N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Koninklijk Huis Historicus Flip Maarschalkerweerd onthulde dinsdag in NRC en in zijn boek De Achterblijvers het bestaan van de kaart van Hitlers partij. Woensdag besloot de Rijksvoorlichtingsdienst een scan van de kaart vrij te geven.
Koning Willem-Alexander vindt het belangrijk dat „we het verleden onder ogen zien, ook de minder mooie gedeeltes”. Dat zei de koning donderdag in een reactie op de vondst van de NSDAP-lidmaatschapskaart, de partij van Adolf Hitler, van zijn grootvader prins Bernhard, waarover NRC dinsdag publiceerde. Het is de eerste keer dat de koning reageert op het bestaan van zijn opa’s lidmaatschap.
Woensdag werd het bestaan van de NSDAP-lidmaatschapskaart van Bernhard door de Rijksvoorlichtingsdienst bevestigd, nadat historicus Flip Maarschalkerweerd het bestaan ervan onthulde in NRC en in zijn boek De Achterblijvers. Zelf heeft de prins zijn lidmaatschap van de nazipartij tot aan zijn dood in 2004 ontkend. In een interview met de Volkskrant, dat na zijn dood werd gepubliceerd, zei hij nog: „Ik kan met de hand op de Bijbel verklaren: ik was nooit een nazi. Ik heb nooit het partijlidmaatschap betaald, ik heb nooit een lidmaatschapskaart gehad.”
Voorafgaand aan de uitreiking van de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst zei de koning dat hij zich goed kan voorstellen dat het nieuws „grote impact heeft” en „veel emoties oproept, met name bij de Joodse gemeenschap”. De koning stelde ervan overtuigd te zijn dat „we het verleden onder ogen moeten zien, ook de minder mooie gedeeltes”. Daarom breidt de koning de toegang tot het particuliere archief van het Koninklijk Huis uit naar 1948, zo meldde de Rijksvoorlichtingsdienst dinsdagochtend. Voorheen waren de archieven toegankelijk tot 1934. Vanaf januari kunnen onderzoekers ook brieven, documenten en andere bronnen tussen 1934 en 1948 uit deze archieven raadplegen.
Het is niet de eerste keer dat de koning de geschiedenis van zijn familie kritisch onder de loep neemt. Op 4 mei 2020 sprak hij op de Dam over hoe zijn overgrootmoeder Wilhelmina Joodse Nederlanders in de steek liet. Eind 2022 gaf de koning opdracht tot een onafhankelijk onderzoek naar de rol van zijn familie in de Nederlandse koloniale geschiedenis. Dit onderzoek is volgens hem van groot belang, omdat „diepgaande kennis van het verleden essentieel is om historische feiten en ontwikkelingen te begrijpen, en de impact daarvan op mensen en gemeenschappen zo scherp en eerlijk mogelijk onder ogen te zien”.
Toet-toet: na de 5G-netwerken van Huawei, de halfgeleidermachines van ASML en andere hightech-troeven komt nu de gewone personenauto het toneel oprijden als brandpunt in de Amerikaans-Chinese strategische rivaliteit. Opnieuw vindt Europa met moeite een houding.
Op 23 september kondigde Washington een importblokkade aan op auto’s uitgerust met Chinese software en internetverbinding (‘connected cars’). Bondgenoten waren afgelopen zomer al op de hoogte gesteld. De VS handelen op grond van nationale veiligheid: moderne auto’s – barstensvol camera’s, microfoons en GPS-systemen en andere elektronica – registreren en communiceren eindeloos veel data. Het maakt kwetsbaar voor spionage of cyberaanvallen.
Voorstanders van de ban, vanaf 2027 stapsgewijs ingevoerd, noemen zulke auto’s „spionnen op wielen”. Die woordkeus beslecht het debat meteen. EU-commissaris voor mededinging Margrethe Vestager, een dag later op bezoek in de VS, hield het op „computers op wielen”. Haar boodschap: mijn mensen kijken ernaar, ook vanuit veiligheidsperspectief.
De EU zit met deze zaak in de maag. Allereerst vanwege gevolgen voor de Europese auto-industrie. De Amerikaanse ban dwingt bedrijven als BMW en Mercedes hun projecten in China met lokale partijen te ontmantelen. Komt er een EU-importban, dan zijn Chinese represailles te verwachten. Duitsland, beducht voor banenverlies in de auto-industrie, voelt er weinig voor. Daarentegen hebben Franse en Italiaanse fabrikanten ook baat bij het van de thuismarkt weren van Chinese auto’s van BYD of Xiaomi.
