Koop Europese waar: kan ik dat? En wil ik dat wel echt?

Het besef kwam toen me onlangs een Jeep Patriot met Nederlands kenteken op de snelweg passeerde en vlak voor mij ging rijden. Zou ik ooit die auto willen bezitten? In de tijd van het isolationistische beleid van Trump rondrijden in een Amerikaanse auto waar ‘Patriot’ op staat?

Terwijl het verkeer voortraasde, sloegen mijn gedachten op hol. Hoe zit het verder met Amerikaanse producten? Zijn ze voor mij belangrijk? Zou ik zonder kunnen? Als Amerikanen zo nodig voor MAGA (Make America Great Again) goede verstandhoudingen willen opofferen, zou ik dan kunnen en willen bijdragen aan MEGA (Make Europe Great Again)?

Eén conclusie kon ik al trekken: voor mij nooit zo’n Amerikaanse bak. Jammer voor Donald Trump, die meermaals heeft geklaagd dat Europeanen geen Amerikaanse auto’s kopen, terwijl Amerikanen volop in Mercedessen, BMW’s, Porsches, Audi’s en andere Europese auto’s rijden. Volgens de president dragen de Europese importheffingen van 10 procent op Amerikaanse automobielen bij aan die geringere koopbereidheid. Op Europese – voornamelijk Duitse – auto’s heffen de Amerikanen slechts 2,5 procent. Daarom dreigt Trump met hogere tarieven voor Europese auto’s. Dat Amerikaanse benzineslurpers niet aantrekkelijk zijn in Europa, waar de prijs aan de pomp veel hoger ligt dan in de VS, komt kennelijk niet bij hem op.

De afgelopen jaren bewees Tesla dat Europeanen best in een Amerikaanse auto willen rijden als deze aan hun consumentenverlangens voldoet. Noem het marktwerking. Tesla domineerde de markt voor elektrische auto’s, vooral door de achterblijvende concurrentie. Ook in Nederland groeide Tesla uit tot een van de grootste merken, met ruim 30.000 verkochte auto’s in 2024. De Tesla Model Y was de populairste auto met ruim 19.000 verkopen.

Juist van Tesla’s liep de verkoop in de eerste twee maanden van dit jaar sterk terug, met zo’n 45 procent in Europa, en bijna 24 procent in Nederland. Dat de politieke activiteiten van topman Elon Musk voor Trump daarop sterk van invloed zijn, lijkt vrijwel zeker. De Volkswagen ID4 passeerde Tesla als best verkochte elektrische auto in Europa, de Kia EV3 deed dat in Nederland.

Daarmee geven Europese consumenten een eerste blijk van een Buy European– inslag. In aanvulling op het beleid van regeringen om Amerikaanse heffingen te vergelden met eigen heffingen, kan dat een stevig signaal zijn.

Als voorbeeld kunnen de Canadezen dienen, die een Buy Canadian-campagne zijn begonnen. Volgens opiniepeilers heeft die campagne brede steun; zo’n 80 procent van de consumenten staat erachter. De aanschaf van Canadese producten nam vorige maand met 10 procent toe, ten koste van Amerikaanse. De macht van 450 miljoen Europeanen is flink groter dan die van de 37 miljoen Canadezen.

Nu de EU deze week met vergeldingsheffingen kwam in reactie op Amerikaanse invoerheffingen op aluminium en staal, besloot ik een experiment uit te voeren. Zodat ik voorbereid ben als de Amerikaanse president naar verwachting op 2 april zijn volgende klap uitdeelt. Trump heeft al gezinspeeld op nieuwe heffingen vooronder meer Europese auto’s, medicijnen en levensmiddelen. Waar loop ik tegenaan wanneer ik als consument besluit mezelf een Buy European-blik aan te meten?

Wat is Buy European?

Voor ik impulsief een winkel binnenloop, stel ik mezelf nog enkele vragen. Wat beoog ik met Buy European? Gaat het mij om uitsluitend ‘Europees kopen’, of vooral om ‘niet-Amerikaans kopen’? En dus: gaat het mij erom bedrijven en boeren van Europese origine te bevoordelen? Of is het streven vooral Amerikaanse bedrijven en boeren dwars te zitten met een eigen consumentenboycot?

