De drie grootste misvattingen over het Midden-Oosten? Koert Debeuf denkt even na. „Dat het belangrijkste onderscheid dat tussen soennieten en sjiieten is. Dat het jihadisme eeuwenoud en ingebakken in de islam is. En dat Hamas zomaar, of uit puur antisemitisme, Israël aanviel.”
Debeuf, Midden-Oostenkenner en gasthoogleraar politieke wetenschappen aan de Vrije Universiteit Brussel, publiceerde onlangs het boek Wat je moet weten om het Midden-Oosten te begrijpen. Om met de laatste van drie misvattingen te beginnen: Debeuf heeft zich „zeer verbaasd” over politici die niets van de context van 7 oktober wilden weten, zegt hij in zijn loft met torenhoog plafond in hartje Brussel. „Israël-Palestina is zelfs nog een gemakkelijk geval.”
Wat bedoelt u in dit verband met ‘gemakkelijk’?
„Veel andere landen in het Midden-Oosten hebben een veel complexere geschiedenis. Bij Israël-Palestina ligt de context zeer voor de hand. Er is oorlog geweest in 1947-1948. Daarbij werden Palestijnen verdreven die in vluchtelingenkampen belandden in drie omringende landen en in Palestina zelf.
„Sinds 1967 bezet Israël Gaza en de Westelijke Jordaanoever. In dat tweede gebied moeten Palestijnen voor alles een checkpoint passeren. Als je in Palestina rondloopt of rondrijdt, dan word je al kwaad. Omdat je wordt onderworpen aan controles door 18-jarige Israëlische soldaten die van niets weten, die je tegenhouden, die niet weten wie je bent, die zich daar niet voor interesseren, die je je laten uitkleden op straat, enzovoort. Wie is er dan nog verbaasd dat de Palestijnen kwaad zijn? Natuurlijk is die boosheid daar. Het is geen houdbare situatie.”
Zag u 7 oktober aankomen?
„Ik vond het niet zo verrassend dat er een aanval kwam. De grote verrassing was dat Hamas die aanval zo professioneel uitvoerde.
„De situatie in Gaza was al helemaal op de rand van onleefbaar. Gaza werd sinds 2007 door Israël aan een blokkade onderworpen, geassisteerd door Egypte. Inwoners van Gaza konden amper importeren of exporteren. Er was geen vooruitgang mogelijk. Als men het gevoel heeft dat er geen hoop meer is op verbetering, dan moet je niet verbaasd zijn dat daar een tegenreactie op komt. Ik denk dat het overal in de wereld zo werkt: hoe groter het gevoel van wanhoop is, hoe extremer de visies zijn. Dus de opkomst en de sterkte van Hamas vind ik perfect verklaarbaar.”
Vanuit pro-Israëlische hoek hoor je wel eens: als je de aanval van Hamas vanuit een sociologische context probeert te verklaren, dan praat je de terreur goed. Wat vindt u daarvan?
„Als we vrede willen, moeten we de psychologische context begrijpen waarin zaken gebeuren. Juist door de weigering om te begrijpen waar de Palestijnse onvrede vandaan komt, gaan er alleen maar meer aanslagen komen. Op de Westelijke Jordaanoever blijven de Israëliërs nederzettingen uitbreiden, geweld plegen en huizen stelen. Onlangs verjoegen ze nog veertigduizend man uit een vluchtelingenkamp. De reactie die daarop zal komen is voorspelbaar, die zal steeds harder en extremer worden.
„Ik laat mijn studenten altijd kijken naar The Battle of Algiers. Dat is een film die is gemaakt vlak na de onafhankelijkheid van Algerije, in 1962. Als je die film ziet, heb je geen enkele sympathie voor de Fransen. Je begrijpt waar het geweld vandaan komt: het is antikoloniaal, tegen de bezetting. Die sentimenten worden gemixt met nationalisme en islamisme. Dat perspectief zijn we volledig vergeten.”
In de ogen van sommige politici is er een veel bruikbaarder verklaring voor Hamas: dat zijn pure antisemieten die de Joden weg willen hebben. Hebben zij een punt?
