Langer thuis wonen, maar minder thuiszorg – kan dat?

Ze kreeg dinsdagavond de ene na de andere ziekenhuisverpleegkundige „op de lijn”, vertelt D66-Kamerlid Wieke Paulusma. Ze waren blij dat de bezuiniging van 165 miljoen euro op hun na- en bijscholing van de baan is. Maar tegelijkertijd voelden ze zich ook „superongemakkelijk en bezwaard” dat de bezuiniging nu bij hun collega’s in de wijkverpleging terechtkomt.

„Je hebt als minister maanden over een oplossing na kunnen denken, en dan kom je met dít”, zegt Paulusma. „In een tijd dat mensen langer thuis wonen, huisartsen ontzettend druk zijn en mensen voor palliatieve zorg de thuiszorg nodig hebben.”

Minister Agema (Volksgezondheid, Welzijn en Sport, PVV) maakte dinsdag in een Kamerbrief bekend dat ze wil bezuinigen op het budget voor wijkverpleging, oftewel thuiszorg. Het is het alternatief voor een bezuinigingsplan uit december vorig jaar op opleidingen van zorgpersoneel in het ziekenhuis, zoals verpleegkundigen. Daarover ontstond veel commotie. Agema noemde die omstreden bezuiniging een „ongeluk”, de coalitiepartijen een „vergissing”. Een Kamermeerderheid riep Agema op een alternatief te zoeken. Dat heeft ze nu gevonden. Ze is „blij” met de oplossing, schrijft ze op LinkedIn.

Langer thuis

Toch is het een opvallende bezuiniging. Het vorige kabinet besloot juist dat ouderen langer thuis moeten blijven wonen – en dus meer thuiszorg nodig zullen hebben. In 2022 presenteerde toenmalig minister Conny Helder van Zorg (VVD) het programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen (WOZO). De kern: ouderen moeten zelfredzamer worden, meer gebruikmaken van digitale zorg en ze krijgen zo lang mogelijk zorg aan huis. Wijkverpleging speelt in die ontwikkeling een essentiële rol.

Langer thuis wonen lijkt onontkoombaar door de dubbele vergrijzing (er zijn meer ouderen die ook steeds ouder worden). Veel ouderen willen het zelf graag, en het is ook nog eens goedkoper. Verzorgingshuizen zijn er nauwelijks meer, voor een plekje in een verpleeghuis is een wachtlijst van zo’n 25.000 mensen. Zorg aan huis kost minder dan in een verpleeghuis en thuis betaalt een oudere bijvoorbeeld gewoon zijn eigen hypotheek of huur.

Het huidige kabinet is niet afgeweken van deze langer-thuis-wonen-ontwikkeling, al loopt er ook een onderzoek naar de terugkeer van bejaardenhuizen, als een soort tussenvorm tussen thuis wonen en het verpleeghuis.

Geld dat voor de wijkverpleging bedoeld is, moet eigenlijk gewoon worden opgemaakt. Maar nu gaat het al een aantal jaar terug naar de schatkist en wordt het ook niet voor de zorg ingezet

Bianca Buurman
voorzitter van de beroepsvereniging voor verzorgenden en verpleegkundigen (V&VN)

Terug naar de schatkist

Toch vindt minister Agema de bezuiniging op de wijkverpleging „gerechtvaardigd”, omdat er „structureel” sprake is van „onderuitputting”. Met andere woorden: er wordt minder geld uitgegeven dan er beschikbaar is. Een woordvoerder van het ministerie van VWS spreekt dan ook niet over een bezuiniging maar over „realistisch ramen”. Van het potje van tussen 3,5 en 4 miljard euro per jaar blijft al een aantal jaar zo’n 800 miljoen over. Dat geld vloeit terug naar de schatkist.

Die onderuitputting komt door tekort aan personeel, maar ook omdat verpleegkundigen minder uren bij een oudere zijn omdat meer wordt gekeken naar wat mensen zelf kunnen. Onderuitputting ligt vaak gevoelig. „Die 165 miljoen is straks definitief weg”, zegt Paulusma van D66. Actiz, de branchevereniging van zorgorganisaties, schrijft op haar website dat Agema „de ouderenzorg en de wijkverpleging in de kou laat staan”. Volgens Actiz komt de onderuitputting niet omdat er te weinig vraag is naar wijkverpleging. Regelgeving zorgt er volgens hen voor dat er nu geen geld mag worden gestoken in bijvoorbeeld nieuwe technologie en opleidingen: „Daar is het geld dat nu wordt weggegeven voor bedoeld.” Kamerlid Julian Bushoff (GroenLinks-PvdA) spreekt over „ een rare volgorde”. „Kijk eerst of je dat geld kan gebruiken om meer mensen aan te nemen, het werk aantrekkelijker te maken, en voor medewerkers die niet goed rond kunnen komen. Dan zie je daarna wel of je nog steeds geld overhoudt – of niet.”

Bianca Buurman, voorzitter van de beroepsvereniging voor verzorgenden en verpleegkundigen (V&VN), heeft „een heel dubbel gevoel” over de besparing, zegt ze. „Geld dat voor de wijkverpleging bedoeld is, moet eigenlijk gewoon worden opgemaakt. Maar nu gaat het al een aantal jaar terug naar de schatkist en wordt het ook niet voor de zorg ingezet.” Ze is vooral opgelucht dat de besparing op de na- en bijscholing voor ziekenhuisverpleegkundigen van de baan is. Maar, zegt ze erbij, Agema moet ook geld gaan uittrekken voor verpleegkundigen en verzorgenden in de wijkverpleging, net als voor de ouderenzorg en de ggz, die nu helemaal geen structureel geld krijgen voor scholing. „De minister moet over de brug komen.”

Willen we een hele begroting van 110 miljard euro ophouden voor een bedrag van 165 miljoen euro?

Janny Bakker-Klein
lid Eerste Kamer (CDA)

Eerste Kamer aan zet

De VWS-begroting is inmiddels al goedgekeurd door de Tweede Kamer, maar met haar voorstel komt Agema wel de Eerste Kamer tegemoet. Die heeft nog altijd niet ingestemd met haar begroting, vanwege de onduidelijkheid over hoe die 165 miljoen bezuiniging wordt ingevuld. De begrotingsbehandeling staat nu op 1 april gepland. Het is de vraag of de senaat dan nog dwars gaat liggen. In februari liet een meerderheid van de Eerste Kamer in een debat al weten vooral snelheid te willen maken – ondanks de onduidelijkheid die er toen nog was over de alternatieve bezuiniging. „Onze verantwoordelijkheid is de begroting op tijd vaststellen. Laten we een beetje vaart maken”, zei senator Marian Kaljouw (VVD) toen. En Janny Bakker-Klein (CDA): „Willen we een hele begroting van 110 miljard euro ophouden voor een bedrag van 165 miljoen euro?”


Lees ook

Tweede Kamer draait onbedoelde bezuiniging op verpleegkundigen weer terug

Joost Eerdmans (JA21), Henri Bontenbal (CDA) en Mirjam Bikker (ChristenUnie) tijdens de onderhandelingen met de coalitiepartijen over de onderwijsbegroting.