Het antwoord op die vraag bepaalt of producten uit andere niet-Europese landen wel gewoon in de boodschappenkar of op de bestellijst kunnen. Wil je dat niet, dan sluit je Aziatische, Latijns-Amerikaanse of Afrikaanse producten en diensten uit. Maar arbeiders en boeren in opkomende markten zou ik niet willen benadelen – mits fair behandeld, met voor zover na te gaan eerlijke lonen en goede arbeidsomstandigheden.

Tesla’s worden gemaakt in een Berlijnse fabriek en de onderdelen komen uit de hele wereld. Hoe Amerikaans zijn ze dan?

De enige website die ik kan vinden met een oproep aan consumenten Europese waar te kopen, heeft zich Go European gedoopt en kiest voor uitsluiting van alle producten van Amerikaanse bedrijven, zonder na te gaan waar deze zijn geproduceerd. De initiatiefnemers zitten ook achter een actieve groep op (het Amerikaanse) sociaalmediaplatform Reddit, die oproept Amerikaanse producten ondersteboven in het supermarktschap te zetten.

Hier stuit ik op een probleem. Want er zijn ook producten met een Amerikaanse signatuur die worden gefabriceerd in Europa. Neem, nog een keer, Tesla. Een deel van de in Europa verkochte modellen komt uit een fabriek nabij Berlijn. Onderdelen van zo’n auto komen uit de hele wereld, vermoedelijk ook uit de VS. Hoe Amerikaans is dan die Berlijnse Tesla?

Maar de koopstaking van Tesla’s geeft wel een dergelijk signaal. Net als het op de kop zetten van Amerikaanse merken in de supermarkt – en ook die best zouden wel eens uit een Europese fabriek kunnen komen.

Bananen en soja

In Canada is de consumentenboycot het duidelijkst zichtbaar in supermarkt en slijterij. Schappen waar Amerikaanse producten stonden, blijven leeg. Fabrikanten van Canadese producten zetten een esdoornblad op hun etiket. Een Deense supermarktketen heeft inmiddels aangekondigd een ster op het etiket te zetten van producten die in Europa zijn gemaakt. Maar daar heb ik nu niets aan.

Als ik de supermarkt binnenloop, probeer ik te bedenken op welke afdelingen ik alert moet zijn. De versafdeling, die je in de meeste supermarkten als eerste tegenkomt? Behalve over auto’s klaagt Donald Trump ook voortdurend dat de Europeanen geen producten van Amerikaanse boeren kopen. Of Amerikaanse boeren er iets van merken als wij hun producten bewust niet meer kopen, is dus de vraag.

Op de etiketten die de herkomst van groente en fruit aangeven bij Albert Heijn en Jumbo, zie ik vooral Europese landen staan, soms Afrikaanse en Latijns-Amerikaanse. De VS kom ik niet tegen. Toch importeert Nederland voor 433 miljoen euro aan groente en fruit uit de VS, zeggen voorlopige cijfers over 2024 van statistiekbureau CBS. Maar ik kom er niet achter waar het om gaat. Het kunnen sinaasappels uit Florida zijn, ontdek ik na wat rondspeuren. Maar die vruchten tref ik in de winkels niet aan.

Op de fruitafdeling kijk ik ook nieuwsgierig naar de bananen van Chiquita en Dole. Die merken zijn van Amerikaanse bedrijven. Hun bananen worden geteeld in Latijns-Amerikaanse landen. Alternatieven zijn er ook, zoals de fairtradebananen, afkomstig uit Afrika, Midden- en Zuid-Amerika.

Uit carnivorenland VS ligt er betrekkelijk weinig vlees in Nederlandse supermarkten en bij slagers. Volgens de CBS-importcijfers gaat het om 119 miljoen euro. Dat de EU invoer van vlees uit de VS beperkt, heeft een reden. De Amerikanen dienen hun slachtvee veel meer hormonen toe dan wij in Europa wenselijk achten. Amerikaanse boeren wassen hun kippen in chloor om bacteriële besmetting te bestrijden.

Europese overheden willen de gezondheid van Europese consumenten beschermen en hanteren al langere tijd beperkingen op import van hormoonvlees en chloorkippen. Amerikanen zien deze belemmeringen eerder als protectionistisch. Dat geldt ook voor importbeperkingen op genetisch gemodificeerde gewassen, zoals sojabonen en maïs.

