Hoera, een vegetarische paté! Gelijk groenteboer, notenboer en slijterij bezocht. Kastanjes gekookt, gepeld, nootjes gebrand. Het recept werd een smeuïge consistentie met goede textuur en mooie herfstkleur. Extra versgemalen zwarte peper en gerookt zout toegevoegd, desondanks mocht de smaak nog iets meer uitgesproken zijn. Iets meer soja en/of miso? Wellicht moeten de smaken langer tijd hebben om echt samen te komen in een mooi vol geheel. Aldus vier patépotjes afgevuld: één in de koelkast en drie in de vriezer. Na 24 uur koeling was er een vollere smaak. Ik haalde één potje na een paar dagen uit de vriezer: die smaakte meer uitgesproken. Mooi culinair cadeautje om de toch altijd wat kale boekenbon mee ‘aan te kleden’. Hazelnootjes geroosterd, boter geklaard in datzelfde pannetje. Paté afgedekt, nootjes en tijm (net mini kersttakjes) erop, gerookt zout uit de molen. De combinatie paté en pickle is belangrijk, de gerechtjes versterken elkaar. De andere potjes zijn voor een later moment.
Recentelijk verscheen van twee bekende wandelboekenauteurs bij KNNV Uitgeverij een wandelgids rond een aantrekkelijk thema: beken. Om precies te zijn de beken die stromen op en rond de Veluwe. Wij worden altijd blij van beken: niet alleen is het kabbelende water zowel visueel als auditief bijzonder prettig, ook trekt zo’n breed of smal stroompje dwars door bos of velden veel extra vogels, dieren en zeldzame planten. Met de beken van Limburg en het oosten van het land waren we inmiddels redelijk bekend, met die rond de Veluwe een stuk minder. We wisten in elk geval niet dat het er zovéél waren.
Dit aantrekkelijk uitgevoerde boek doet je anders naar beken kijken. Niet alleen vanwege de zeventien wandelingen die grotendeels langs beken en aftakkingen daarvan leiden, en die je allemáál wel zou willen lopen, maar ook door de uitvoerige informatie. Na elke routebeschrijving komen deskundigen aan het woord over de beek en het omliggende landschap, van historie tot de actuele situatie zoals toenemend droogtegevaar. Wie zin heeft zich er eens goed in te verdiepen, kan met dit boek in elk geval zijn hart ophalen.
De eerste beekwandeling (11 kilometer) wordt die bij Hierden: helemaal bovenin, waar de Veluwe voor je gevoel eigenlijk al geen Veluwe meer is. Maar dat is nadrukkelijk wél zo, stellen de auteurs: ook dit ‘platte’ stukje hoort erbij. Hier stromen de beken vanuit de relatief bescheiden hoogten van de Veluwe uiteindelijk het Veluwemeer in. De route volgt het sluitstuk van een 27 kilometer lange kronkelende beek, met een verval van 27 meter. Al snel laten we het dorpje Hierden achter ons en lopen over een klinkerweg naar het meer, waar het in alle vroegte al stikt van de leuke vogels – roodborsttapuiten, puttertjes, een kleine zilverreiger, blauwborst, Cetti’s Zanger. Een vogelonderzoeker ter plekke vertelt dat hij hier met regelmaat de zeearend en visarend ziet. Vlakbij staat een uitkijktoren die je over de rietkraag heen laat kijken – honderden smienten en kuifeenden dobberen op het meer. Daarna lopen we eindelijk langs de beek en volgen we stroomopwaarts zijn kronkelende loop, met overal helder water. Heerlijk dat je hier werkelijk niemand tegenkomt – alleen de uitbundig zingende vogels begeleiden ons op dit fraaie stukje, waar vijf reeën rustig staan te grazen en de hazen over elkaar heen buitelen op de natuurlijk ogende graslanden met lekker rommelige bermen. Allengs wordt de begroeiing wat dichter, worden de bomen hoger – om uiteindelijk nog een paar ‘echte’ stukjes bos mee te pikken, inclusief een fraai beukendeel. Zonder verkeerd te lopen eindigen we weer bij de kerk van Hierden, al moet gezegd dat de routebeschrijving (fotografeer de pagina’s met je telefoon, het boek is te dik om in de hand te houden) hier en daar iets duidelijker had gekund – een paar keer twijfelden we even welk pad in te slaan.