Het veiligheidsargument mag zwaar wegen. Al onze data naar Xi en de Communistische Partij, dat klinkt niet goed. Maar wanneer Europa op veiligheidsgrond de markt dichtgooit voor Chinese auto’s, moeten we wel erkennen dat we een economische prijs betalen. Ook de vergroening van Europa’s wagenpark zal, zonder de goedkopere Chinese modellen, vertraging oplopen. Dilemma’s.
Hier komt nog iets bij. Bij het beoordelen – en dan vaak volgen – van Amerika’s afwegingen moeten we niet naïef zijn. Steeds vaker roept Washington de nationale veiligheid in om economisch protectionisme te verhullen. Een flagrant recent voorbeeld is hoe de regering-Biden de overnamepoging van het Japanse Nippon Steel op staalproducent US Steel blokkeerde, tegen de zin van het bedrijf zelf. Met welhaast trumpiaanse vrijpostigheid deed team-Biden dit op veiligheidsgrond, hoewel Japan Amerika’s nauwste bondgenoot in Azië is.
Hier spelen de presidentsverkiezingen mee. US Steel heeft zijn hoofdkantoor in Pittsburgh, Pennsylvania – sleutelstaat op 5 november. De Amerikaanse vakbonden wier steun presidentskandidaat Harris hard nodigt heeft zijn tegen de overname: zij kon zich niet veroorloven dat alleen haar rivaal Trump hun stem vertolkte.
Evenmin bleef onopgemerkt dat de regering-Biden al in mei jl. importheffingen van 100 procent op Chinese elektrische auto’s aankondigde, oftewel een prijsverdubbeling voor de koper. De grond: „economische veiligheid”. De heffing oogt vooral als handelspolitieke zet om de eigen (groene) auto-industrie te beschermen.
Ook na dat auto-besluit in Washington moest de EU, intern verdeeld, met de VS meebewegen. Brussel vond kort voor de zomer een compromis en valide heffingsgrond (37,6 procent) in de „oneerlijke subsidiëring” aan China’s automakers.
Heikeler is de nu voorliggende kwestie van de ‘connected cars’. Onontwarbaar lopen belangen en argumenten van veiligheid, economie, banen en klimaat door elkaar. Uitstekend dat Vestagers Commissieambtenaren hun werk doen, maar dit is niet enkel een zaak van recht en markt.
De noodzaak van een veiligheidsanalyse (hoe groot is het spionagerisico) wordt al erkend. Maar een bredere geopolitieke duiding is nodig. Welke positie kiest Europa in de grootmachtsstrijd?
Een EU-ban komt evident pal na die van Washington. Zijn we content dat de gelederen van het anti-China-kamp snel sluiten of betreuren we dat Europa (net als Canada en het VK) weinig anders doet dan Amerika’s keuzes volgen, terwijl de nadelen voor ons veel groter zijn?
Hier wreekt zich het ontbreken in Europa van een strategisch kompas, een gedeelde oriëntatie over onze plek in de wereld die in staat stelt om in individuele gevallen belangen en perspectieven te wegen. Zonder zo’n kompas zullen zulke verstrekkende besluiten telkens ad hoc worden genomen – onder druk van buiten, snel ingekaderd in EU-regelproza, uitonderhandeld in telefoontjes tussen Brussel, Berlijn en Parijs. En zonder publiek debat over de zeer grote dilemma’s waarvoor ze ons plaatsen.
Luuk van Middelaar is politiek filosoof en historicus.
Elke zondag haal ik moeder op. Ze zegt geen woord, laat zich gewillig een jas aandoen, en volgt. We verlaten het domein door een opening in de haag, nemen altijd dezelfde weg.
Ze weigert een hand, een arm, ze loopt alleen. Ze sloft vooral. Stof danst om haar voeten. Ze heeft geen oog voor slangenkruid of klaprozen, niet voor de kever die ons kruist, alleen voor de punten van haar schoenen.
Bij de omheinde weide houdt ze halt en wacht. Het duurt nooit lang. Ze heft beide armen, reikt naar iets of iemand en begint dan in de lucht te strelen.
De wei is zoals altijd leeg. Maar ik zou zweren dat ik snuiven, blazen en zelfs zacht gehinnik hoor.
Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]