Toch blijft soja een omvangrijke importcategorie. Maar op etiketten van sojaproducten als tofu zie ik nergens waar de gebruikte sojabonen vandaan komen. In Europa schijnt veel Amerikaanse soja in veevoer te verdwijnen, lees ik op de Amerikaanse nieuwssite Politico.

Dat artikel geeft nog een verklaring voor het gebrek aan producten van Amerikaanse boeren in Europese supermarkten. Amerikaanse boerderijen zijn gemiddeld tien keer groter dan Europese en zijn er vooral op gericht zo efficiënt mogelijk „grote hompen vlees, blokken kaas en silo’s vol granen te produceren”, aldus Politico. Delicatessen als luxe kaasjes, speciale salami’s of verfijnde olijfolie met regionale herkomstaanduidingen, zoals Europese boeren die maken, produceren de Amerikanen nauwelijks.

Het Amerikaanse tekort in de handel van agrarische producten met Europa, 18 miljard dollar, heeft dan ook weinig te maken met een verschil in hoogte van heffingen, want dat is er nauwelijks. De EU exporteert dure, luxe landbouwproducten naar de VS, terwijl de VS bulkproducten als sojabonen, mais en noten naar Europa stuurt.

Die noten kan ik met enige moeite terugvinden. Gek genoeg is bij ongebrande noten de herkomst wel vermeld, maar staat er niets over op de etiketten van gebrande of geroosterde noten bij Albert Heijn en Jumbo. De ongebrande pecannoten in de AH komen uit ‘Noord-Amerika’, zonder een land aan te geven. Het etiket op de walnoten is specifieker: de VS. Het alternatief is biologische walnoten uit een ander schap te pakken. Die komen – en daar moet ik even om gniffelen – uit Oekraïne.

Tomatenketchup en cola

Als ik verder de gangpaden induik, kom ik op de ingewikkelde vraag of ik alle producten van grote Amerikaanse voedingsmultinationals als Mondelez, Kraft Heinz, PepsiCo en Mars van mijn boodschappenlijst moet schrappen. Alle chocolade van Mars uit de fabriek van Mars in Veghel, bijvoorbeeld. Of alle vlokken, hagelslag en broodbeleg van een op het oog oer-Hollands merk als De Ruyter. Dat is eigendom van Kraft Heinz. Of de pinda’s van Duyvis, die uit Zaandam komen. Merk en fabriek zijn eigendom van PepsiCo.

En dan is er Heinz-tomatenketchup, kan het Amerikaanser? Maar die ketchup komt sinds 1958 uit een fabriek in het Gelderse Elst. Waar de tomaten ervoor vandaan komen, dat weet ik dan weer niet. De website meldt dat Heinz tomaten gebruikt die zijn geteeld in Spanje, Portugal en Californië. Worden tomaten uit die Amerikaanse staat naar Elst gehaald? Geen idee.

Ik ga op zoek naar meer Amerikaanse producten in de supermarkt. Mayonaise van Hellmann’s bijvoorbeeld. De eigenaar is Unilever, Brits-Nederlands dus. Maar het merk is Amerikaans. Op het etiket vind ik geen informatie over productielocatie, op de website zie ik vooral beschrijvingen van Amerikaanse fabrieken. Navraag bij de persafdeling van Unilever leert me dat alle Unilever-producten in Nederlandse supermarkten in Europa worden geproduceerd.

Zelfs het typisch Amerikaanse Oreo-koekje komt uit een fabriek in Spanje

Nederland importeert voor 313 miljoen euro aan ‘bereide voedingsmiddelen’ uit de VS, weet ik dankzij het CBS. Maar ik kom er in de supermarkt niet achter welke. Zelfs het typisch Amerikaanse Oreo-koekje komt uit een fabriek in Spanje.

En dan de Amerikaanse iconen Coca-Cola en Pepsi. De Coke en andere frisdranken van de Coca-Cola Company komen in Nederland voor 80 procent uit een bottelarij in Dongen. Pepsi wordt, net als bijvoorbeeld 7Up van dezelfde eigenaar, PepsiCo, gebotteld door de Nederlandse frisdrankenproducent Vrumona, sinds twee jaar in handen van het Deense Unibrew.

