Laatste Ariane 5-lancering luidt Europese ruimtecrisis in

Ruimtevaart Juist nu Europa streeft naar meer ‘strategische autonomie’, heeft het na de pensionering van de Ariane 5-raket voorlopig geen eigen toegang tot de ruimte meer.

In de nacht van vrijdag op zaterdag (Nederlandse tijd) gaat in Frans Guyana de allerlaatste Ariane 5-raket de lucht in. Haar opvolger laat nog op zich wachten.
In de nacht van vrijdag op zaterdag (Nederlandse tijd) gaat in Frans Guyana de allerlaatste Ariane 5-raket de lucht in. Haar opvolger laat nog op zich wachten. Foto Vincent Amalvy/AFP

Voor de allerlaatste keer stijgt een Ariane 5-raket in de nacht van vrijdag op zaterdag Nederlandse tijd met donderend geraas uit boven de Zuid-Amerikaanse jungle. De Europese ruimtevaartorganisatie ESA lanceert dan vanaf de basis Kourou in Frans Guyana het 117de exemplaar, met aan boord een Franse defensiesatelliet en een Duitse communicatiesatelliet. Slechts twee voorgangers verongelukten.

De Ariane 5 „was ongeëvenaard in zijn betrouwbaarheid en precisie”, zegt Harm van de Wetering, directeur van de NSO (Netherlands Space Office) de minder bekende Nederlandse tegenhanger van NASA. „Zo heeft hij de James Webb-telescoop zó netjes afgeleverd dat de levensduur bijna verdubbeld wordt.” De raket bracht NASA’s meest geavanceerde ruimtetelescoop precies naar zijn standplaats, zodat hij stuwstoffen uitspaarde. Die kunnen nu gebruikt worden voor correcties zodat de juiste positie langer in stand blijft.


Lees ook Ariane-5 wil zich snel bewijzen (1996)

Maar na deze lancering valt het doek voor de vijftig meter hoge raket, die zich de afgelopen decennia ontpopte tot hét werkpaard van de Europese ruimtevaart. En omdat de beoogde opvolger, Ariane 6, nog niet beschikbaar is, zit Europa voorlopig zonder eigen toegang tot de ruimte.

De Ariane 6 moet ESA helpen in de concurrentie met de Falcon 9-raket van Elon Musks commerciële ruimtevaartbedrijf SpaceX, die – mede dankzij een herbruikbare eerste rakettrap – goedkoper kan opereren dan de toch al relatief voordelige Ariane 5, die 150 miljoen euro per lancering kost. De nieuwe raket zou de kosten terugdringen door vergaande standaardisering en robotisering van de productie, maar de geplande lanceerdatum van 2020 – op tijd voor een flinke overlap met haar voorganger – werd niet gehaald. Corona speelde daarbij een rol, maar over de technische redenen voor het uitstel blijft ESA schimmig. Nu zal de Ariane 6 naar verwachting op zijn vroegst in 2024 debuteren.

Invasie in Oekraïne

Tot die tijd heeft Europa weinig opties. Toch nog een Ariane 5 bouwen zou jaren duren. De kleinere Vega C-raket, gemaakt door het Italiaanse Avio, staat op non-actief na een mislukte lancering in december 2022, en komt op zijn vroegst in december weer beschikbaar. En de oerbetrouwbare en betaalbare Russische Sojoez-raket is geen optie meer sinds de Russische invasie van Oekraïne.

„Europa bevindt zich in een acute lanceercrisis”, schreef ESA-Directeur Josef Aschbacher vorige maand in een alarmerend opiniestuk. Juist in tijden dat strategische autonomie in de ruimte steeds belangrijker wordt, kan Europa er niet zelf bij. „Dat betekent ook dat we bij bevriende partijen moeten aankloppen”, zegt Van de Wetering, „of zij alsjeblieft onze belangrijke Europese satellieten willen lanceren.”

De oerbetrouwbare en betaalbare Russische Sojoez-raket is geen optie meer sinds de invasie van Oekraïne

Zo wordt ESA’s ruimtetelescoop Euclid, die op zoek gaat naar donkere materie in het heelal, begin juli gelanceerd aan boord van een Falcon 9 van concurrent SpaceX. „Het is prettiger om dat geld uit te geven aan onze eigen Europese ruimtevaartindustrie”, zegt Van de Wetering, „maar vooral vinden we het belangrijk om überhaupt te kunnen terugvallen op een eigen lanceerder.”

Lees ook SpaceX: Hoe Elon Musk de commerciële ‘space race’ wint

Dat geldt des te sterker voor strategisch belangrijke ruimtevaartinfrastructuur, zoals het Europese satellietnavigatiesysteem Galileo, het aardobservatieprogramma Copernicus, en al helemaal voor militaire satellieten zoals de Franse Syracuse 4B die nu nog op het lanceerplatform in Kourou klaarstaat.

De Russische invasie in Oekraïne, waarin satellietbeelden en -communicatie van levensbelang zijn gebleken, hebben het belang nog verder onderstreept. „Jarenlang was strategische autonomie in de ruimte nogal een theoretisch en hypothetisch verhaal, maar dat is nu wel voorbij”, zegt Van de Wetering.

Ruimtevaartstartups

NSO werkt op verzoek van de Tweede Kamer en meerdere ministeries aan een langetermijn-ruimtevaartagenda, „met het verzoek om meer ambitie te tonen”. Precies ook wat ESA-directeur Aschbacher bepleit: „Europa kan zich niet veroorloven om achter te blijven op deze strategische domeinen.”

Volgens Aschbacher moeten oude samenwerkingsmodellen daarom op de schop. Gebruikelijk binnen ESA is bijvoorbeeld de formule van de georeturn, een vorm van toegestane staatssteun: de financiële bijdrage van ieder ESA-land komt terug in de vorm van opdrachten voor de ruimtevaartindustrie. Zo werd het engine frame van de Ariane 5, de kegelvormige constructie aan de onderkant waar de raketmotor in hangt, steevast gebouwd door Dutch Space in Leiden (nu Airbus in Oegstgeest). Een langs de weg uitgestald showmodel werd door Leidenaars ‘het koffiefilter’ gedoopt.

In september 2022 bracht een Ariane 5 een satelliet van het Franse Eutelsat in een baan om de aarde.

Foto Jody Amiet/AFP

Vaak gaan de opdrachten naar grote gevestigde partijen, niet naar kleine innovatieve startups. Europa zou kosten en tijd kunnen besparen door meer ruimte te bieden aan de ontluikende industrie van tientallen kleinere Europese ruimtevaartbedrijven, die op eigen initiatief raketten ontwikkelen buiten ESA-programma’s om. Zo is er bijvoorbeeld het Duitse Rocket Factory Augsburg, dat dit jaar nog zijn RFA One-raket wil lanceren vanaf een basis op de Shetland-Eilanden. Het Nederlandse ATG in Noordwijk levert onderdelen.

Meteen zal zo’n nieuwe aanpak niet helpen. Raketten ontwikkelen duurt jaren, ESA-lidstaten nemen pas grote besluiten op hun ministeriële conferentie in 2025, en het huidige rakettentekort zal dus opgelost moeten worden door stug door te werken aan Vega C en Ariane 6. Van de Wetering: „Maar voor daarna is het zeker noodzakelijk om ook over andere aanpakken te praten.”