Als mensen mij vragen wat mijn moedertaal is, zeg ik altijd: „Nederlands.” Maar eigenlijk is dat niet waar. Het Limburgs van Venlo is mijn moedertaal: tot mijn vijfde hoorde en sprak ik alleen Venloos. Daarna verhuisden we naar Brabant en schakelde het hele gezin over op Standaard Nederlands. Ik versta de Midden-Limburgse dialecten nog altijd perfect, maar ik kan er nauwelijks iets in zeggen. Dus ja, je kunt je moedertaal in ieder geval voor een deel verliezen.
Maar ook helemaal? Er is ooit een onderzoek gedaan met Koreaanse adoptiekinderen in Frankrijk. Die waren tussen hun 3de en 8ste naar Frankrijk gekomen en groeiden daar op met heel veel Frans en zonder het Koreaans, dat van huis uit hun moedertaal was. Op volwassen leeftijd bleken ze in het beslissen of bepaalde zinnen of woorden Koreaans waren, net zo slecht te zijn als willekeurige Franse leeftijdgenoten.
Was dat Koreaans daarmee volledig verdwenen? „Er is altijd wel iets dat overblijft”, zegt Merel Keijzer (Universiteit Groningen). „Maar dat kan behoorlijk ondergesneeuwd raken. En zodra iemand weer in zo’n taal wordt ondergedompeld, kan dat heel snel terugkomen.” En inderdaad, de Koreaanse geadopteerden pikten het Koreaans daarna, in een vervolgonderzoek, sneller op dan ‘gewone’ Franstaligen.
Impact op de moedertaal
Keijzer deed onderzoek naar Nederlanders die op volwassen leeftijd emigreerden naar Australië en Canada. „Sommigen zeiden: ik was een native speaker van het Nederlands, maar ik voel me nu niet helemaal meer een native speaker daarvan. Het is nog wel mijn moedertaal, maar ik kan me er niet optimaal in uitdrukken.”
Keijzer vervolgt: „Gek genoeg is het juist in de eerste jaren in het nieuwe land dat je de meeste impact van de nieuwe taal op de moedertaal ziet. Dat is ergens heel counterintuitive. En mensen vinden het ook heel aanstellerig, als iemand heel Amerikaans klinkt terwijl hij misschien nog maar een jaar in Amerika woont. De verklaring: the good learners are also good forgetters. Als je grote stappen wilt zetten in het leren van zo’n tweede taal, moet je toestaan dat die tweede taal je eerste taal ook gaat beïnvloeden. Als het niveau in de tweede taal eenmaal goed genoeg is, kun je weer wat preciezer worden over je eerste taal.”
Talen zitten in het brein immers gewoon door elkaar heen. Keijzer: „Het is niet zo dat op een bepaald moment de ene taal slaapt en de andere actief is. Alle talen die je beheerst zijn altijd actief.”
Dat zie je bijvoorbeeld bij hersenbeschadiging. „Als er iets taligs is wat dan niet goed meer lukt, geldt dat in de regel niet voor één taal maar voor alle talen die die persoon heeft gesproken.”
Pijlsnel de juiste keuze maken
En psycholinguïstische experimenten laten zien: als je naar een woord zoekt, worden er eerst een heleboel woorden gelijktijdig geactiveerd in de verschillende talen die je beheerst. Daarna wordt pijlsnel de juiste keuze gemaakt. Het juiste woord, in de juiste taal.
Ook de grammatica’s zitten door elkaar heen. Die beïnvloeden elkaar eveneens. „Wat ik veel zag bij de Nederlanders in Canada was dat ze soms de Engelse woordvolgorde gebruiken. Dan zeiden ze ‘omdat hij was ziek’ omdat het in het Engels ‘because he was ill’ is.”
Zodra er elementen van je moedertaal in de versukkeling raken, geldt de regel: last in, first out. Woorden die het eerst verworven zijn blijven het langst. Mama, auto. Reus, kabouter. Woorden die pas heel laat verworven zijn, verdwijnen sneller. Ook de grammaticaregels die je als laatste geleerd hebt, beginnen eerder te haperen: passieve zinnen, verkleinwoorden, allerlei onregelmatige vormen.
In het Limburgs van mijn moeder: „Wasse ut ierst geleert hees det blieft ut langst.”