Lang vliegen en een slecht veld: de onhandige standplaats van Oranje op het WK

Reportage

WK Voetbal Het Nederlandse elftal, dat dinsdag tegen Vietnam het laatste groepsduel speelt, koos een ongelukkige WK-standplaats.

De Nederlandse speelsters warmen op tijdens de training van maandag, een dag voor de laatste groepswedstrijd van Oranje tegen Vietnam.
De Nederlandse speelsters warmen op tijdens de training van maandag, een dag voor de laatste groepswedstrijd van Oranje tegen Vietnam.

Foto AP / Alessandra Tarantino

Wanneer Oranje op maandag voor de tweede keer binnen acht dagen met het chartervliegtuig van wereldvoetbalbond FIFA in Dunedin landt, schijnt het zonnetje in de Nieuw-Zeelandse stad. Het Nederlands elftal speelde er eerder op 23 juli tegen Portugal en treft er op dinsdag (09.00 uur Nederlandse tijd) Vietnam in het overdekte Dunedin Stadium.

De temperatuur is tijdens de laatste training behaaglijk, ondanks de Nieuw-Zeelandse winter, en de grasmat van het lokale universiteitscomplex is prima. Zo lijken de omstandigheden voor het Nederlands elftal op het Zuidereiland van Nieuw-Zeeland in meerdere opzichten ideaal.

Volgens bondscoach Andries Jonker is dat echter toeval en kan het iedere dag anders zijn. „Nu schijnt misschien de zon, maar woensdag is het hier weer 6 graden, en is er regen en keiharde wind voorspeld”, legt de bondscoach van Oranje uit voorafgaand aan de laatste training. „In dat soort omstandigheden wilden we hier niet opgesloten zitten.”

Nederland koos tijdens het WK dan ook niet voor het enige beschikbare vaste onderkomen in Dunedin, maar voor een verblijf in Tauranga. Gelegen op het Noordereiland van Nieuw-Zeeland. Op maar liefst 1.300 kilometer van speelstad Dunedin, waar Oranje twee van de drie duels in de groepsfase speelt. Het andere duel, met de Verenigde Staten, vond plaats in Wellington.

Nederland heeft tegen Vietnam aan een gelijkspel genoeg om de laatste zestien te bereiken

Achteraf was Tauranga niet zo’n handige keuze als het gaat om de voor de speelsters vermoeiende vliegbewegingen. Bovendien voldoet het trainingsveld daar nog steeds niet aan de eisen. Want midden op de grasmat Bay Oval ligt een keiharde ‘plaat’ van 30 bij 30 meter, die de pitches van het cricketveld moeten beschermen. Dat maakte het spelen van elf tegen elf onmogelijk. Beloften om verbeteringen aan te brengen werden niet nagekomen. Een boze Jonker betitelde de situatie als „amateurisme van de bovenste plank”.

Een alternatief werd de voorbije week echter niet gevonden. Het meest geschikte grasveld in de buurt van Tauranga ligt op ongeveer anderhalf uur rijden in de stad Hamilton. Maar de bondscoach en zijn speelsters hadden geen zin ook nog eens uren in bussen door te brengen.

En zo strandde Oranje, de vice-wereldkampioen, op een standplaats waar het team niet eens een behoorlijke trainingspartij kon afwerken. Bij de laatste training op Bay Oval werd als noodoplossing acht tegen acht gespeeld.


Lees ook: Voetballen na de chemo – als inspiratie voor anderen

Keuze uit 62 basiskampen

Hoe heeft dit kunnen gebeuren? Tijdens het WK down under verblijven de 32 deelnemers op één vaste locatie, van waaruit ze naar de stadions in de tien speelsteden reizen. De FIFA bood voor het toernooi 62 verschillende ‘basiskampen’ aan, waarvan vijfentwintig in Nieuw-Zeeland, bestaande uit een hotel en trainingsveld. Die zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.

