Het is een debat dat al decennia in de Tweede Kamer wordt gevoerd. In de jaren zestig, in de jaren tachtig, negen jaar geleden, twee jaar geleden nog: moet de Koning inkomstenbelasting betalen? Hij is daarvan uitgezonderd.
Moties die opriepen om die zogenoemde belastingvrijdom op te heffen, legde het kabinet steeds naast zich neer. Uitvoering zou „te ingewikkeld zijn”, zei premier Mark Rutte (VVD) vorig jaar nog. Bovendien ontbrak de twee derde meerderheid in de Kamer die nodig is voor een grondwetswijziging. De belastingvrijdom staat al sinds 1814 al in de Grondwet.
Sinds de verkiezingen tekent zich wél een twee derde meerderheid af, ook in de Eerste Kamer. En van de vier partijen die nu formeren, is alleen de VVD verklaard tegenstander. PVV en NSC zijn voor, BBB zei donderdag bij monde van Kamerlid Mona Keijzer dat inkomstenbelasting „misschien een goed idee” zou zijn. Einde van de belastingvrijdom zou dus in een regeerakkoord kunnen komen te staan.
Lees ook
De Koning moet inkomstenbelasting gaan betalen
Twee argumenten
Bij het begrotingsdebat over de Koning donderdag, dat de afgelopen jaren werd gekenmerkt door enigszins jolige discussies over zonnepanelen op paleizen, boten, paleismeubels en de jacht, was de toon serieus en eensgezind. „Een blauwe envelop voor blauw bloed”, zo vatte Sandra Beckerman (SP) de stemming samen.
Er waren twee argumenten te beluisteren. Joost Sneller (D66) verwoordde het eerste: „Politieagenten, leraren, alle Nederlanders zijn verplicht belasting te betalen. Daarmee worden publieke voorzieningen gefinancierd. Iedereen behalve een aantal leden van het Koninklijk Huis. Die overigens ruim worden betaald.”
Nicolien van Vroonhoven (NSC) vindt dat de Koning moet „bijdragen aan de maatschappij en de schatkist. Dat doen we allemaal.” Senna Maatoug (GroenLinks-PvdA) zei: „Of je nu koning bent, in zorg werkt of bouw, je betaalt gewoon belasting.”
PVV’er Marco Deen kwam met het andere argument: „We kennen een relatief duur koningshuis.” En hij waarschuwde dat mocht de Koning inkomstenbelasting gaan betalen, „het verlies van inkomen niet gecompenseerd mag via andere, al dan niet verborgen, potjes.” Stephan van Baarle (Denk) zei: „Te veel mensen moeten de eindjes aan elkaar knopen. (..) Ten paleize gaat het fantastisch, daar gaat men er met 11,4 procent op vooruit.”
De begroting van de Koning is inderdaad gestegen. De koning, zijn echtgenote Máxima, prinses Beatrix en kroonprinses Amalia krijgen dit jaar gezamenlijk 11,6 miljoen euro. De inkomens van de vier stijgen in lijn met dat van de vicepresident van de Raad van State. Amalia heeft besloten haar uitkering (1,8 miljoen euro) terug te storten zolang zij geen publieke functies vervult. Ze betalen geen inkomstenbelasting als het inkomen „dienstbaar is aan de uitoefening van de functie”.
Naast dat inkomen krijgt de Koning ook nog 36,7 miljoen euro voor zogenoemde functionele uitgaven. Daarvan worden onder meer de salarissen van de hofhouding betaald. In de Kamer is er ook ergernis over deze kosten, omdat onduidelijk is waaraan het geld precies wordt besteed.
‘Ingewikkelde rompslomp’
De huidige – demissionair – premier is niet voor het opheffen van de belastingvrijdom. Dat liet Rutte de afgelopen dertien jaar steeds blijken. Omdat het volgens hem ingewikkeld is om een nieuwe regeling op te tuigen, die volgens hem dan nieuwe discussie zal oproepen „over aftrekposten en andere zaken.” „Het wordt een ingewikkelde rompslomp”, was steeds zijn antwoord.
Of hij wees op „het grote risico” dat er dan discussie ontstaat over hoe laag of hoog de uitkering moet zijn aan het viertal. Volgens Rutte is het nu eenmaal „geen gewone familie” en heeft zij een bijzondere positie”, en is de monarchie gebaat bij stabiliteit en niet bij een „voortdurend” debat over geld.
Het is de reden dat D66, dat nu een motie indiende, geen antwoord wilde van déze premier maar een volgend kabinet oproept om een wetsvoorstel voor te bereiden.
En wat vindt koning Willem-Alexander zelf? In de podcast Door de ogen van de koning, die vorig jaar werd gemaakt, wees hij erop dat het wettelijk is geregeld hoe hij wordt betaald. Hij zei: „Dat we geen belasting betalen is maar ten dele waar, want de meeste belasting betalen we gewoon wel.”