Komt de verhoogde hypotheekrenteaftrek er? Alle ogen zijn gericht op de Eerste Kamer

„We wijzigen de fiscale positie van de eigen woning niet.” Het stond er echt, op pagina 36 van het regeerprogramma van het kabinet-Schoof. Wie daarom verwachtte dat de hypotheekrenteaftrek zijn dalende lijn zou voortzetten, zal maandag verbaasd hebben opgekeken. In het Belastingplan is voor het eerst in ruim tien jaar sprake van een stijging van de hypotheekrenteaftrek voor een deel van de Nederlanders. Raymond Gradus, hoogleraar bestuur en economie aan de Vrije Universiteit, signaleert dit maandag in economenvakblad ESB.

De stijging ontstaat doordat het kabinet-Schoof in het Belastingplan een nieuwe belastingschijf introduceert in box 1 voor inkomstenbelasting. De eerste schijf, voor inkomens tot 77.000 euro, wordt gesplitst in twee schijven. Door de invoering van deze extra schijf moeten werkenden er meer op vooruitgaan. Hierdoor wordt de hoogte van de hypotheekrenteaftrek ook weer afhankelijk van iemands inkomen, omdat er met een ander tarief wordt gerekend. Huishoudens met een hoger inkomen (tussen de 38.000 en 77.000 euro) mogen straks dus meer hypotheekrente aftrekken dan huishoudens met een inkomen onder de 38.000 euro. Dit ondanks de (voor veel partijen zeer pijnlijke) ingezette koers die de hypotheekrenteaftrek op termijn naar nul brengt.

Opvallend genoeg deed het nieuws over de meest besproken aftrekpost van Nederland pas stof opwaaien ná de behandeling van het Belastingplan in de Tweede Kamer. Daar ging het vooral over een andere politiek gevoelige kwestie: de btw-verhoging op sport, cultuur en media die uiteindelijk van tafel ging. Het Belastingplan ligt nu voor behandeling bij de Eerste Kamer. Hoogleraar Gradus roept in ESB senatoren op om het Belastingplan terug te sturen naar staatssecretaris Van Oostenbruggen (Fiscaliteit, NSC) „vanuit haar rol als bewaker van consistente wetgeving”.

De stijging vormt namelijk een breuk met jarenlang beleid rond de hypotheekrenteaftrek, die zelfs onder VVD-premier Mark Rutte werd verlaagd. Verder tornen aan de aftrek, ooit ingevoerd om eigenwoningbezit aan te moedigen, ligt voor de liberalen politiek zeer gevoelig. Onder economen geldt de hypotheekrenteaftrek als omstreden fiscale maatregel die vooral zorgt voor prijsopdrijving op de woningmarkt. Doordat woningeigenaren hun betaalde hypotheekrente voor een deel mogen aftrekken van de inkomstenbelasting, ontstaat er immers ruimte om meer geld te lenen. En dat zorgt weer voor hogere huizenprijzen, zo stelt vrijwel elke econoom. Onder meer De Nederlandsche Bank, het IMF en de Europese Commissie zijn daardoor uiterst kritisch over de aftrekpost.

De regeling is de afgelopen jaren stapsgewijs afgebouwd, met een half procentpunt per jaar. Sinds 2017 werd het afbouwtempo opgevoerd om in 2023 op een ‘vlaktaks’ uit te komen. Voor alle inkomens geldt voor dit jaar nog een tarief van iets minder dan 37 procent. Dat gaat met de invoering van de nieuwe belastingschijf veranderen: in het hogere deel van de schijf gaat volgens het Belastingplan een tarief van 37,48 procent gelden, in het lagere deel komt het tarief op 35,82 procent te liggen.

„Onverstandig”, stelt hoogleraar Gradus telefonisch. Al is de inkomensafhankelijkheid niet zijn voornaamste bezwaar. „Voor het eerst sinds 2013 wordt de hypotheekrenteaftrek niet verlaagd maar verhoogd. Daarbij wordt er deze hele kabinetsperiode een hek om die aftrek heen gezet, en dat lijkt me niet verstandig.” Niet alleen omdat dit het ‘afbouwpad’ in de weg staat dat al jaren geleden voor de hypotheekrenteaftrek is ingezet. Ook vanwege de internationale geloofwaardigheid van Nederland. Om in aanmerking te komen voor miljarden euro’s aan Europese corona-steunpakketten heeft het kabinet aan Brussel toegezegd de hypotheekrenteaftrek af te bouwen naar zo’n 37 procent. Door daar nu vanaf te wijken, geeft het kabinet volgens Gradus een verkeerd signaal af: „We nemen Zuid-Europese landen al jaren streng de maat, terwijl we zelf onze hervormingen ook niet voldoende doorvoeren.”

