Omdat we uit huis moesten vanwege potentiële kopers gingen we met Frida van Roosmalen (1) een stukje rijden. De andere kant op, richting Uitgeest. We legden aan bij café-restaurant De Krokodil in Krommenie, een wegrestaurant zoals ik het alleen kende uit Amerikaanse films met slechte afloop.
Een tankstation, een parkeerplaats, weilanden en De Krokodil. De vader van de vriendin had er tientallen jaren geleden uren rokend doorgebracht, aan de bar en achter de gokkast.
Er was nadien weinig veranderd. Dat zag ik meteen, ook al was ik er voor de eerste keer. Het personeel at zwijgend zuurkool met worst aan een stamtafel, aan de tafel achter ons sneed een man meedogenloos door twee eierdooiers.
Frida voor Roosmalen (1) kroop tussen de tafels met kleedjes naar een stenen krokodil bij de open haard. De koffie kwam in een wit kopje, met een koekje in cellofaan. De ober zei dat de eigenaren een band met Spanje hebben, dat er daarom zoveel tapas op de kaart staan en dat je er om te dineren moet reserveren omdat er veel aanloop is van mensen die hun vrije tijd vullen met ‘een stukje rijden’ van niets naar nergens.
En toen had hij me.
‘Een stukje rijden.’
Toen mijn ouders nog niet zo lang in Arnhem woonden parkeerden ze de auto wel eens op een vluchtstrook. Klapstoelen eruit. Auto’s kijken. En daarna ergens een hapje eten. Toen ze mij daarover vertelden probeerde ik hun levens erbij te denken, en nu twintig jaar later zat ik er opeens middenin. Ik was terug in de tijd van Simon Carmiggelt, De Fabriek en Wim Kan. We keken door het raam naar het niets.
Tevreden met niets en elkaar.
„De mensen zullen nu wel weg zijn”, zei de vriendin na een half uur. „We kunnen naar huis.”
We rekenden af.
Buiten sloeg de wind ons in het gezicht, Frida stapte in een plas, de auto wilde niet starten, een man rookte in zijn auto een sigaret.
„Als we hier onverhoopt toch blijven wonen, kom ik hier terug”, hoorde ik mezelf zeggen.
„Maar we gaan verhuizen”, zei de vriendin.
„Ja”, zei ik, „we gaan wel verhuizen.”
Later, als we ver weg wonen, komen we zeker nog een keer terug om te voelen wat we niet gemist hebben.
Marcel van Roosmalen schrijft op deze plek een wisselcolumn met Ellen Deckwitz.
‘Ik weet dat het niet makkelijk is om van [de Britse inlichtingendienst] MI5 naar mijn afdeling verbannen te worden”, zegt de glorieus vulgaire en misantropische meesterspion Jackson Lamb (een heerlijke rol van Gary Oldman) tegen zijn team van mislukte geheim agenten. „Maar daar hebben jullie het zelf naar gemaakt. Alleen prutsers worden naar Slough House gestuurd. En ik moet eerlijk zijn: samenwerken met jullie is het dieptepunt geweest van een teleurstellende carrière.”
Met zijn combinatie van sardonische komedie en meeslepende spionagethriller is de serie Slow Horses (Apple TV+) na vier seizoenen uitgegroeid een grote hit bij publiek en critici. De Slow Horses uit de titel zijn mislukte MI5-agenten die worden verbannen naar het ‘administratieve kerkhof’ genaamd Slough House (hun naam is een woordspeling op het gebouw waar ze werken) omdat ze een missie hebben verprutst, aan lagerwal zijn geraakt, of simpelweg onuitstaanbaar zijn. Daar doet deze groep buitenbeentjes saaie administratieve taken, terwijl ze afgeblaft worden door hun baas Lamb.
Het hart van de serie vormt de fantastische vertolking van Lamb door Oldman. Het is niet de eerste keer dat hij in de huid kruipt van een spion. Zo speelde hij in 2011 de zwijgzame superspion George Smiley in een stijlvolle adaptatie van John Le Carré’s Tinker Tailor Soldier Spy. Maar Lamb lijkt in veel opzichten de tegenpool van Smiley. Zijn lange, ongewassen haar hangt in slierten langs zijn gezicht. Er zitten gaten in zijn sokken. Hij rookt, drinkt, en leeft op Chinese en Indiase afhaalmaaltijden, die hij op groteske wijze naar binnen werkt. Hij laat geregeld harde scheten, waarvan hij soms wakker schiet.
In tegenstelling tot wat het lijkt, is Lamb een uiterst capabele spion die de indruk wekt dat hij alles al eens heeft gemaakt. Zijn grofheid maskeert een getroebleerd verleden dat nooit wordt uitgediept in de serie – hij blijft een enigma.