Ditzelfde euvel manifesteerde zich nog wat meer tijdens wandeling twee (12 kilometer): bij de Leuvenumse beken, een fraai bosgebied met kronkelende beekjes. Het hielp niet dat enkele paden inmiddels waren afgesloten, ook was de routebeschrijving niet accuraat genoeg – wij liepen driemaal verkeerd, waardoor we het laatste rondje van de wandeling maar lieten zitten. In het boek helaas geen QR-codes naar gratis gps-tracks (zoals tegenwoordig gebruikelijk is); wel kun je die los kopen (€ 2,49) via Wandelzoekpagina.nl (jaarabonnement € 13,49). Maar ja, om nou nog eens te moeten betalen als je ook al een boek van bijna 28 euro hebt aangeschaft. Daarom is het extra jammer dat het in het boek afgedrukte kaartje net te klein is om goed te kunnen zien welk paadje je nou precies moet nemen.
Vogels en vergezichten in minder bekend Limburg
Bij Limburg denk je misschien automatisch aan het uiterste zuidpuntje, dat unieke stukje ‘buitenland’ waar je geniet van de heuvels en vlaai bij de koffie. Maar Limburg is een heel stuk groter dan dat, en kent diverse fraaie gebieden die het verdienen ontdekt te worden. Fijn dat uitgeverij Gegarandeerd Onregelmatig een gids uitbracht van dat ándere Limburg: Lopen door landelijk Limburg, geschreven door hun sterauteur Rob Wolfs (die ook al meewerkte aan het hiervoor beschreven boek). Het Leudal, ten noordwesten van Roermond, is daarvan zonder twijfel een van de betoverendste plekjes: wie hier op een rustig moment gaat lopen zal een diep geluk ervaren bij het zien van zoveel schoonheid. Omhoog en omlaag gaat het, met onder je een kronkelende beek die je eerder in een ver buitenland zou verwachten. Het vogelconcert op deze vroege zondagochtend is fenomenaal. We horen de middelste en kleine bonte specht, de grote lijster, raaf en wielewaal, om maar een paar excellente soorten te noemen. En genieten tweemaal van een grote gele kwikstaart, hippend in en naast het meanderende stroompje vol keien, die zich optimaal thuis voelt in een ‘buitenlands’ watertje als dit. Dat ook de bever zich hier graag ophoudt, bewijzen niet alleen de vele rond afgeknaagde boomstammen en dammen in het water, we zien ook de ingang van een burcht. En de hele beek lang maak je kans op de felblauwe flits van de ijsvogel. Slechts éénmaal twijfelen we, maar dankzij de gps (hier wel gratis) lopen we 13 kilometer lang uiteindelijk geen meter verkeerd.
Wandeling twee (12 kilometer) voert naar het Rijk van Nijmegen, met onder meer het Zevendal. Het lijkt soms wel of we toch in Zuid-Limburg lopen, want reken maar dat je hier moet klimmen. Het gebied telt meerdere ‘bergen’ die je via soms steile hellingen op en ook weer af moet – een uitstekende oefening voor de bergvakantie deze zomer. De Mookerheide biedt fijne vergezichten en vanaf de 80 meter hoge Kiekberg word je getrakteerd op uitzichten naar Groesbeek en Duitsland. Een deel van de route is officieel stiltegebied, maar ook daarbuiten is het genieten van een heerlijke rust.
In het voorwoord lazen we dat de auteur wilde afrekenen met het vooroordeel dat Noord- en Midden-Limburg slechts gebieden zijn waar je doorheen moet rijden om in Zuid-Limburg te komen. Wat ons betreft is hij daar met dit boek zeer goed in geslaagd.
Enkel het geluid van vogels
Voor wie van stilte houdt én natuur is wandelen een van de fijnste tijdverdrijven. Helemaal mooi wordt het als die natuur relatief weinig bezocht wordt door andere liefhebbers en je die stilte ook écht kunt ervaren – wat in ons land niet vanzelfsprekend is. Hoe fijn is het dan dat in de Roots-serie recentelijk de bundel De mooiste stiltewandelingen van Nederland verscheen. De makers selecteerden zestien wandelingen in natuurgebieden die ofwel onderdeel zijn van een officieel stiltegebied ofwel in een heel stil gebied liggen, zoals het Springendal in Overijssel. Uit het voorwoord: „Door te wandelen wordt de drukte die je ervaart – gedachten, onrust, stress – vanzelf minder. Na iedere stap voel je je weer iets lichter en leger. En hoe stiller je wordt, hoe meer je hoort. Het zingen van een roodborst, het kraken van een eeuwenoude eik, het zachte gekabbel van een beekje dat je passeert.”