Met de ‘King of Beers’ is het al niet anders. Sinds een jaar of zes wordt Bud als merk sterk gepromoot op de Nederlandse markt. Het lichte Amerikaanse bier is van het Amerikaans-Braziliaans-Belgische brouwerijconcern Anheuser-Busch InBev, dat ook Hertog Jan uit Arcen tot zijn merken rekent. Bud voor de Europese markt wordt gebrouwen in Leuven, in dezelfde brouwerij als Jupiler.

Welk criterium leg ik hier dus aan? Een typisch Amerikaans merk niet kopen? Dat zou een sterk signaal geven. Maar is het fair? Moet ik dan niet alle merken van een Amerikaanse multinational boycotten? De vlokken van De Ruyter net zo goed als de Heinz-tomatenketchup van hetzelfde concern? Of kan ik ze wel kopen, omdat beide eindproducten in Europa worden geproduceerd en hier voor banen en inkomens zorgen?

Met wijn en sterke drank ligt dat simpeler. De heffingen die de EU deze week instelde op whiskey en Amerikaanse wijnen kan ik kracht bij zetten. Dus het glas Jack Daniels dat ik met enige regelmaat met een collega in de buurtkroeg drink, kunnen we gerust inwisselen voor een Schotse malt. En voor de chardonnay en zinfadel uit Californië, waar ik ooit nog wijngaarden bezocht, zijn er meer dan genoeg alternatieven uit de hele wereld. Zonder echt duurder uit te zijn.

Beeld Sara-Noor ten Cate

Vliegen en benzine

Moet ik mijn reisgedrag aanpassen? Een reis naar de VS stel ik voorlopig uit, al woont daar familie. Gelukkig was de bruiloft van mijn neef afgelopen zomer.

Vakantiebestemmingen zijn er genoeg. Dat ligt echt anders voor Canadezen, die geen andere buurlanden hebben waar ze zonder vlucht heen kunnen reizen. In peilingen geven Canadezen aan dit jaar dat ze dit jaar voor vakantie meer in eigen land blijven.

Er zijn nog andere vragen. Als ik mijn vliegschaamte niet laat spreken, hoe richt ik mijn vliegreis dan in? Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen zijn geen optie. Maar ga ik ook na met welk toestel mijn beoogde vlucht wordt uitgevoerd? Dan is er een grote kans dat je moet kiezen tussen een Europese Airbus of een Amerikaanse Boeing. Dat kan ik voor de boeking zien door de vluchtdetails aan te klikken.

Met openbaar vervoer door Europa reizen lijken geen dilemma’s met zich mee te brengen. Treinmaterieel komt niet uit de VS, bussen evenmin.

Maar dan het autoverkeer. Met mijn auto met verbrandingsmotor kan ik de tankstations voorbijrijden van Esso en Texaco, dochters van de Amerikaanse oliegiganten Exxon en Chevron. Veiliger lijkt het bij Shell of BP te tanken. Maar weet ik waar de ruwe olie voor hun benzine is gewonnen? Beide Britse oliemaatschappijen hebben boorplatforms in de Golf van Mexico – al moeten we van Trump spreken over de Golf van Amerika. En waar de ruwe olie voor de benzine van Avia-, Argos- of Tinq-tankstations haar herkomst heeft, weet ik al helemaal niet. Met ruwe aardolie en aardolieproducten kan een boycot écht impact hebben: die vormen met 9,4 miljard euro de grootste categorie in de totale Nederlandse invoer (bijna 70 miljard euro) uit de VS.

Naast olie is er nog eens voor 5,2 miljard euro import van aardgas en industriegassen. Trump heeft al druk op de Europa uitgeoefend om veel meer lng uit de VS in te voeren – waar de EU welwillend op heeft gereageerd. Eigenlijk weet ik helemaal niet waar het gas vandaan komt dat wij verbranden in onze cv-ketel. Zit daar ook bewerkte lng uit de VS tussen, en kan ik dat uitsluiten als ik dat zou willen? Hier blijf ik met een vraag zitten.

AI en clouds

Het grote pijnpunt zit in mijn digitale gedrag. Ik heb besloten maar één AI-app op mijn telefoon te zetten en dat is Le Chat van Mistral. Ik schuif maar even terzijde dat het Amerikaanse Microsoft een belangrijke investering in dit jonge Franse technologiebedrijf heeft gedaan. ChatGPT krijgt van mij geen prompts.

