Kunnen mensen hun familie op de geur herkennen?

Durf te vragen Geurherkenning helpt onder meer bij het vermijden van incest.


Illustratie Jesse Ceelen

We kiezen onze partners deels met onze neus, zo hoor je aan de borreltafel. U kent misschien het beroemde T-shirtexperiment uit 1995. Daarbij moesten vrouwen aangeven hoe lekker ze verschillende T-shirts vonden ruiken die door mannen waren gedragen. De vrouwen, zo bleek uit hun T-shirtkeuze, zouden een voorkeur hebben voor mannen die een goede genetische match voor hen zouden zijn. Het werd een veelbesproken onderwerp. Vooral ook omdat de pil de vrouwelijke geurvoorkeuren bleek te beïnvloeden.

De neus als leidraad bij onze partnerkeuze: zouden we dan toch gewoon gehoorzamen aan de wetten van de natuur? Vast wel. Maar op basis van dit onderzoek is dat niet te zeggen. Allerlei latere studies haalden namelijk het T-shirtonderzoek onderuit.

Toch is er één sociaal domein waarin geur onmiskenbaar een rol speelt. Mensen kunnen familieleden op de geur herkennen, zo blijkt uit talloze onderzoeken. Daarmee voegen we ons keurig tussen de andere dieren die dat ook kunnen, van kakkerlakken en guppies tot pimpelmezen, ringstaartmaki’s en chimpansees.

Maar welk nut heeft die vaardigheid eigenlijk? Waarom zou je je familie blindelings willen herkennen? Daarvoor zijn verschillende antwoorden geopperd. Moeders en hun baby’s herkennen elkaar aan hun geur – en ook vaders, hoewel in mindere mate. Het mechanisme versterkt de binding tussen ouder en kind, en daarmee de ouderlijke zorg, en helpt voorkomen dat ouders per ongeluk een kind van een ander opvoeden. Het voorkomt ook kindermoord, althans bij chimpansees. En: het voorkomt incest. Dus zelfs als je je kinderen, ouders, broers of zussen niet qua uiterlijk herkent – bijvoorbeeld omdat je elkaar sinds je geboorte niet meer hebt gezien – helpen lichaamsgeuren voorkomen dat je per ongeluk kinderen maakt met een familielid.

Moeders vinden hun kinderen lekker ruiken

Ook een Duitse geurstudie uit 2020 wijst naar incestvermijding. Die studie liet zien dat moeders de geur van hun eigen kinderen lekker vinden en sterk verkiezen boven die van andere kinderen. Maar de voorkeur voor de geur van hun zonen – en niet voor die van hun dochters – stopt zodra zij in de puberteit komen. Hoe meer testosteron een zoon aanmaakt, dus hoe seksueel rijper hij wordt, hoe minder lekker zijn moeder zijn oksels vindt ruiken. Maar dat effect is er alleen bij haar eigen zoon – niet bij andere jongens.

Een Amerikaanse studie uit 2003 vond ook een geuraversie tussen vaders en dochters, en tussen broers en zussen. Die laatste bevinding zou een verklaring kunnen zijn van het zogeheten Westermarck-effect, vernoemd naar een Finse antropoloog die er in 1891 over schreef in zijn boek over de geschiedenis van het huwelijk. Westermarck stelde dat mensen een seksuele afkeer ontwikkelen voor mensen met wie zij als jong kind samenwoonden. Zelfs als mensen zich elkaar niet meer bewust herinneren, bijvoorbeeld omdat ze al vroeg van elkaar gescheiden raakten.

Of Westermarck helemaal gelijk had, daarover verschillen de meningen. Zijn onderzoek was niet waterdicht. Maar vast staat wel dat er in de natuur verschillende mechanismen zijn die incest helpen voorkomen – waaronder dus geurherkenning. Die mechanismen zijn ontstaan omdat incest evolutionair ongunstig is. Kinderen van ouders die nauw aan elkaar verwant zijn, hebben namelijk een grotere kans op genetische afwijkingen.

Taboe op incest

Veel mensen (en dieren) dragen immers kleine genetische defecten met zich mee. Die komen niet aan het licht als je er maar één kopie van meedraagt (van je vader óf van je moeder), want dan heb je altijd nog een gezonde tegenhanger van dat gen van de andere ouder. Maar het defect steekt wel de kop op als je er twee kopieën van hebt, namelijk van je vader én van je moeder. Zij kunnen hetzelfde defect bijvoorbeeld allebei hebben geërfd van een gezamenlijke grootouder.

Daarom rust er in de meeste samenlevingen een taboe op incest – hoewel niet in allemaal. Bij de Egyptische farao’s was incest gebruikelijk: zo wilden de faraofamilies verwatering van de koninklijke bloedlijn voorkomen en hun macht behouden. Maar dat had wel zijn prijs. De jonggestorven Egyptische farao Toetanchamon, wiens zus waarschijnlijk zijn moeder was, had allerlei ernstige misvormingen, waaronder een klompvoet, te veel tenen en een kromme wervelkolom.

Geur is dus zeker niet het hele verhaal. Aangeleerde voorkeuren, waaronder culturele gebruiken, zijn zeker zo belangrijk. En dan zijn er nog de oude ideeën uit de psychoanalyse, die stellen dat kinderen diep vanbinnen júíst op zoek zouden zijn naar een seksuele relatie met hun ouders. Oedipus versus Westermarck: het blijft voer voor psychologen.

Illustraties Jesse Ceelen