In Drenthe ligt het Dwingelderveld, in het boek getypeerd als ‘Afrika in Drenthe’. Een uitstekende keuze om deze wandeling (14,3 kilometer, eenvoudig in te korten tot 9,7) op te nemen: wij lopen hier op zondagochtend (oké, wel heel vroeg) en komen vrijwel niemand tegen. Af en toe staan we stil met gespitste oren omdat we een vogelgeluid niet direct kunnen thuisbrengen, verder is het volmaakt stil. Wat een heerlijk gebied, met heidevlaktes zo ver je kunt kijken, maar wel met meer stukjes bos en fijne bomenpartijen dan bijvoorbeeld het bekendere, hier niet zo ver vandaan gelegen Fochteloërveen. De wandeling is ook afwisselend – we passeren diverse vennen en beekjes, lopen langs kromme oude bomen en constateren opgetogen dat de route ons ook voert langs plekken net buiten het Dwingelderveld, waar vermoedelijk écht vrijwel nooit iemand komt – behalve de bezitter van dit boek. En op precies zo’n onbekend plekje genieten wij van maar liefst acht appelvinken, terwijl diep weggedoken tussen de takken de geelgors roept.
Een totaal ander soort wandeling qua landschap is die in het Amerongse Bos op de Utrechtse Heuvelrug, gelegen in het zuidelijke deel van dit na de Veluwe grootste aaneengesloten natuurgebied. Hier tref je vele enorme stuwwallen, 150.000 jaar geleden ontstaan door oprukkende ijslagen. De route (9,7 kilometer) voert onder meer langs de Amerongse Berg, tevens het hoogste punt van de Utrechtse Heuvelrug, plus fraaie uitzichtpunten. De vegetatie is fijn afwisselend: we passeren zowel loof- als naaldbomen, heidevelden en donkere delen vol prachtige varens.
Deze wandeling is ook weer perfect beschreven, met fantastisch duidelijke kaart. Dit boek doet wat het belooft. De makers kozen in dit bekende en drukbezochte gebied bewust voor stillere paden – zelfs op deze zonnige zondag komen we hele stukken niemand tegen. Een boek waarvan je alle wandelingen een keer gelopen wilt hebben.
Moeder: „Mijn dochter van tien maanden oud slaapt sinds ze een paar weken oud is als een zonnetje. Nu is het de afgelopen weken steevast raak: nadat ik haar om 20.00 uur naar bed breng, wordt ze na een half uur à drie kwartier wakker en wil ze tot 23.00 uur niet meer slapen. Als ik haar weg probeer te leggen, doet ze alsof ik een moord bega. Keihard krijsen, zo ken ik haar totaal niet. Ik heb al gekeken of er tandjes komen, en haar een zetpil gegeven voor de eventuele pijn. Ook heb ik haar wat langer wakker gehouden om de slaapdruk op te bouwen. Niets helpt. Is dit verlatingsangst? Wat kan ik doen?”
De rubriek Opgevoed is anoniem, omdat moeilijkheden in de opvoeding gevoelig liggen. Wilt u een dilemma in de opvoeding voorleggen? Stuur uw vraag of reacties naar [email protected]
Geruststellen
Daniëlle Hendriks-Sandries: „Het kan inderdaad verlatingsangst zijn. In deze ontwikkelingsfase begint uw kindje te ervaren dat ze een separaat wezentje is. Ze kan nog niet voelen dat u nog wel bestaat als ze u niet ziet. Dit kan ’s nachts ineens paniek geven.
„Het beste is om te gaan troosten en te zeggen ‘dat je er bent’. Na het sussen en rustiger worden kunt u haar weer neerleggen met een speentje en een knuffel. Ook kunt u het muziekje weer aanzetten dat ze hoort voor het slapengaan. Eventueel neemt u haar tien minuten mee naar een ander vertrek waar de lichten gedimd zijn.
„Het zou ook kunnen gaan om ‘pavor noctornus’: nachtangsten. Dit is iets heel anders en komt vaak voor bij jonge kinderen. Wat kan meespelen is koorts of overprikkeling overdag, bijvoorbeeld door te veel beeldschermen, licht en geluid. Of als ouders baby’s ’s avonds meenemen naar een drukke omgeving. Dan vallen ze overprikkeld in slaap, en kan er ’s nachts paniek ontstaan.
„Probeer uw dochtertje in dit geval niet op te pakken, dat onderbreekt de slaap. Blijf erbij, houd de kamer donker en kijk of ze zich niet bezeert. Probeer haar gerust te stellen. Wacht een minuut op de gang, en ga dan weer sussen, daarna twee minuten op de gang. Bouw dit op, net zolang tot ze rustig is.”
Wees nabij
Arina de Vries: „Mogelijk kunt u aan uw kindje zien of het om verlatingsangst of pavor noctornus (slaapangst) gaat. Als ze contact met u maakt, of zich aan u vastklampt, zijn het waarschijnlijk signalen van verlatingsangst. Als het gaat om pavor nocturnus, zien we vaak dat kinderen afwerend reageren en niet kalmeren. Sommige ouders beschrijven het zelfs als ‘bezeten’.