En over die smartphone: ik heb nog maar net dit jaar mijn oude iPhone vervangen door, tsja, een nieuwe iPhone. Ik vergoelijk dat met de wetenschap dat die voor het overgrote deel in Azië wordt gefabriceerd, zolang Apple de productie niet verplaatst. Bijna alle consumentenelektronica van Amerikaanse of Europese merken komt trouwens uit Azië komt, denk ik er gemakzuchtig achteraan.

Muziek beluisteren via het Europese Spotify kan ik gewoon blijven doen. Ik kan nog wat vaker luisteren naar Britpop dan naar Americana, is het voornemen. Voor Amerikaanse streamingsdiensten zou ik moeten gaan kijken naar Europese alternatieven. En dan zou je meer naar Europese en Britse films en series kunnen kijken en het Hollywood-geweld negeren.

Daar houdt het, door de Amerikaanse dominantie, op onlinegebied wel even op. X voor BlueSky inruilen en WhatsApp voor Signal heb ik om ethische en privacyredenen al gedaan, maar dan blijf je nog steeds aan Amerikaanse bedrijven verbonden. Facebook, Instagram, Reddit wil ik vermijden, ook met het oog op mijn geestelijke gezondheid.

Europese alternatieven zijn er niet echt, als ik mensen wil ‘tegenkomen’. Op LinkedIn ben ik om journalistieke redenen actief. Ik hou me er maar aan vast dat oprichter Reid Hoffman een belangrijke donateur was van de Democraten, en daar niet van terugkomt. Maar ook dat blijft een Amerikaans platform.

Voor de games die mijn zoon thuis speelt, en diens communicatie daarbij met vrienden, geldt nagenoeg hetzelfde. Platforms als Steam en Discord, of ontwikkelaars als Riot Games of Epic: allemaal Amerikaans.


Lees ook

Leuk idee, Europese ict. Maar het is heel comfortabel in de Amerikaanse cloud

Leuk idee, Europese ict. Maar het is heel comfortabel in de Amerikaanse cloud

En dan de clouds waarin al mijn data rondzwerven, omdat ik ze daar heb opgeslagen. Of het nu de omgevingen van NRC zijn, voor al mijn werk, of mijn privégegevens. Ik weet uit onderzoek van collega Marloes de Koning al dat er nog nauwelijks Europese alternatieven zijn, hooguit in een prille ontwikkeling.

Pensioen

Zo verandert mijn zoektocht naar waar ik Europese producten kan verkiezen boven Amerikaanse, in een zoektocht naar welke in de VS geproduceerde goederen en diensten nu werkelijk mijn huishouden binnenkomen. Ik denk ook nog even aan mijn kledingkast. Amerikaanse merken als Levi’s of Calvin Klein koop ik al jaren niet meer, dus ik hoef niet na te gaan waar hun fabrieken staan. In ons huis is Adidas het favoriete sneakermerk en komt Nike nauwelijks binnen. En ook in dit geval denk ik: worden niet al die sneakers in Aziatische landen als Vietnam gefabriceerd?

Als het gaat om ons online leven, lijkt de afhankelijkheid niet meer door te snijden

Dan blijft er weinig echt Amerikaans over in het dagelijks leven. Behalve op dat ene dominante gebied in ons leven waar de afhankelijkheid niet meer door te snijden lijkt: ons leven online. Het is een ontnuchterende vaststelling.

Na binnenkomst van een statistisch bericht van De Nederlandsche Bank deze week dringt bovendien dieper tot me door dat ik tegen mijn eigen financiële belangen in kan handelen als ik met andere Europese consumenten Amerikaanse bedrijven ga dwarszitten. Eind 2024 bedroeg het belegd vermogen van pensioenfondsen in Europese beursgenoteerde bedrijven 97 miljard euro. Driemaal zoveel Nederlands pensioengeld zat in aandelen van Amerikaanse bedrijven (293 miljard euro). De kapitaalmarkt in de VS is groter, het rendement is er hoger en als deelnemer aan het pensioenfonds heb ik daar baat bij.

Als die Amerikaanse bedrijven door een Europese consumentenboycot minder gaan presteren, heb ik ook mijzelf daarmee. Want hun beurskoersen lopen dan klappen op en zo daalt mijn pensioenvermogen. Is mijn toekomst op die manier toch nog te veel met de VS verbonden.