„Dat is het meest storende aan heel het discours. De afgelopen tweeduizend jaar waren de Joden veel veiliger in islamitische landen dan in Europese landen. Sinds de diaspora leefden Joden in elk land in het Midden-Oosten in veiligheid, net als christenen, zoroasters, druzen en alawieten. De grote Jodenvervolgingen vonden voornamelijk in Europa plaats. Na de Reconquista en de Val van Granada, in 1492, moesten de Joden en de moslims uit Spanje vertrekken of zich bekeren. Het is de sultan van het Ottomaanse Rijk die een schip heeft gestuurd naar Granada en gezegd heeft: kom maar bij ons wonen.
„Ik heb op genoeg plaatsen rondgelopen in het Midden-Oosten waar tot 1967 Joodse gemeenschappen woonden. In Caïro, in Alexandrië, in Isfahan, in Beiroet is er een nostalgie naar die gemeenschappen.
„Antisemitisme heb ik zelden tot nooit gezien. Maar het anti-Israëlische gevoel is heel sterk, omdat de Arabieren het gevoel hebben dat Israël bovenal een koloniaal project is, door de Britten geïnstalleerd. En dat men vanuit Israël geen oplossing voor de Palestijnse kwestie wil, wat de bevolkingen van de omliggende landen kwaad maakt. Het gevoel dat er onrechtvaardigheid bestaat, dat de Palestijnen hun lotgenoten zijn, is heel emotioneel en speelt heel sterk in de Arabische wereld.”
Verklaart dit ook de wrevel tegen het Westen?
„Westerse beslissingen als die van Sykes-Picot, waarbij er [in 1916, red] lukraak grenzen in het Midden-Oosten werden getrokken, werken nog steeds door. Westerse landen hielpen om legers en dictaturen sterk te maken, waarbij de instituties zwak werden gehouden.
„De Fransen hebben Syrië verdeeld langs etnische lijnen. Een alawitische staat, een druzenstaat, een soennitische staat en dan Libanon als een christelijke staat. Ze hebben er alles aan gedaan om in Libanon een meerderheid aan christenen te creëren, een meerderheid die waarschijnlijk niet bestond. Op die manier hebben ze een etnisch conflict in de hand gewerkt dat tot op de dag van vandaag bestaat.
Lees ook
Krachtsverhoudingen in het Midden-Oosten verschuiven ten gunste van Turkije en Israël
„Of kijk naar de vele gebroken beloftes van de Britten. Die rustig Palestina aan de Arabieren én aan de Joden beloofden om het vervolgens zelf te blijven besturen. De slachtoffers van het Britse beleid waren in de eerste plaats de Arabieren die in Palestina woonden. De Britten besloten in 1948 gewoon te vertrekken toen ze de problemen niet konden oplossen. En ook elders in het Midden-Oosten: altijd maar geld en grondstoffen weghalen. De twee grote industrieën in Iran, de tabak en de olie, waren in Brits-Amerikaanse handen. En de bevolking zag daar niets van terug, al het geld werd doorgesluisd naar Londen en New York. Kunnen we dan verbaasd zijn dat er een zeker wantrouwen heerst jegens het Westen? Dat als wij iets komen doen, dat het niet is om hen te helpen, maar om onszelf te helpen?”
Is ook het jihadisme een reactie op westers kolonialisme?
„Wat ik de voorbije jaren ben gaan inzien, is dat het jihadisme een modern verschijnsel is. Het groeide sinds de jaren vijftig vanuit de Moslimbroederschap, waar ook Hamas uit voortkomt. De Moslimbroederschap ontstond om twee redenen: door de kolonisatie was het Midden-Oosten geseculariseerd geraakt, wat traditionelere moslims nogal stak. Daarbovenop kwam de afschaffing van het kalifaat door het Turkse parlement, in 1924. Dat was een grote schok, alsof Italië bij de eenwording ook maar meteen de paus had afgeschaft. De Moslimbroederschap wilde dat kalifaat opnieuw installeren, want de kalief is de rechtstreekse opvolger van de profeet. Een wereld zonder de opvolger van de profeet is een wereld die niet wordt geleid.
