Morgen is het Black Friday, de dag waarop we dat ene product zo goedkoop mogelijk op de kop kunnen tikken. Maar is dat wel zo? Economieredacteur Timo Nijssen zocht uit hoe consumenten verleid – en soms zelfs misleid – worden met zogenaamd hoge kortingen.
Oekraïense jongeren in Nederland dreigen een lost generation te worden. Anders dan statushouders hebben ze geen recht op onderwijs na hun achttiende verjaardag, krijgen ze geen studiefinanciering en kiezen ze dus vaak voor ongekwalificeerd werk tegen geringe beloning. „Zo blijft het talent van duizenden jongere Oekraïners onbenut – voor Nederland én voor Oekraïne”, aldus een notitie van Stichting voor Vluchteling-Studenten (UAF), die binnenkort wordt gepubliceerd.
Directeur-bestuurder Mir Huisman van het UAF zegt in een telefonische toelichting dat ze zich „grote zorgen maakt over een vrij groot deel van deze groep”. Dat is te wijten aan de status van Oekraïners die als oorlogsvluchtelingen in Nederland worden opgevangen. Ze vallen niet onder de regels van het asielrecht, maar onder een Richtlijn Tijdelijke Bescherming, die telkens wordt verlengd.
In juni besloot de Europese Commissie de tijdelijke opvang van Oekraïners in de EU te verlengen van 4 maart 2026 tot 4 maart 2027 – een jaartje, zonder uitzicht op een einde aan de oorlog die Rusland tegen hun land is begonnen. Dinsdag zullen de Europese ministers dit besluit naar verwachting bekrachtigen.
Doordat Oekraïense jongvolwassenen geen recht hebben op onderwijs, moeten ze bij onderwijsinstellingen veel meer collegegeld betalen dan Nederlandse studenten of statushouders. Dat wettelijk collegegeld bedraagt zo’n 2.600 euro. Het collegegeld voor buitenlandse studenten – dus ook voor de opgevangen Oekraïners – bedraagt tussen de 8.000 en 15.000 euro per jaar.
Taalonderwijs
Er is nog een verschil tussen Oekraïners en andere vluchtelingen: de eerste groep heeft geen recht op inburgering, omdat ze hier slechts tijdelijke bescherming genieten. „Ze komen dus ook niet automatisch in aanmerking voor de lessen Nederlandse taal”, zegt Huisman. Het UAF investeert daarom in taalonderwijs voor deze groep.
Huisman: „De rechtsongelijkheid die ontstaat door deze mensen onder een tijdelijke beschermingsregel te laten vallen in plaats van onder de asielwetgeving, begint heel schrijnend te worden. Als je denkt: dit duurt een jaar of twee en dan ga je weer terug, dan is het te overzien. Maar het duurt nu al drie jaar en de kans dat dit op korte termijn is afgelopen, daar ben ik niet zo positief over gestemd.”
De rechtsongelijkheid die ontstaat doordat ze niet onder de asielwetgeving vallen, begint heel schrijnend te worden
Het gaat volgens Huisman om een groep van vijf- à zevenduizend jongvolwassen Oekraïners die, als je ze vergelijkt met doorsnee Nederlanders, zou willen doorleren na het middelbaar onderwijs. Een indicatie van de belangstelling vormen de duizend Oekraïners die zich in 2024 bij het UAF hebben gemeld met vragen over studeren. Inmiddels heeft de stichting van Huisman met 21 onderwijsinstellingen afspraken kunnen maken over het toelaten van Oekraïners tegen het wettelijk collegegeld. „Daar krijgen wij ook financiering voor van het ministerie”, aldus Huisman.
In totaal heeft het UAF nu 250 Oekraïense vluchtelingen een plek aan een hbo of universiteit kunnen bezorgen. „Een druppel op de gloeiende plaat”, zegt Huisman. Voor komend studiejaar, 2025/26, heeft ze 150 jongeren moeten afwijzen. „Voor hen hebben we onvoldoende budget.”
Lees ook
Hoe een Oekraïens paspoort een ticket kan zijn voor leefgeld en werkvergunning
Handjevol
Het UAF is voor deze vorm van bijstand afhankelijk van de onderwijsinstellingen. „De kostprijs van een studie ligt tussen de 30.000 en 50.000 euro per jaar. Als wij erin slagen een Oekraïner in te schrijven voor het wettelijk collegegeld, dan draait de hogeschool of de universiteit daarvoor op. Ik snap best dat ze dat niet ongelimiteerd kunnen doen, met alle bezuinigingen die op hen afkomen.”
Vandaar dat UAF in zijn notitie het ministerie enkele aanbevelingen doet. Belangrijkste voorwaarde is dat de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek zodanig wordt aangepast, dat de jongeren die nu onder een tijdelijke richtlijn voor bescherming vallen, dezelfde rechten krijgen als studenten uit de Europese Unie en een handjevol andere Europese landen. Zodoende zouden Oekraïense studenten voortaan tegen het wettelijk collegegeld toegang krijgen tot hoger onderwijs.
