Leidt het filteren van water in de duinen tot vervuiling van de grond?

Drinkwaterbedrijven behoren tot de grootste natuurbeheerders van Nederland. Grote duingebieden fungeren als natuurlijke waterzuiveringssystemen. Een lezer vroeg zich af of het zuiveren van drinkwater in de duinen niet tot een vervuiling van de grond leidt. Waar blijft de verontreiniging?

Het rivierwater moet al aan bepaalde normen voldoen voordat het de duinen in mag, vertelt Steven van Duijvenbode, procestechnoloog bij Waternet, dat de Amsterdamse Waterleidingduinen beheert. Dat gebied ten zuiden van Zandvoort is sinds 1853 waterwingebied. „Als er een verontreiniging op de Rijn is, krijgen wij een seintje, vertelt Van Duijvenbode. „Dankzij het Rijn-alarmmodel weten we precies op welk uur die verontreiniging bij ons innamepunt bij Nieuwegein langskomt, dan stoppen we de waterinname. Gelukkig gebeurt dat maar zelden.”

Ruim honderd jaar lang werd er alleen natuurlijk duinwater onttrokken, maar dat leidde op den duur tot flinke verdroging en verzilting. Daarom brengt Waternet sinds de jaren vijftig voorgezuiverd rivierwater uit het Lekkanaal de duinen in om het grondwater aan te vullen. Vandaag de dag voorzien de duinen de hoofdstad en omliggende gemeenten nog altijd in tweederde van het drinkwater – 180 miljoen liter per dag. Ook andere duingebieden zijn belangrijk voor drinkwater.

Watervervuiling komt in vier vormen, legt Luuk Rietveld uit. Hij is hoogleraar drinkwater en urbane watertechnologie aan de TU Delft. Slibdeeltjes, die het zand van de duinen zou kunnen verstoppen, voedingsstoffen die ongewilde algengroei bevorderen, zware metalen en ten slotte microverontreinigingen, zoals pesticiden, ziektekiemen en medicijnresten. De eerste drie worden vooraf uit het rivierwater gehaald. En de meeste microverontreinigingen spoelen gewoon de duinen weer uit, aldus Rietveld.

Wat doen de duinen dan wel? In gemiddeld drie maanden zakt het water door het zand, vertelt Van Duijvenbode, terwijl van nature voorkomende bacteriën zich tegoed doen aan organische microverontreinigingen – grofweg 40 procent daarvan breken ze af. De ene waterdruppel doet er maar zestig dagen over, de andere wel een jaar. Dat is een kwestie van kansverdeling. Van Duijvenbode: „Een druppel moet tussen allemaal zandkorrels door. De ene keer gaat-ie linksaf bij een korrel, dan weer rechtsaf.” Ook fijn voor een constante waterkwaliteit, overigens, aldus Van Duijvenbode. Het inkomende water kan namelijk verschillen in kwaliteit, maar wat de duinen uitkomt, is „mooi vlak”.

Mooi vlak, maar nog niet schoon genoeg. Met pfas kunnen de bacteriën niets. Van Duijvenbode: „Deze stoffen zijn zo goed oplosbaar in water dat ze door de bodem heen fietsen en weer aan de duinen worden onttrokken. Koolfilters in de nazuivering halen het eruit.” De meeste zuivering gebeurt dus buiten de duinen.

De duinen zijn ook belangrijk als buffer. Van Duijvenbode: „We kunnen twee tot drie maanden zonder nieuwe wateraanvoer. Maar daarna is het wel erg droog, hoor. Gelukkig is dat nog nooit voorgekomen.” Tot vervuiling van de duinen leidt het in ieder geval niet. Het beetje slib dat zich in de infiltratiebekkens ophoopt, komt vooral van dode waterplanten en wordt elke 25 jaar verwijderd.