De aanmeldknop stond nog geen half uur op het intranet van het Amsterdam UMC toen al vijftig vrouwelijke medewerkers zich hadden ingeschreven. Allemaal wilden ze gebruikmaken van het spreekuur voor vrouwspecifieke klachten. „We hadden een vergadering en de mailbox van een collega stond open. Daar zagen we de ene na de andere aanmelding binnenkomen: ‘Ping, ping, ping’. Het ging maar door, zonder dat we er reclame voor hadden gemaakt”, vertelt arts en hoogleraar gynaecologie Judith Huirne. „We hebben die aanmeldknop er meteen vanaf gehaald want we dachten: ‘Dit kunnen we niet aan’.”
Bij het gratis spreekuur, dat sinds januari is ingesteld, kunnen eigen medewerkers terecht voor aandoeningen zoals endometriose (waarbij slijmvlies buiten de baarmoeder zit), hormonale problemen zoals hevige overgangsklachten, en heftig bloedverlies bij menstruatie. Een verwijzing is niet nodig, elk consult duurt een uur. Als het nodig is, wordt gelijk een echo gemaakt. Er wordt niet behandeld, in dat geval wordt de medewerker doorgestuurd naar de eigen huisarts. Het spreekuur is een proef van twee jaar.
Gynaecologische aandoeningen krijg je eerder in je leven, ze werken langer door en hebben daardoor een grotere maatschappelijke impact
Het Amsterdam UMC is gespecialiseerd in vrouwspecifieke aandoeningen. De grote belangstelling verbaast Huirne eigenlijk niet: „Als ik in de operatiekamer sta, vraagt elke dag wel een van de operatieassistenten: ‘Mag ik je een persoonlijke vraag stellen? De behoefte is groot.’” De gemeente Amsterdam en de politie hebben ook al geïnformeerd of ze vrouwelijke medewerkers langs kunnen sturen – dat kan nog niet.
Inmiddels is de aanmeldknop op intranet weer terug, maar er is wel een wachtlijst van drie maanden – al wordt er gekeken naar uitbreiding van de capaciteit. Bij de vrouwen die langs zijn geweest, was „vrijwel zonder uitzondering verdere behandeling nodig”, zegt Huirne. „Het waren nuttige consulten.”
Blinde vlek
Huirne is al, sinds ze in 2007 gynaecoloog werd, bezig met vrouwengezondheid. In 2017 hield ze er haar oratie over. Er is al te lang te weinig aandacht voor, vindt ze. Er is onvoldoende geld voor onderzoek, voor het ontwikkelen van nieuwe behandelingen en technieken, en de aandacht in het curriculum is te mager. „Het is voor artsen een black box, een blinde vlek. Gynaecologische klachten krijgen nog helemaal geen prioriteit, Het zijn aandoeningen waar je niet dood aan gaat, dus bij subsidies voor onderzoeken leg je het vaak af tegen bijvoorbeeld kanker en hart- en vaatziektes. Maar gynaecologische aandoeningen krijg je eerder in je leven, ze werken langer door en hebben daardoor een grotere maatschappelijke impact.”
Voor vrouwen is het vaak een taboe om over dit soort klachten te praten, stelt Huirne: „Het wordt vaak gebagatelliseerd: ‘Het hoort erbij, het zijn maar vrouwenkwalen, je gaat er niet dood aan.’ Er zijn vrouwen die ’s nachts twee keer de wekker zetten omdat ze anders doorlekken en het hele bed vol bloed zit, en toch niet denken: ‘Ik moet hier wat mee doen’. Dat is bijzonder.”

Verwijde aorta
Die gebrekkige aandacht voor vrouwengezondheid herkennen ze ook in het Rotterdamse Erasmus MC. Daar opent deze vrijdag (de dag voor Internationale Vrouwendag) een onderzoekscentrum dat alle kennis over vrouwengezondheid bij elkaar wil brengen. Vorig jaar zomer kwamen ze erachter dat meer dan honderd artsen in het Erasmus zich ieder op hun eigen manier bezighielden met vrouwen en gezondheid. Ze kenden elkaar meestal niet en deelden geen informatie.
Het onderzoekscentrum richt zich niet alleen op vrouwspecifieke klachten, maar ook op man-vrouwverschillen binnen de gezondheid; aandoeningen van vrouwen worden vaker gemist, vaker verkeerd behandeld en vaker te laat gediagnosticeerd. Soms uiten symptomen – zoals hartinfarcten – zich bij vrouwen anders dan bij mannen. Medicijnen kunnen bij vrouwen andere bijwerkingen hebben dan bij mannen.
„Artsen moeten beseffen dat een vrouw geen kleine man is, maar dat er echt andere dingen spelen. Daarin hebben we nog best een slag te maken onder specialisten”, zegt arts en hoogleraar Hanneke Takkenberg van het Erasmus MC. Ze wijst op een voorbeeld uit haar eigen vakgebied, de thoraxchirurgie. Takkenberg ontdekte dat bij oudere vrouwen de verwijding van hun aorta op een andere plek zit dan bij oudere mannen, en dat die verwijding ook sneller gaat. „Dan kan je bij mannen dus eerder zeggen ‘we kunnen nog even wachten’, terwijl je bij vrouwen gelijk gaat opereren. Dat moet je dus anders aanvliegen.”