Het stond teams vrij om na de loting, vorig jaar oktober, meerdere locaties te bekijken om op basis daarvan verschillende voorkeuren uit te spreken. Het oog van teammanager Sonja van Geerenstein viel op het beschikbare ‘pakket’ in Tauranga: het Trinity Warf Hotel en het veld van de Bay Oval. Met als grote pluspunt de zachte temperatuur in de winter. Nadat Jonker wat foto’s en filmpjes had bekeken, raakte hij enthousiast. En wist dat over te brengen aan de internationals. Dat er midden op het beoogde trainingsveld die harde plaat lag was bekend, maar Van Geerenstein liet zich vertellen dat daar een oplossing voor zou komen.

Maar toen ze in maart van dit jaar een tweede bezoek bracht bleek het euvel nog niet verholpen. Opnieuw volgden allerlei toezeggingen van de lokale beheerders die – zo blijkt achteraf bij navraag van experts die cricketvelden onderhouden – simpelweg bij dit soort in het veld geklonken pitches niet uitgevoerd kónden worden. Tenminste niet zonder het cricketveld compleet te verruïneren. Daar kwam Jonker pas achter toen hij al met zijn team in Tauranga was aangekomen. Aan de verontschuldigingen van de FIFA had hij niets.

42.000 kilometer vliegen

De keuze voor Tauranga heeft ondertussen ook het aantal reiskilometers van Oranje opgestuwd. Het WK in Australië en Nieuw-Zeeland is nog niet voorbij de groepsfase en het is nu al zeker dat de vijfentwintig internationals – van wie er inmiddels twee naar huis zijn – en 35 stafleden per persoon ruim 42.000 kilometer in de lucht zullen afleggen. Dat is meer dan een rondje om de wereld. En daar zullen nog vele duizenden kilometers bij kunnen komen.

Verreweg het grootste deel van die kilometers wordt gemaakt bij de reis van Schiphol naar Sydney, waar Oranje als eerste neerstreek (bijna 17.000 kilometer) en vervolgens naar Nieuw-Zeeland – en de terugreis die nog volgt. Maar daarnaast vloog Oranje in de groepsfase ook nog eens 5.000 kilometer.

De FIFA heeft overigens laten weten de uitstoot van emissies te willen compenseren, maar pas in het najaar zal duidelijk worden hoe dat precies wordt vormgegeven.

Nederland heeft tegen Vietnam aan een gelijkspel genoeg om de laatste zestien te bereiken. Om de groep te winnen is Oranje afhankelijk van het resultaat van het duel tussen de VS en Portugal. Bij winst van Team USA komt het aan op het doelsaldo.

Logischerwijs geldt: hoe verder Oranje komt, hoe meer er gevlogen moet worden. Als Nederland eerste wordt van Groep E staat er een achtste finale gepland in Sydney tegen hoogstwaarschijnlijk Italië of Zuid-Afrika. Wordt Nederland tweede, dan ligt een treffen met Zweden in Melbourne voor de hand. Een eventuele kwartfinale is voor Oranje hoe dan ook weer op Nieuw-Zeelandse bodem: Auckland of Wellington. De finale is op 20 augustus in Australië, in Sydney.

Terwijl Jonker en zijn elftal op het WK strijden om zo ver mogelijk te komen, is voetbalbond KNVB in Australië en Nieuw-Zeeland samen met Conny Helder (demissionair Minister van Sport, VVD) een lobby aan het voeren om het WK van 2027 naar Nederland te halen. Dat toernooi zou dan samen met Duitsland en België worden georganiseerd. ‘Duurzaamheid’ is één van belangrijkste pijlers van het bid.

Dat lijkt aanlokkelijk voor de FIFA: de wereldvoetbalbond heeft zich gecommitteerd aan de klimaatdoelen van Parijs. Om daaraan te voldoen moet in 2030 de uitstoot van CO2 bij toernooien voor de helft zijn verminderd, en vóór 2040 op netto nul uitkomen.

Een „compact” WK, zoals secretaris-generaal van de KNVB Gijs de Jong het noemt, kan daaraan bijdragen. Het idee van de KNVB, zo zei hij tegen de NOS, is om het reizen, zodra iedereen is ingevlogen, „vooral” per trein en ander openbaar vervoer te doen, zodat verder vliegen niet nodig is.


Lees ook: Oranje-aanvoerder Sherida Spitse: ‘De over-mijn-lijk-mentaliteit zit diep in mijn karakter. Dat mis ik wel eens bij de jongere generatie’