Ook als ze weer naar Oekraïne kunnen, is het broodnodig dat ze geschoolde mensen terug krijgen voor de wederopbouw
Volgens de UAF-notitie zijn de kosten daarvan al berekend door het ministerie van Onderwijs: structureel oplopend van 12 miljoen in 2026 tot 87 miljoen euro in 2029. „Dat rekensommetje viel voor het ministerie te hoog uit”, zegt Huisman.
Waarom zou het ministerie het besluit dan moeten heroverwegen tegen zo’n hoge prijs?
Huisman: „Als die jongeren in Nederland blijven, zullen ze hier toch een keer moeten landen. Dat kun je niet maar blijven doen door ze bijbaantjes in de horeca te laten houden. En ook als ze weer naar Oekraïne kunnen, is het hartstikke nodig dat ze daar geschoolde mensen terugkrijgen voor de wederopbouw.”
Toekomst
Huisman waarschuwt dat de problemen die jonge Oekraïners nu hebben in de nabije toekomst ook voor andere groepen vluchtelingen kunnen gelden. De Kamer heeft ingestemd met de verkorting van de verblijfspapieren voor asielzoekers.
Zo’n telkens met korte periodes verlengde bescherming brengt enorme onzekerheid met zich mee, zegt Huisman. „Als je weet dat je ergens voor een bepaalde periode kunt blijven, ben je meer geneigd om duurzaam te investeren in je eigen toekomst. Als ik niet weet of ik volgend jaar nog in Nederland ben, weet ik niet of ik nu wel een lening wil afsluiten om een studie te beginnen. Ik weet dan niet eens of ik die kan afronden.”
Volgens Huisman wordt daarmee de potentie van een groep burgers verkwist. „Nederland doet zichzelf tekort.”
Lees ook
Opnieuw meer Oekraïense vluchtelingen aan het werk: 6 op de 10 hebben een baan. ‘Het was niet erg dat ik niet echt Nederlands sprak, Engels was voldoende’
Stuiterballen van schooljongens die tijdens de les nooit eens hun klep houden. Dat beeld van mensen met ADHD is ernstig achterhaald, stelden experts al enkele jaren geleden vast. Ook volwassenen vrouwen kunnen immers vormen van attention deficit hyperactivity disorder, zoals ADHD voluit heet, hebben.
Inmiddels blijkt dat ook uit de cijfers. Maandag publiceerde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) een onderzoek waaruit blijkt dat ruim 300.000 Nederlanders in 2023 ADHD-medicatie – zoals Ritalin – kregen voorschreven. Dat is vier keer zoveel als in 2006, toen het CBS dit voor het eerst onderzocht. En waar in 2006 slechts 30 procent van de Nederlanders die deze medicatie kreeg ouder was dan 25 jaar, steeg dat in 2023 tot ruim de helft.
„60 procent van de vrouwen met ADHD heeft een postnatale depressie, dat is drie keer zoveel als normaal”
Opvallend is eveneens dat meer dan een kwart van de personen die in 2023 pillen ontving, een jaar eerder nog geen ADHD-medicatie kreeg. Onder vrouwen was dit zelfs 32 procent. Twee derde van de nieuwe gebruikers is overigens ouder dan twintig jaar. Verder valt op dat mannen nog altijd vaker medicatie voorgeschreven krijgen dan vrouwen, hoewel onder vrouwen het aantal gebruikers harder stijgt.
In haar werkkamer in Den Haag ziet Sandra Kooij, psychiater en bijzonder hoogleraar ‘ADHD bij volwassenen’ bij AUMC/VUmc, het aloude cliché van de klierende schooljongens evenmin terug: „Vrouwen hebben even vaak ADHD als mannen, maar dat zag je lang niet terug in de diagnoses die werden gesteld. Huisartsen en specialisten overwogen gewoon niet eens dat een vrouw ook ADHD kon hebben”, vertelt ze telefonisch. „Het werd niet herkend en niet behandeld. Vrouwen hebben een achterstand in te halen. Dat ze nu zo in de statistieken voorkomen, vind ik een vooruitgang. Er is meer kennis over ADHD. Niet alleen onder artsen, maar ook bij de doelgroep.”
Waarom heeft dit zo lang geduurd?
„Vrouwen werden simpelweg niet onderzocht. Hun hormoonschommelingen zouden de metingen verstoren. Er werd gedacht: het is makkelijker als we alleen mannen onderzoeken, dan hebben we geen last van die stemmingswisselingen. Dus werden vrouwen maar gezien als een soort van ‘mannen zonder cyclus’. Zo werd de helft van de mensheid niet meegenomen in het onderzoek naar ADHD. Dat zag je ook in de rest van de geneeskunde – gelukkig wordt deze achterstand sinds een aantal jaar ingehaald.”
