De uitslag van de Iraanse parlementsverkiezingen van afgelopen vrijdag stond al bij voorbaat vast. Zorgvuldig hadden de conservatieven rond de 84-jarige opperste leider, Ali Khamenei, vrijwel alle kandidaten die er enigszins liberale of progressieve denkbeelden op na hielden, van de kieslijsten geschrapt. Slechts dertig van de in totaal 15.200 kandidaten voor de 290 zetels golden als hervormingsgezind.
Desondanks waren de verkiezingen van belang. Het was voor het eerst dat de Iraniërs hun stem konden uitbrengen sinds de massale protesten na de dood van Mahsa Amini, een jonge Koerdische vrouw die in september 2022 stierf nadat ze hardhandig was opgepakt door de zedenpolitie. Ze zou haar hoofddoek niet correct hebben gedragen. Bij de daaropvolgende betogingen, die maandenlang aanhielden, vielen honderden doden en duizenden gewonden. Veel betogers zitten nog gevangen. Anderen werden zelfs opgehangen.
Al hadden de kiezers vrijdag weinig keus, ze konden desgewenst wel thuisblijven. Als voldoende kiezers dat zouden doen, zou de stembusgang aan geloofwaardigheid verliezen. Met het oog daarop hadden hervormingsgezinde politici de circa zestig miljoen stemgerechtigden opgeroepen niet te gaan stemmen.
Ex-president Mohammed Khatami liet bij voorbeeld weten dat hij niet zou gaan stemmen. En ook Narges Mohammadi, vorig jaar winnares van de Nobelprijs voor de Vrede, riep vanuit de gevangenis op thuis te blijven. Zij omschreef de verkiezing in een verklaring die ze via haar familie naar buiten bracht, als „een schertsvertoning”.
Zo liepen de verkiezingen indirect uit op een populariteitstest voor het islamitische regime. Dat besefte ayatollah Khamenei eveneens. Daarom riep hij de Iraniërs nadrukkelijk op vooral te gaan stemmen. „De verkiezingen zijn een plicht”, stelde hij. „En wie zich ook maar tegen verkiezingen verzet, verzet zich tegen de Islamitische Republiek Iran.”
Een nieuw diepterecord?
Het zorgde ervoor dat er meer naar het opkomstpercentage werd gekeken dan naar de uitslag. Vooraf had het regime laten weten ongeveer 41 procent van de kiezers bij de stemhokjes te verwachten, wat op zichzelf al een diepterecord zou zijn. Uit een andere semi-officiële peiling bleek zelfs dat maar 36 procent zou gaan stemmen en in de hoofdstad Teheran 15 procent. Het medium dat deze peiling publiceerde, Khabaraonline, kreeg daarop van hogerhand direct opdracht deze peiling van zijn website te verwijderen.
Wat vrijdag het werkelijke opkomstpercentage was, is nog onzeker. Regeringsgezinde media meldden zaterdag dat het rond de 40 procent zou hebben gelegen, maar een officiële bevestiging daarvan bleef uit. Het lijkt wel zeker dat het percentage echter beneden de 42,5 procent lag. Dat was het officiële percentage van vier jaar geleden, destijds ook al een laagterecord.
De Iraniërs mochten vrijdag bovendien 88 geestelijken kiezen voor de zogeheten Raad van Experts. Die houdt toezicht op de opperste leider en kan bij diens overlijden een nieuwe leider aanwijzen. Ook hier domineerden de aanhangers van de harde conservatieve lijn volledig. Zelfs de relatief gematigde oud-president Hassan Rohani, een drijvende kracht achter het nucleaire akkoord met de Verenigde Staten van 2015, mocht zich hiervoor niet meer kandidaat stellen.
Zo brokkelen de laatste democratische elementen in het Iraanse bestel snel verder af. Was er een jaar of tien geleden meestal nog wel iets te kiezen – tussen aartsconservatieve en gematigd conservatieve politici – inmiddels vinden Khamenei en de eveneens zeer conservatieve president Ebrahim Raisi het veiliger geen gematigde kandidaten aan het electoraat aan te bieden. Veel Iraniërs hebben inmiddels allang de moed opgegeven dat er via verkiezingen iets kan veranderen in hun land.
Straf voor geliefde zanger
Dat het regime niet van zins is zijn tegenstanders te sparen, toonde het afgelopen vrijdag. Toen maakte de geliefde zanger Shervin Hajipour (26) bekend dat hij door een tribunaal tot drie jaar gevangenisstraf is veroordeeld wegens ophitsing, die een gevaar voor de nationale veiligheid zouden hebben gevormd. Hajipours lied ‘Baraye’ (Omdat), dat bestaat uit fragmenten uit de protestbeweging die hij van de sociale media plukte, werd een hit onder de betogers. Later won het zelfs een Grammy als beste lied voor sociale hervorming. Hajipour moet bovendien voor straf liederen gaan schrijven over Amerikaanse misdaden tegen de mensheid, bepaalde het tribunaal.
Lees ook
Gevangen in Iran: ‘Ik krijg de doodstraf, vertel niets aan mama’