanden hebben leren fietsen de individuele tijdrit van de Tour des Femmes van 6,3 kilometer door het centrum van Rotterdam over de Erasmusbrug en de Willemsbrug.
Tour des Femmes
Dat is ter ere van de échte Tour des Femmes, de grootste wielerwedstrijd ter wereld voor vrouwen die maandag begint in Rotterdam. De 154 vrouwelijke top-renners fietsen twee dagen door Nederland. De eerste dag gaat de etappe van Rotterdam via Zeeland naar Den Haag. Dag twee op dinsdag begint in Dordrecht en gaat via de Alblasserwaard, Ridderkerk en Barendrecht weer terug naar Rotterdam. Dan hebben de renners een paar uur de tijd om zich voor te bereiden op de individuele tijdrit – dezelfde route als de vrouwen met de groene hesjes dan twee dagen eerder hebben gefietst.
Ayse Demir (49) heeft er zin in. Ze vindt fietsen sowieso geweldig. In het Turkse dorp waar ze werd geboren, waren geen rijwielen. De wegen zijn daar niet geschikt voor, zegt ze. Op haar achttiende kwam ze naar Nederland. Als ze ergens heen moest, ging ze lopend of nam de tram. Ze zag iedereen om zich heen fietsen en wilde dat ook. Maar hoe? Tien jaar geleden probeerde ze te leren fietsen maar viel drie keer en durfde toen niet meer.
Deze zomer probeerde ze het opnieuw tijdens het speciale fietsprogramma voor vrouwen in aanloop naar de Tour des Femmes. Haar kinderen hadden het haar afgeraden, zegt ze. „Ze zijn bezorgd en bang dat ik val.” Ze deed het toch, viel een paar keer en stond weer op. Nu rijdt ze lachend rondjes over het marktplein. „Fietsen was mijn droom.” Gaat ze nu ook met haar kinderen fietsen? Demir: „Die zijn groot. Ze zijn hier geboren, kunnen alle drie prima fietsen maar nemen liever de auto.”
Leren fietsen
De gemeente Rotterdam vroeg de organisatie Sezer, die zich inzet voor diversiteit, het speciale fietsprogramma uit te voeren. De organisatie biedt al jaren fietslessen aan migrantenvrouwen die het op latere leeftijd willen leren. „De drempel om als volwassene voor het eerst op de fiets te stappen is hoog”, zegt project-coördinator van Sezer Pamela Pengel. „Maar als de vrouwen de stap hebben gemaakt en ze kunnen fietsen, zijn ze altijd enthousiast en dankbaar. Ze kunnen makkelijker en sneller langere afstanden afleggen en het is een stuk goedkoper en gezonder dan het openbaar vervoer. We hebben al 1.400 vrouwen leren fietsen sinds 2017.” De vrouwen die meedoen met het speciale Tour de Femmes-programma mogen na afloop de fietsen houden.
Ayse Demir (49) zag iedereen om haar heen fietsen en wilde dat ook. Maar hoe?
Voor dit programma kwam ook voormalig profwielrenster en veelvoudig olympisch kampioene Leontien van Moorsel een aantal keer fietsles geven. Khaddouj Erahoutan, de vrouw van burgemeester Ahmed Aboutaleb, kwam ook regelmatig kijken. Zij leerde zichzelf op twaalfjarige leeftijd fietsen op een grasveldje zodat ze niet te hard zou vallen. Ze is altijd blijven fietsen, vertelde ze de vrouwen. Van Moorsel en Erahoutan zijn ambassadeurs van het Rotterdams Peloton, zoals de vrouwengroep genoemd wordt.
Fietsverkeersles
De vrouwen begonnen in mei met een fietsverkeersles gericht op de regels en verkeersborden. Alle lessen daarna zaten ze op de fietsen, die in een busje naar steeds verschillende plekken in Rotterdam werden gebracht door projectondersteuner Baris Sezer. Ook deze donderdag begin augustus controleert hij banden en zet hij zadels hoger of lager.
Zaitone Osman roept dat de fietsende vrouwen moeten afstappen en de groene hesjes aan de leden van de tweede groep moeten geven, die onder een boom op hun beurt hebben gewacht. „Bij elke boom afremmen, en dan weer vaart maken. Weer remmen en vaart maken”, is haar volgende opdracht. En daar gaan de vrouwen, giechelend en slingerend.
Foefje
Rugiyo M. Awaale, Hani Ahmed Ilmi en Aamina Sheikh-Ahmed gaan op de rand van een plantenbak zitten om tussendoor wat te drinken. Ze zijn alle drie in Somalië geboren en fanatiek en enthousiast over het fietsen. „De eerste keer vond ik het zwaar”, zegt Ahmed Ilmi terwijl de nieuwe groep opstapt. „Na één keer had ik de smaak te pakken.” En het is zo makkelijk, vinden ze alle drie. „Om de kinderen ergens heen te brengen. Voor kleine boodschappen.” Ahmed Ilmi: „Ik ga een mandje kopen voor aan het stuur.”
Lees ook
Een nieuw monument voor de gastarbeider: ‘Ze hebben het onmogelijke gedaan’
Bushra (34) had het bijna opgegeven, zegt ze. Wekenlang oefende ze, het opstappen lukte niet. Afgelopen week heeft een van de begeleiders haar apart genomen en gezegd: nu blijf ik naast je tot je het kunt. En opeens ging het. Ze laat het zien. „Het is een foefje, dat moet je even doorhebben.” Daar gaat ze. Aan het eind van het plein maakt ze een ruime bocht, en komt keurig teruggereden.
Er komen twee oudere mannen het plein oplopen, ze benaderen Pamela Pengel van organisatie Sezer. Later vertelt zij wat ze haar vroegen: of er ook fietslessen voor mannen worden gegeven.