Lerarenopleiding steeds meer in trek, maar is er sprake van een trend?

Vorig jaar begonnen zesduizend studenten aan een pabo-opleiding. Het aantal instromende studenten voor de lerarenopleidingen in het Nederlandse beroepsonderwijs is daarmee opnieuw gestegen – met zo’n vijfhonderd leerlingen en bijna 9 procent nog wel. Het totaal aantal studenten dat aan een hbo-opleiding begon in 2024 bleef verder nagenoeg gelijk. Dat blijkt uit dinsdag gepubliceerde cijfers van alle hogescholen en universiteiten, verzameld door de Vereniging Hogescholen.

„De afgelopen jaren hebben we samen met heel veel anderen hard gewerkt aan het aantrekkelijk maken van het beroep van leraar”, schrijft voorzitter van de vereniging Maurice Limmen. „Dat lijkt te werken en deze aanpak zetten we ook de komende jaren door.” Maar wat is die aanpak precies geweest? En kan een stijging van vijfhonderd studenten per jaar het lerarentekort tegengaan?

Actieve campagnes

Het afgelopen jaar zijn er minstens twee actieve campagnes geweest, zegt Anne Fleur Kortekaas, universitair hoofddocent onderwijswetenschappen aan de VU in Amsterdam. ‘Werken met de toekomst’, een project vanuit het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, en de campagne vanuit universiteiten ‘Doe iets wat er toe doet’. „Beide zetten vooral in op de impact die je kan maken als leraar op de jeugd, op onze toekomst.”

Kortekaas: „Het is natuurlijk leuk om te bedenken dat de acties die ondernomen zijn direct effect hebben op de toename van het aantal aanmeldingen bij de pabo, maar dat kunnen we nu nog niet weten. Daarvoor zijn gerichte marktonderzoeken nodig.”

De instroomcijfers schommelen ieder jaar: in 2019 begonnen iets meer dan vijfduizend studenten een pabo-opleiding, in coronajaar 2020 is een piek te zien van bijna zevenduizend studenten. De universitair hoofddocent zag tijdens de coronapandemie dat studenten vaker kozen voor een opleiding met maatschappelijke impact. In de jaren daarna liep de instroom weer terug naar 5.300 en loopt het nu weer richting de zesduizend. „Het is een positieve ontwikkeling.”

Salaris van leraren rechttrekken

De afgelopen jaren zijn ook belangrijke stappen gezet in het rechttrekken van het salaris van leraren, met name door vele lerarenprotesten voor een beter cao, en met het aantrekkelijker maken van het beroep door middel van doorgroeimogelijkheden, legt Kortekaas uit. Dat is bijvoorbeeld een specialisatie op een bepaald vak of op de ontwikkeling van het kind. „Het hoeft niet meer alleen maar je passie te zijn om kinderen les te geven. Er is ook hard gewerkt de baan blijvend aantrekkelijk te maken.”

Naast een beter salaris en betere kansen, is het ook voor zij-instromers steeds gunstiger: „Opleidingen voor zij-instromers zijn flexibeler, sluiten meer aan bij de kennis en ervaring die mensen al hebben en je kunt in bepaalde trajecten je huidige baan en salaris behouden terwijl je ook wordt opgeleid tot leraar”, aldus Kortekaas, die ook directeur is van de universitaire lerarenopleidingen van de VU, de Universiteit van Amsterdam en de Universiteit Leiden.


Lees ook

‘Bestrijd lerarentekort met gratis opleiding’

Demissionair minister Dijkgraaf (Onderwijs, D66) bezoekt de lerarenopleiding van hogeschool InHolland.

Genoeg tegen lerarentekort?

Zijn de bijna zesduizend beginnende studenten genoeg om het lerarentekort tegen te gaan? „Dat antwoord is nee. Het echte tekort is nog steeds veel groter,” zegt Kortekaas. In het primair onderwijs is een tekort aan bijna achtduizend voltijdbanen, en in het voortgezet onderwijs en mbo samen nog eens zo’n vijfduizend banen, blijkt uit cijfers van vorig jaar van het onderwijsministerie. „Allereerst moeten we nog maar zien of al die beginnende studenten ook afstuderen en voor de klas komen. Daarnaast is er nog steeds een hoog percentage uitstroom: veel leraren stoppen binnen vijf jaar, omdat de werkdruk nog altijd heel hoog is. Het is zwaar werk.”

Kortekaas hoopt dat dat verandert: dat scholen aantrekkelijke banen bieden voor afgestudeerde leraren en docenten daar de voordelen van gaan ervaren. „Dan zien we hopelijk dat deze trend doorzet, een instroom van bijna 10 procent is in ieder geval al echt goed nieuws.”