„Slaapangst is in deze ontwikkelingsfase vrij normaal. Het is een onschuldig fenomeen, en familie van slaapwandelen en praten in de slaap. Het is een paniekreactie zonder dat het kind er zelf bewust van is. Het autonome zenuwstelsel reageert op de overgang van de ene slaapfase naar de andere. Het lijkt alsof ze wakker wordt, maar in werkelijkheid is ze nog in diepe slaap.
„Hoe moeilijk het ook is als u uw kindje zo angstig ziet: pak haar niet zomaar op. Wees wel nabij. Laat weten: ik ben hier, je bent veilig. Leg bijvoorbeeld een hand op haar buikje.
„Het helpt om overdag een slaapschema voor uw dochtertje aan te houden, met goede slaap- en waaktijden. Ook een uitgebreid bedritueel helpt om de hersenen voor ze naar bed gaat te laten ontspannen. Wat ook vaak gebruikt wordt is een apparaatje dat white noise afgeeft. Dit dempt geluid van buitenaf, dat een trigger kan zijn, en geeft geborgenheid.
„Mocht u het niet vertrouwen, raadpleeg dan uw huisarts om een medische oorzaak uit te sluiten.”
Daniëlle Hendriks-Sandries is orthopedagoog, en als somnoloog (slaapexpert) gespecialiseerd in slaapproblemen bij kinderen. Ze is verbonden aan Slaap-Waakcentrum SEIN Heemstede. Arina de Vries is GZ-psycholoog en somnoloog bij Psychologiepraktijk Slaaplekker.
Reageren op dit artikel kan alleen met een abonnement.
Heeft u al een abonnement, log dan hieronder in.
Bloemkool met kaassaus, walnoten en gefrituurde kappertjes
En dan nu het belang van al die bordjes eten in mijn fotobibliotheek. Vorig najaar verbleef ik in Rio de Janeiro en at daar meerdere keren in hetzelfde Italiaanse buurttentje. Van een van de voorgerechten kon ik geen genoeg krijgen: gestoomde bloemkool in een luchtige kaassaus met walnoten en knapperige kappertjes. Ik nam mezelf voor het thuis na te maken. Omdat ik echter in vakantiestemming was, én in goed gezelschap, vergat ik een foto te maken van het gerecht. Maar hee, het ging om bloemkool met kaassaus, hoe moeilijk kon het zijn? Pas nadat ik het drie keer naar eigen inzicht had gemaakt, kwam ik op het idee om eens op het Instagramaccount van restaurant Canastra te kijken. En wat zag ik daar? Bordjes met geroosterde bloemkool in plaats van gestoomde. In kaassaus, dat wel, en met walnoten. Maar geen kappertje te bekennen, laat staan een gefrituurd kappertje. Ach, wat maakt het ook uit, recepten voor geroosterde bloemkool zijn er al genoeg, en ik durf best te beweren dat mijn versie nét zo lekker is. Good old bloemkool met kaassaus, maar dan deluxe.
Voor 2 personen (als hoofdgerecht), of voor 4 personen (als voorgerecht):
1 middelgrote bloemkool (à ongeveer 700 g); 1 eiwit; olijfolie; 3 el kappertjes (op azijn); 75 ml volle melk; 50 ml slagroom; sap van ½ – 1 citroen; 75 g fontina, in kleine blokjes; 75 g taleggio, in kleine blokjes;15 g Parmezaanse kaas, geraspt; 2 tl maizena; ¼ – ½ tl mosterdpoeder (of mosterd); 35 g walnoten, geroosterd en grofgehakt
Verwijder het stugge groene blad van de bloemkool en stoom of kook de kool in z’n geheel 12 – 15 minuten beetgaar. Klop het eiwit in een brandschone kom stijf, maar niet té stijf.
Dep de kappertjes droog met keukenpapier. Verhit een laagje olijfolie in een pannetje en frituur de kappertjes erin tot ze krokant zijn. Laat uitlekken op keukenpapier en bestrooi met een snufje zout.
Breng in een kleine sauspan de melk en slagroom en het sap van een halve citroen tegen de kook aan. Draai het vuur laag en voeg beetje bij beetje en al roerend de kaas toe. Blijf roeren tot alle kaas gesmolten is. Roer de maizena los met 2 el koud water en schenk dit in de pan. Laat de kaassaus al roerend rustig binden. Proef en maak de saus op smaak met mosterd(poeder), peper en zo nodig zout en extra citroensap.
Haalde pan van het vuur, voeg 1/3 van het geslagen eiwit en spatel door de kaassaus. Voeg de rest van het eiwit toe en spatel er zo luchtig mogelijk door.
Verdeel de warme kaassaus over 2 of 4 borden. Snijd de bloemkool doormidden of in kwarten en verdeel over de borden. Bestrooi met gehakte walnoten en gefrituurde kappertjes.