
Mail de redactie
Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?
U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.
U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.
Om dit formulier te kunnen verzenden moet Javascript aan staan in uw browser.
Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in
Vul een correct e-mail adres in
Het was een Koningsdag van geur. Van de benzine van de motoren en brommers die de koninklijke familie binnenhaalden in het Gelderse Doetinchem, van de bloemen waartussen werd gedanst, van het hooi dat geurde door de zon op de route, van de stront van de twee koeien die er stonden, van het eten en het bier dat werd geserveerd aan lange keukentafels, en van vers gemaaid gras.
Maar het was vooral een Koningsdag waarop het woord ‘verbinding’ heel vaak viel. Al voor koning Willem-Alexander in Doetinchem arriveerde, sprak hij over „verbondenheid en gemeenschapszin” in een zeldzame videoboodschap. Daarin noemde de koning deze zaterdag een dag „met twee gezichten”. Dat van verdriet voor degenen die de paus zullen missen, wiens uitvaartmis zaterdagochtend plaatsvond en waardoor Koningsdag een uur later begon. En het gezicht van plezier – daarvan waren de ruim 25.000, veelal in het oranje geklede, aanwezigen in Doetinchem getuige.
De koning roemde de paus vanwege diens vermogen „de kern te raken van waar het in het leven om gaat: liefde, menselijkheid en omzien naar elkaar”. En Koningsdag noemde Willem-Alexander „een dag om elkaar te ontmoeten”.
Lees ook
Willem-Alexander: de koning als bijna niemand kijkt. Maar is dat wel zo goed voor de monarchie?
Die verbinding zat hem niet louter in zijn woorden. Doetinchem – en de omringende gemeenten – hadden van tevoren al bedacht dat gemeenschapszin was wat zij de koninklijke familie en Nederland wilden laten zien. „Hier kijk je naar elkaar om”, zei burgemeester Mark Boumans voorafgaand aan Koningsdag: naoberschap op z’n Achterhoeks.
Dat is niet louter een fenomeen uit deze regio, ook in andere regio’s komt het voor, in Friesland als mienskip bijvoorbeeld, vertelt historica Evelien Rombouts telefonisch. Zij deed onderzoek naar naoberschap in de Achterhoek. Het komt als term de laatste jaren weer op, zegt ze, omdat „mensen zoeken naar een regionale identiteit en zich willen onderscheiden van ándere regio’s”.
„Nu doet het mensen misschien denken aan de reclame van [de slaatjes van] Johma of [politieke partij] BBB. Het komt uit de tijd dat de Achterhoek veel wegen had die niet verhard waren. Je kon niet ‘even’ ergens heen, je moest het met elkaar doen.” Wederzijdse hulp was toen noodzakelijk, zegt Rombouts: „In die zin was naoberschap geen vrijwillig verband, maar onmisbaar voor een gemeenschap.”
In het hart van de route zaterdag staan drie lange keukentafels daarvoor symbool. Zo was deze Koningsdag in Doetinchem ook begonnen, had Boumans verteld: aan de keukentafel. Toen de koning en koningin een aantal jaren geleden eens in Gelderland waren, hadden hij en een lokale bakker gehoopt hen te kunnen spreken. Dat was niet gelukt, dus had de stad het koninklijk paar maar een uitnodiging gestuurd.
En was Doetinchem alvast gaan sparen voor deze drie miljoen euro kostende feestdag. „Het kost best een beetje, maar is ook een investering in de regio. Alles krijgt bovendien een tweede leven, we gebruiken dit niet alleen voor de dag zelf. De bomen en struiken gaan hierna naar een nieuwbouwwijk”, zegt de burgemeester.
Ook aan de keukentafels is alles hergebruikt. Het servies is „bij mensen uit de kast gehaald. Alles is geleend”, vertelt stadsboerin Ellen Willems, die op een oud gevangenisterrein in de stad groente en fruit teelt en waar mensen kunnen aanschuiven voor eten, voorafgaand aan het bezoek. „En onze kleding is vermaakt, niemand draagt iets nieuws.”