Welke klachten hebben vrouwen met ADHD?
„Juist in de week vóór de menstruatie verergeren de klachten sterk. De vrouwen krijgen woedebuien, zijn labiel en verliezen de controle over hun gedrag. Ze lopen als het ware vast. Er blijkt een interactie te bestaan tussen ADHD en hormonen. ADHD verstoort de dopaminestofwisseling. Medicijnen kunnen dat tegengaan, maar voor de cyclus zitten vrouwen ook laag in hun oestrogeen. En ik zeg altijd: als je én laag in je dopamine zit én laag in je oestrogeen, dan heb je twee keer niks.”
„Na de bevalling is dat ook zo. 60 procent van de vrouwen met ADHD krijgt een postnatale depressie, dat is drie keer zoveel als normaal. Ook tijdens de overgang, die zo’n tien jaar kan duren, geeft ADHD problemen. Dan schommelen de hormonen en kunnen de overgangsklachten bij vrouwen met ADHD nog verergeren, denk aan slapeloosheid of depressiviteit. Vrouwen vallen daardoor vaak uit op hun werk. Terwijl we ze niet kunnen missen op de arbeidsmarkt, dus het is hoog tijd dat we ADHD [ook bij vrouwen op latere leeftijd] beter gaan herkennen en behandelen.”
Hoe verschillen mannen en vrouwen wat ADHD betreft?
„Mannen beantwoorden aan het klassieke plaatje: ze zijn druk, agressief en kunnen zich slecht concentreren. Vrouwen met ADHD zijn juist meer naar binnen gericht en angstig. Ze proberen hun klachten ook meer te maskeren om te voldoen aan de eisen die de maatschappij aan ze stelt. Dat breekt je op een dag op. Veel vrouwen met een burn-out hebben ADHD. Deze stoornis komt zelden alleen.”
Met medewerking van Nina Eshuis
Lees ook
Hoe genees je het vrouwenhart? ‘Te vaak worden klachten van vrouwen niet onderkend’
Wielrenner Simon Yates heeft de tiende etappe van de Tour de France gewonnen. De 32-jarige Brit van Visma – Lease a Bike hield na de eerste echte bergrit over ruim 165 kilometer net de Nederlander Thymen Arensman achter zich op Puy de Sancy. De Ier Ben Healy nam de gele leiderstrui over van Tadej Pogacar.
Healy, eerder ritwinnaar in de zesde etappe, eindigde op de derde plaats op 31 seconden. Pogacar kwam op 4.51 over de streep, in gezelschap van Jonas Vingegaard. In het klassement heeft Healy een voorsprong van 29 seconden op Pogacar.
Yates, Arensman en Healy waren overgebleven van een groep vluchters die al snel na de start was wegreden uit het peloton. Op de laatste beklimming bleven zij over met de Australiërs Ben O’Connor en Michael Storer. Yates, vorige maand winnaar van de Giro d’Italia, zette in de laatste kilometers zijn aanval in.
Arensman was de enige die in de buurt kon blijven, maar de Nederlander van Ineos Grenadiers kwam net tekort. Na afloop van de etappe zei de 25-jarige renner tegenover de NOS vooral te balen dat hij tijd verloor door een bocht in de slotfase: „Simon deed het heel slim in de bochten. Ik viel daar bijna, daarom moest ik hem laten gaan. Ik wilde niet te veel in de kramp schieten.”
De klimmer toonde zich evenwel realistisch: „Uiteindelijk is verliezen van een Giro-winnaar ook niet heel slecht.”
Quatorze juillet
Waar normaal gesproken op maandag een rustdag op het programma staat, had de organisatie vanwege de Franse feestdag quatorze juillet een lastige rit door het Centraal Massief uitgetekend. Op de route lagen een beklimming van de derde categorie en zeven van de tweede categorie.
Het peloton viel al op de eerste beklimming uiteen, waarbij Arensman deel uitmaakte van een kopgroep van een kleine dertig renners. Ook Victor Campenaerts en Yates, ploeggenoten van Vingegaard, Healy, O’Connor en Lenny Martinez sprongen mee.
De kopgroep werd daarna door de opeenvolging van klimmetjes gehalveerd. Ondanks het werk van UAE aan kop van het peloton liep het verschil op tot zes minuten. De Fransman Martinez kwam als eerste boven na de eerste vijf beklimmingen en verzekerde zich zo van de bolletjestrui. De kopgroep werd in het restant van de rit uitgedund
In het peloton probeerde de ploeg van Vingegaard op de laatste beklimmingen Pogacar onder druk te zetten, maar de Sloveen gaf geen krimp. Op de laatste klim zette de klassementsleider zelf nog even aan, maar Vingegaard kon volgen. De Belg Remco Evenepoel gaf zes seconden toe.
Lees ook
Waarom er in de eerste week zoveel aandacht naar Jonas Vingegaard ging