Slow Horses is gebaseerd op de Slough House-spionagereeks van schrijver Mick Herron. Hij zei dat Lamb „een Smiley, een soort held moet zijn geweest op een bepaald punt in zijn leven, maar dat hij dat allemaal doorzien heeft en ertegen gereageerd heeft om te worden wie hij is. Hij is niet echt een tegenpool. Hij is gewoon via de andere kant gekomen”.
Afdankertjes
Lamb vindt zijn team van buitenbeentjes maar een stelletje idioten, en dat laat hij ook voortdurend merken door ze ‘afdankertjes’ te noemen. Maar de Slow Horses bleken vanaf seizoen één tot veel meer in staat dan de denigrerende opmerkingen van hun baas doen vermoeden. In de afgelopen drie seizoenen hebben ze het met succes opgenomen tegen extreem-rechtse terroristen, zwaar bewapende privémilities, Russische slapende cellen, en zelfs enkele malafide tegenhangers bij MI5. Hoewel er enkele spectaculaire scènes in voorkomen, draait de serie meer om interessante personages en plot.
In het nieuwe, vierde seizoen worden de Slow Horses wakker geschud door een autobom in een winkelcentrum die tot ontploffing wordt gebracht door een terrorist wiens paspoort suggereert dat hij een oude MI5-identiteit gebruikt. Tegelijkertijd lijkt Slow Horse River Cartwright met een jachtgeweer te worden doodgeschoten door zijn dementerende grootvader, de voormalige leider van MI5, David Cartwright (Jonathan Pryce). Die losstaande incidenten blijken uiteraard nauw met elkaar verbonden te zijn. De verhaallijn bevat ontroerende scènes tussen kleinzoon Cartwright en zijn dementerende grootvader, en een intrigerende trip naar het Franse platteland op zoek naar een huurmoordenaar.
Gelaagd
Wat Slow Horses zo goed maakt is dat de serie de juiste balans weet te vinden tussen de komische interacties tussen Lamb en zijn afdankertjes in Slough House, de verbluffende plotwendingen, en een gelaagd drama met complexe personages. Voor Mick Herron, de schrijver van de Slough House-reeks, is spionage slechts de katalysator voor karakterontwikkeling en plot. Hij heeft een scherp oog voor de karakters en de zwakheden van mensen. Zijn personages zijn allemaal beschadigd door hun leven als spion. En de vraag of ze ooit kunnen terugkeren in de maatschappij hangt boven de serie. Daarmee blaast Slow Horses nieuw leven in het enigszins sleets geraakte spionagegenre.
Toch werd de serie eerst over het hoofd gezien omdat hij op een minder populaire streamingdienst (Apple TV+) te zien was. Maar dankzij het uitstekende schrijfwerk, de uitmuntende cast van Britse topacteurs, en het onverminderd hoge niveau van elk seizoen, groeide de populariteit. Zonder veel media-aandacht, en vooral dankzij mond-tot-mondreclame van een groeiende schare fans. Maar na een stortvloed aan Emmy-nominaties, waarvan er één werd verzilverd (voor beste schrijfwerk), is er geen ontkomen meer aan: Slow Horses is een van de beste series van dit moment.
Daar zijn ze ook van doordrongen bij het Royal United Services Institute, een denktank op het gebied van defensie en veiligheid met een sjiek hoofdkantoor in Londen. In een commentaar op de website vraagt senior fellow Philip Shetler-Jones zich af wat Slow Horses kan vertellen over het moderne Verenigd Koninkrijk. „John Le Carré schreef dat de geheime dienst de uitdrukking is van de psyche van een land”, schrijft hij. „Het thema van verraad dat het grootste deel van Le Carré’s werk bezielde, weerspiegelde de zelftwijfel van een natie die zich [tijdens de Koude Oorlog] had neergelegd bij haar neergang. Slow Horses weerspiegelt de hedendaagse Britse psyche via zijn gebrekkige maar onversaagde spionnen en hun strijd tegen cynisme, bureaucratie en verval.”
Slow Horses is te zien op Apple TV+. Seizoen 4: elke woensdag een nieuwe aflevering.
Minister Fleur Agema (Zorg, PVV) gaat alsnog mpox-vaccins doneren aan Afrika. Dat heeft ze laten weten naar aanleiding van een motie die dinsdagmiddag door een meerderheid van de Tweede Kamer is aangenomen. Die motie van acht Kamerfracties – inclusief coalitiepartij NSC – vraagt om 13.200 vaccins „per direct in te zetten in de getroffen gebieden in Afrika”.