Aan de Achterhoekse keukentafel, zegt ze, is „iedereen welkom. Je komt via het erf, achterom, de schoenen mogen uit. Alle belangrijke beslissingen worden er genomen.” Op de menukaart staat dat er wordt gelachen, lief en leed gedeeld, en plannen worden gesmeed.
Naoberschap is „samenhang” volgens Willems. Dat laat ze zien aan de hand van de verhalen van de vier boerinnen die aan de familie worden voorgesteld. De restproducten van de tuinder en van de ciderbrouwer gaan naar de buitenvarkens van de ander. En de kazen van de vierde staan op de tafels van Willems. Naoberschap is volgens haar ook dat iedereen meehelpt. „Spontaan boden gisteren mensen aan wortels te schrappen”, vertelt de stadsboerin.
Terwijl de prinsen Constantijn, Floris, Maurits, Pieter-Christiaan en Bernard Argentijns geïnspireerde mini-burgertjes uitdelen aan het publiek achter de dranghekken, en hun echtgenotes kleine hartige petitfours van wortel (Gelders), mozzarella (Syrisch) en spinazie (Georgisch) rondbrengen, schuiven de koning, koningin en de prinsessen Amalia en Alexia aan tafel aan.
Niek Prins van Stichting Met je Hart, die naast de koning zit, vertelt later dat volgens hem het naoberschap ook zit in wat je aan deze tafel niet meteen ziet. Zijn stichting helpt eenzame ouderen door „even aan te bellen”, een aantal eet nu mee. Iets met „heel veel knoflook”, zegt hij, en roemt de Achterhoekse bergkaas.
Hij wijst naar zijn tafelgenoten, een aantal komt uit Oekraïne. Een oudere Oekraïense vrouw wijst naar Caroline Buse, klopt op haar hart en zegt „als mijn moeder”. Buse: „Met een kopje koffie en een koekje lief en leed delen, daar gaat het om. Niet om formulieren invullen.”
Zij zegt dat deze dag een voorbeeld is van „mega-naoberschap”: „Doetinchem als stad heeft alle buurgemeenten betrokken, en ook de Duitse regio.” Gebroederlijk lopen buiten de route, in de winkelstraten, inderdaad Duitse agenten naast hun Nederlandse collega’s.
Aan het einde bedankt de koning ook de vele Duitsers die Koningsdag meevieren, in het Duits: „We zien wat tachtig jaar vrede en vrijheid ons hebben gebracht: vriendschap met elkaar.” Tegen de Nederlanders zegt hij dat deze Koningsdag laat zien hoe je „met samenwerken, samenleven en samenbinden” iets moois kan organiseren. „Laten we dat vasthouden. Laten we dat elke dag van het jaar doen en laten zien dat we een samenleving zijn.”
Met medewerking van Claudia Kammer
De gemeente Amsterdam heeft feestvierders opgeroepen om niet meer naar het stadscentrum te komen. „Het is te druk. Kom niet meer naar het centrum van Amsterdam, maar vier Koningsdag elders in de stad”, zegt een gemeentewoordvoerder tegen persbureau ANP.
Ook op het Centraal Station is het drukker dan normaal, zo is te zien op beelden van AT5. „Ondertussen is het druk maar beheersbaar in de treinen richting en op de stations in de grote steden waar Koningsdag-evenementen plaatsvinden”, laat de NS aan de stadsomroep weten.
Ook in het centrum van Utrecht neemt de drukte toe, signaleert de gemeente Utrecht. Het feest op het Vredenburgplein is volgens de gemeente vol, ook op de Neude is het erg druk. Feestvierders worden aangeraden om naar andere plekken in of rondom het stadscentrum te gaan, zoals Janskerkhof, Mariaplaats of het Domplein.
De gemeente Groningen laat aan het ANP weten dat de vrijmarkt op de singels daar helemaal vol is. „Ga naar de binnenstad of de wijken.”
Liveblog
Koningsdag
Amsterdam ’te druk’, ook binnensteden Utrecht en Groningen volgestroomd