Bij het Erasmus MC willen ze dat het niet bij onderzoek blijft, maar dat dat ook leidt tot innovaties – meer op vrouwen gerichte technieken en behandelingen. Voor het Rotterdamse initiatief lijkt veel interesse te zijn. Bij de opening van de poli vrijdag waren de 150 stoelen in een mum van tijd gereserveerd. „Van vrouwenorganisaties tot bedrijven tot onderzoekers. De burgemeester en de directeur van VNO-NCW komen ook”, zegt internist vasculaire geneeskunde Jeanine Roeters van Lennep. „We hebben al een overloopzaal moeten regelen en kijken nu naar een tweede. Ongelooflijk.”
Minder uitval op het werk
Om meer aandacht voor vrouwengezondheid te krijgen, wordt de laatste jaren niet alleen op het lijden van vrouwen gewezen, maar ook op de grote gevolgen voor de samenleving. Uit onderzoek bleek vorig jaar dat meer aandacht voor gezondheid van vrouwen jaarlijks 7,6 miljard kan besparen, de onderzoekers noemden dat nog „een grove onderschatting”. Dat gaat dan om minder zorgkosten, maar ook om minder verzuim op het werk. Huirne: „Denk aan maandelijks, kortdurend verzuim. Die vrouwen komen niet bij de bedrijfsarts, maar vallen wel voortdurend uit. Bedrijven moeten steeds ad-hoc-oplossingen zoeken en het heeft een negatieve impact op de werkvloer.”
Minder uitval op het werk kan ook een bijdrage leveren aan het tegengaan van het alsmaar groeiende personeelstekort. Juist in beroepen met veel vacatures – het onderwijs, kinderopvang, de zorg – werken relatief veel vrouwen. Huirne: „We hebben schrijnende voorbeelden gehad van vrouwen die zich al tien jaar continu ziek hebben gemeld, terwijl het een hormonaal probleem bleek te zijn dat met een hormonale behandeling op te lossen was – zodat ze zich niet meer ziek hoefden te melden.”


Het Amsterdam UMC is gespecialiseerd in vrouwspecifieke aandoeningen.
Foto’s Saskia van den Boom
Hormoongerelateerde problemen worden vaker verkeerd gediagnosticeerd: een vrouw krijgt dan te horen dat ze een burn-out heeft, terwijl het om problemen met de overgang gaat, zegt directeur Emma Lok van Women Inc., een belangenorganisatie die strijdt voor gelijke kansen voor vrouwen. „Dan is het van: ga maar stoppen met werken en vervroegd eruit. Nee, het is geen burn-out! Iemand heeft last van de overgang, dat kan behandeld worden. Je kunt ook prima blijven werken, in sommige gevallen misschien iets aangepast.”
Ook in de politiek groeit het bewustzijn dat er iets moet gebeuren. Vorig jaar stelde oud-minister Pia Dijkstra (Medische Zorg, D66) eenmalig 15 miljoen voor zes jaar beschikbaar voor onderzoek naar vrouwengezondheid. Emma Lok noemt dat „mondjesmaat” en „een eerste stap”. Ook de Tweede Kamer vindt het niet genoeg en vroeg vorig jaar in een motie aan huidig minister Fleur Agema (Volksgezondheid, Welzijn en Sport, PVV) om voor de zomer met een ‘nationale strategie vrouwengezondheid’ te komen. De Kamerleden wezen er tijdens een debat op dat „de medische wereld deze klachten vaak niet de prioriteit geeft die ze verdienen” (Daniëlle Jansen, NSC) en dat er „in sommige kringen toch nog wat lacherig over wordt gedaan” (Judith Tielen, VVD).
Ook Lok wijst op die weerstand: „Nog steeds heb je medisch specialisten die binnen hun vakgroep verketterd worden door collega’s. Artsen zeggen dan: ‘Als het echt zo belangrijk zou zijn, dan had ik het wel op mijn opleiding gehad. Zo wordt het een kip-ei-verhaal.”
Zowel Huirne van het Amsterdam UMC als Takkenberg van het Erasmus MC spreekt over „momentum”. Huirne: „Het kabinet kan hier goed mee scoren en de hele maatschappij heeft er iets bij te winnen. Er moet nu een goed plan voor de komende jaren komen. Laat die kans nu niet liggen.”
Lok is het daarmee eens. Het Amsterdam UMC en het Erasmus MC zijn „de pioniers”, zegt ze. „Deze initiatieven zijn er omdat het niet goed geregeld is voor de gehele gezondheidszorg. Dit zou voor alle vrouwen toegankelijk moeten zijn. We zijn echt nog in de beginfase.”
Lees ook
In de geneeskunde is de vrouw lang ongezien gebleven – nog steeds zijn er anatomieboeken met alleen mannenlijven
