Leerachterstanden door de pandemie bijna weg, maar basisvaardigheden blijven achter

In het schooljaar 2022-2023, het tweede gewone schooljaar sinds de coronapandemie, leren leerlingen op de basisschool weer net zo snel als voor de pandemie. Ook daalt het aantal studenten met studievertraging en vallen er minder studenten uit. Dat blijkt uit de vijfde voortgangsrapportage van het Nationaal Programma Onderwijs die de demissionaire onderwijsministers Robbert Dijkgraaf (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, D66) en Mariëlle Paul (Primair en Voortgezet Onderwijs, VVD) vandaag naar de Tweede Kamer hebben gestuurd.

Met name in de onderbouw van het primair onderwijs zijn de verschillen weer kleiner geworden. Zo leren leerlingen weer net zo snel als voor de pandemie en is het verschil in leervertragingen tussen leerlingen met verschillende economische achtergronden afgenomen. In het voorgezet onderwijs ligt het percentage leerlingen dat slaagt voor het eindexamen weer bijna op het niveau van voor de coronapandemie.

Toch blijven er zorgen, aldus het rapport. Veel leerlingen komen op de basisscholen, middelbare scholen en scholen in het speciaal onderwijs nog naar school zonder dat zij de basisvaardigheden met betrekking tot taal, rekenen/wiskunde, burgerschap en digitale geletterdheid goed beheersen. Volgens het rapport is er nog „een behoorlijke afstand te overbruggen totdat leerlingen op gewenst niveau zitten”.

Om dit aan te pakken krijgen alle scholen in het primair en voortgezet onderwijs er vanaf 2026 structureel geld bij. Aan het einde van het schooljaar 2027-2028 is het de bedoeling dat de basisvaardigheden van alle leerlingen op orde zijn.

Mentale gezondheid

Een deel van de leerlingen en studenten kampt daarnaast met mentale problemen, mede door de coronacrisis. „De pandemie heeft helaas een grote en langdurige impact op de mentale gezondheid van veel studenten. Vóór corona was er al een toename te zien in de mentale problematiek onder studenten. Daarom is het belangrijk dat er extra aandacht blijft voor studentenwelzijn”, aldus minister Dijkgraaf.

In het mbo en hoger onderwijs hebben studenten minder last van mentale problemen. Dit komt onder meer door de terugkeer van fysiek onderwijs. Toch blijft studentenwelzijn een urgent thema. Voor studenten die serieuze problemen heeft ervaren door de coronacrisis, heeft dit een langdurig effect. Zo’n 1 op de 5 studenten kampt met een (zeer) slechte mentale gezondheid.

Tegelijkertijd blijft het percentage scholieren in het primair en voortgezet onderwijs met emotionele problemen groeien, mede door de pandemie. Maar volgens de onderzoekers komt dat ook andere maatschappelijke ontwikkelingen en gebeurtenissen zoals de oorlog in Oekraïne, de klimaat- en woningcrisis en druk door schoolwerk.