„Dat het verzet tegen de secularisering vervolgens ook gewelddadig werd, in de vorm van een jihad, was een reactie op de dictaturen die overal in het Midden-Oosten tot stand waren gekomen. Die dictaturen onderdrukten de islamisten. Maar de jihad was ook iets antikoloniaals, een tegenreactie tegen het Westen.
„De Iraanse revolutie van 1979, natuurlijk bij uitstek islamistisch van aard, was ook een antikoloniale, antiwesterse revolutie. De revolutionairen wilden hun eigen lot in handen nemen en niet, zoals de afgezette sjah, altijd maar toegeven aan de Amerikanen en de Europeanen. Het Westen onderschat hoe diep dat gevoel van vernedering en inferioriteit zit. Die vernedering leidt tot extreme reacties, zoals de oproep tot jihadisme en islamisme.”
Hoe komt het dat het Westen die gevoelens onderschat?
„In Europa zijn we opgeleid om het verleden als emotie te vergeten, omdat de Europese Unie een einde moest maken aan alle disputen tussen landen en groepen. Laten we de grensconflicten vergeten, we halen de emotie eruit. Dat is behoorlijk gelukt. Maar daardoor beseffen we niet meer goed hoe geschiedenis ook emotie is. Europeanen zijn na de Tweede Wereldoorlog zondagskinderen. We begrijpen niet goed dat er andere continenten zijn waar het veel slechter ging. En dat was deels omdat wij daar verantwoordelijk voor zijn.”
Vaak wordt de tegenstelling tussen soennieten en sjiieten aangehaald om te verklaren waarom islamitische landen ook onderling strijden. U schrijft dat deze tegenstelling achterhaald is. Waarom?
„Als sjiieten en soennieten elkaars belangrijkste tegenstanders zouden zijn, waarom steunt het sjiitische Iran dan het soennitische Hamas? Of waarom is er een link tussen de soennitische Moslimbroeders en het Iraanse regime? In de Verenigde Arabische Emiraten vertelden mensen mij dat hun ouders vroeger niet wisten of ze sjiiet of soenniet waren. Dat onderscheid werd pas relevant in 1979, toen het geloof werd ingezet in de revolutionaire context van Iran.”
Welk onderscheid is dan wel relevant om de krachtsverhoudingen in het Midden-Oosten te beschrijven?
„De echte breuklijn is die tussen de revolutionaire landen en bewegingen en de landen die stabiliteit nastreven. Waarbij de revolutionaire lijn, aangehangen door onder meer Iran, Turkije, Hezbollah en Hamas, ook een islamistische lijn is, de lijn die ingaat tegen alles wat door het Westen tot stand is gebracht, dus ook de koloniale grenzen. En tegen de connectie tussen de VS en Saoedi-Arabië, en natuurlijk tegen Israël. De revolutionairen willen opnieuw een kalifaat of, in het geval van Iran, een revolutionaire beweging met een ander soort heilige, islamistische staat.
„De stabiliteitsalliantie bestaat uit landen als Saoedi-Arabië, Egypte, Jordanië en de Verenigde Arabische Emiraten. Ze zijn gebouwd op het leger of een koningshuis, en ze willen alles bij hetzelfde houden. Kleine vooruitgang is mogelijk: evolutie, maar geen revolutie. Ook het islamistische Saoedi-Arabië heeft gekozen voor evolutie, waarschijnlijk ook om revolutie te vermijden.”
Uw boek is een pleidooi voor historisch besef over het Midden-Oosten. Wat vond u van het nieuws dat de Universiteit Leiden mogelijk de opleiding Arabisch schrapt?
„Leiden heeft sinds de zeventiende eeuw een leerstoel Arabistiek. Als we opleidingen en leerstoelen die bezig zijn met andere gebieden beginnen af te schaffen, dan schaffen we onze eigen kennis af. En dus zijn we in de toekomst nog minder geïnformeerd en doen we nog meer domme uitspraken, nemen we nog meer domme politieke beslissingen, waardoor we tot minder dialoog, minder begrip, meer fouten komen. En de kans op conflicten wordt groter. Dat vind ik een groot drama.”