Daarbij zijn er ook financiële redenen om de hypotheekrenteaftrek niet te verhogen, zo zegt Gradus. Voor de meesten die ervan profiteren betekent de verhoging dat ze er jaarlijks hooguit een paar tientjes op vooruitgaan. Zou het kabinet besluiten om het verlaagde tarief voor alle inkomensgroepen aan te houden, dan kan dat volgens Gradus ongeveer 400 miljoen euro schelen op jaarbasis. „Daarmee heb je al bijna de helft van de weggevallen btw-verhoging betaald. Bij elkaar zijn dit volgens mij genoeg aanknopingspunten om een stevige discussie aan te gaan.”

Eerste Kamer

Alle ogen zijn nu gericht op de Eerste Kamer, waar behandeling van het Belastingplan op de agenda staat voor 9 en 10 december. De senaat kan het Belastingplan niet aanpassen, maar kan het kabinet wel vragen om een novelle op te stellen. Dat is een kleine aanpassing op een wet, waar eerst de Tweede Kamer mee moet instemmen. Vervolgens kan de Eerste Kamer alsnog over de aangepaste wet stemmen.

Progressieve partijen zijn sowieso al kritisch op de plannen van dit kabinet. In de Tweede Kamer stemde GroenLinks-PvdA half november tegen het gehele Belastingplan, en ook de senaatsfractie laat maandag weten onaangenaam verrast te zijn. „Hoe kan het kabinet ons overtuigen hiervoor te stemmen?” aldus woordvoerder Randy Martens. Maar met het huidige wankele kabinet, dat zich van crisis naar crisis sleept, zijn met name rechtse partijen huiverig om nu een groot punt te maken van een verhoogde hypotheekrenteaftrek. Geen partij wil het risico lopen om in campagnetijd te boek te staan als partij die de hypotheekrenteaftrek inperkte.

De sleutel ligt eerder in handen van de drie confessionele partijen CDA, ChristenUnie en SGP, die met steun van D66 bij de behandeling van het Belastingplan in de Tweede Kamer een deal sloten met de coalitie om ook aan een meerderheid te komen in de Eerste Kamer. De christelijke partijen zouden het Belastingplan steunen, als het kabinet meer zou doen voor eenverdieners, de afschaffing van de giftenaftrek voor bedrijven terug zou draaien én een motie zou steunen die oproept een alternatieve inkomstenbron te zoeken voor de voorgenomen btw-verhoging. D66 zou instemmen met het Belastingplan als de in hun ogen meest pijnlijke btw-verhogingen van tafel gingen.

Betekent dit automatische instemming van de senatoren van deze partijen? De Eerste Kamer, wil senator Carla Moonen (D66) benadrukken, heeft een eigenstandige rol. Zij controleren op rechtmatigheid, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid. En ze zal, zoals senatoren vaak doen, letten op „consistentie van beleid”. De afbouw zoals die was, zegt Moonen, was consistent beleid sinds Rutte III. Het plan van dit kabinet noemt ze „bizar” gezien de krapte op de woningmarkt. Ze vindt dat het kabinet hierdoor uitdeelt aan de rijken. „Een omgekeerde Robin Hood.”

Moonen zal daarom vragen stellen over de hypotheekrenteaftrek, maar wil nog geen uitspraken doen over een mogelijke novelle. Wel benadrukt ze dat ze blij is met de btw-deal, waar D66 „keihard” aan heeft gewerkt. Met andere woorden: de btw-deal is voor D66 zwaarwegend.

Voor de ChristenUnie en het CDA is de hogere hypotheekrenteaftrek niet ongezien gepasseerd in de Tweede Kamer. Zij stelden een aanpassing op het wetsvoorstel Belastingplan voor waarin de introductie van een tweede schijf in de inkomstenbelasting wordt teruggedraaid. Logisch gevolg daarvan is dat het voordeeltje van de hypotheekrenteaftrek daarmee óók zou verdwijnen, omdat deze gekoppeld is aan de tweede schijf in de kabinetsplannen. Dat wisten de indieners.

Maar het amendement haalde bij stemming geen meerderheid. En de twee christelijke partijen hebben hun voorstel in de Tweede Kamer niet voorwaardelijk gemaakt voor steun van het Belastingplan. Dat verkleint de kans dat het Belastingplan vanwege de hypotheekrenteaftrek sneuvelt, of op dat punt aangepast moet worden.