Samen hebben de indieners van de motie 72 zetels, maar er kwam ook steun van de ChristenUnie, SGP en JA21. „We hebben al veel tijd verloren. Het is nu tijd voor actie”, laat een van de indieners, Kamerlid Wieke Paulusma (D66), weten. Agema komt later nog met een brief aan de Tweede Kamer.
Het al dan niet leveren van vaccins zorgt al weken voor irritaties tussen Agema en een groot deel van de Tweede Kamer. De Kamer wil, net als het RIVM en de eigen ambtenaren van het ministerie van VWS, dat Agema 13.200 van de 100.000 vaccins aan Afrika geeft. Agema wil juist een „veilige voorraad” van 100.000 aanhouden voor als Nederland met een mpox-uitbraak te maken krijgt. Die kans is volgens haar klein, maar denkbaar.
Inmiddels heeft de minister nieuwe vaccins besteld als vervanging van het deel van de huidige voorraad waarvan de houdbaarheidsdatum verloopt. Die vaccins zullen waarschijnlijk in het voorjaar van 2025 geleverd worden. Dan wil Agema een nieuwe afweging maken.
Lees ook
‘Geheime voorraad’ vaccins zorgt opnieuw voor irritatie in Kamerdebat over mpox
Kwaadwillenden
Twee weken geleden liep een spoeddebat over het niet-doneren van de vaccins hoog op, nadat Agema naast ‘de veilige voorraad’ met een nieuw argument kwam: „kwaadwillenden die het virus bewust willen verspreiden”. Ze wees daarbij naar Rusland. Ook sprak Agema over het bestaan van een voorraad oudere eerstegeneratievaccins tegen pokken, die ook tegen mpox werken. Onduidelijk is hoeveel er daarvan zijn en of die nog bruikbaar zijn.
Mpox, voorheen bekend als apenpokken, wint na de uitbraak in de Democratische Republiek Congo in steeds meer landen terrein. Voor mensen met een slechte weerstand, zoals ouderen, zwangeren, kinderen en mensen met hiv, kan een infectie dodelijk zijn. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) riep half augustus de uitbraak uit tot internationale noodsituatie en vroeg andere landen vaccins te doneren. Voor de campagne zijn naar verwachting zo’n tien miljoen vaccins nodig, stelde de WHO.
Dit bericht is aangevuld met een reactie van minister Agema op de motie.
Lees ook
Het apenpokkenvirus werd geen epidemie door veiliger seks en vaccinatie
Een brede meerderheid van de Tweede Kamer is vóór een helmplicht en een leeftijdsgrens van 14 jaar voor fatbikes. Alle fracties, behalve die van Denk en Forum voor Democratie, hebben dinsdag vóór de betreffende motie van VVD en NSC gestemd.
Ook twee andere moties aangaande fatbikes werden aangenomen. Zo wil de Kamer een ‘typegoedkeuring’ voor fatbikes, zodat er beter gecontroleerd kan worden op kwaliteit en wettelijke vereisten. Dat moet bijvoorbeeld de opgevoerde Chinese fatbikes van de Nederlandse markt weren.
Met het oog op opgevoerde fatbikes wil een meerderheid van de Kamer ook dat de politie de mogelijkheid krijgt om in alle gevallen van controle in het menu van de fatbike te kijken. Daarin valt te zien of die opgevoerd is. Een motie die opriep tot een kentekenplicht voor fatbikes werd verworpen.
Ongelukken
De Kamer maakt zich zorgen over de verkeershinder door fatbikes en over het toenemende aantal ongelukken daarmee. In de eerste helft van dit jaar waren dat er 140, bleek afgelopen maandag uit het Letsel Informatie Systeem van dertien spoedeisendehulp-afdelingen van ziekenhuizen. Dat is bijna twee keer zoveel als in heel 2023. 47 procent van de fatbikeslachtoffers is tussen de 12 en 15 jaar oud. Van de slachtoffers tijdens het ongeval reed 81 procent zelf op de fatbike.
Wanneer en in welke vorm er een helmplicht komt, is nog onduidelijk. Minister Barry Madlener (Infrastructuur en Waterstaat, PVV) liet eerder al weten dat het volgens hem „ineffectief” is om specifiek voor fatbikes een helmplicht in te voeren en niet voor andere elektrische fietsen. „Dan krijg je straks een slimbike of een fiets met een ander zadel. […] Als we ons richten op het nu, dan hebben we een succes op de heel korte termijn, maar op de lange termijn heeft dat echt weinig zin.” Maar de indieners van de motie hielden voet bij stuk, omdat het vooral de fatbikes zijn die voor problemen zorgen.
Lees ook
Op je fatbike een helm op? Macy (14) belandde al een keer in het ziekenhuis. Maar ‘een helm is lelijk en verpest mijn haar’