Het is altijd de overtuiging geweest van Ronald Koeman. Bij zijn rentree in het voorjaar van 2023 dacht hij verder te kunnen gaan waar zijn succesvolle eerste periode als bondscoach van het Nederlands elftal, tussen 2018 en 2020, was geëindigd. Die jaren kregen glans door overwinningen op Frankrijk, Duitsland en Engeland. „Ik denk nog steeds dat we daar naar terug kunnen”, zei Koeman begin vorig jaar in een interview. „Dus dat gaan we doen.”
Hij wilde doorbouwen op de sleutelspelers uit de eerste periode – behalve Frenkie de Jong waren dat met name Virgil van Dijk, Georginio Wijnaldum en Memphis Depay. Hij had er vertrouwen in dat die laatste twee opnieuw een gevaarlijk duo konden vormen, zoals ze eerder hadden laten zien met veel goals en assist. Spits Depay die zich iets liet terugzakken, waarop aanvallende middenvelder Wijnaldum ‘over’ zijn maatje heen de diepte in sprintte. Ze waren betrokken bij tientallen goals. „Beiden zijn nog steeds spelers die van extra waarde kunnen zijn voor dit Nederlandse elftal”, zei Koeman in maart 2023.
Maar er waren destijds al duidelijke signalen dat het beste eraf was. Depay had al langere tijd geen volledige wedstrijd gespeeld, mede als gevolg van blessureleed. Wijnaldum was niet meer de snelle, dynamische middenvelder als in zijn beste dagen bij Liverpool, waar hij vertrok. En Van Dijk speelde nog wel wekelijks in de top, na een zware knieblessure, maar beleefde bij datzelfde Liverpool een van de slechtste seizoenen in jaren. De vraag was of zij nog wel de leiders waren van het toekomstige Oranje.
Koeman twijfelde daar niet aan, hij bleef bouwen op zijn oude soldaten. En doet dat, nu de beslissende fase op het EK is aangebroken, nog steeds. Van Dijk gaat maandagmiddag voorop bij de warming-up voor een training in de Allianz Arena, in het noorden van München. Depay speelt een beetje met de bal, schiet wat lange ballen naar Wijnaldum en Van Dijk. Het energieke Roemenië, een van de verrassingen in de groepsfase, wacht dinsdagavond in de achtste finale.
Bezoekjes
Koeman is een coach die zich nadrukkelijk richt op zijn leidende spelers – daar is hij loyaal aan, blijft hij op vertrouwen. Wijnaldum leek niet meer in aanmerking te komen voor Oranje. Maar toen zocht Koeman hem met directeur topvoetbal Nigel de Jong in februari dit jaar op in Saoedi-Arabië – de middenvelder speelt daar bij Al-Ettifaq. „Hij wilde weten hoe ik tegenover het Nederlands elftal stond, positief natuurlijk”, vertelde Wijnaldum onlangs. „En we spraken hoe hij het zag. Hij zei dat ik nog in beeld was.”
Afgelopen seizoen gingen Koeman en De Jong ook langs in Madrid bij Depay, die op dat moment bij Atlético speelde. „Daar hebben we rustig gezeten”, zei Koeman later bij ESPN. „We willen een dusdanig sterke groep formeren, hoe ziet hij dat? Staat hij er nog steeds zo in?”
Het zijn bezoekjes die veel zeggen over hun goede, langdurige band. Het was Koeman die Depay transformeerde als speler: van een linksbuiten werd hij in de eerste periode van Koeman de nieuwe aanvalsleider van Oranje – met 46 interlandgoals is het wachten tot hij de vijftig van Robin van Persie passeert. Daarvoor wilde hij Depay al naar Everton halen. En in 2021 was hij coach van FC Barcelona toen zij Depay overnamen van Olympique Lyonnais. Daar waar Van Dijk al in het seizoen 2015-2016 samenwerkte met Koeman.
Nu komt het op hen aan, op het EK. Koeman blijft aan ze vasthouden, ook nu ze het moeilijk hebben. Wijnaldum (33) kreeg in maart een kans in een oefenduel tegen Schotland, hij overtuigde niet. Hij ging toch mee naar Duitsland, waar hij elk groepsduel mocht invallen – steeds in fases dat wedstrijden nog beslist konden worden. In de zeventig minuten die Wijnaldum speelde, had hij nauwelijks impact. Hij kwam tot vijftien passes en vrijwel geen aanvallende actie (één dribbel).
Scoren of creëren
Ook Depay (30) speelt een moeizaam toernooi – wel scoorde hij een mooie goal in de laatste groepswedstrijd tegen Oostenrijk. Maar van de 33 aanvallers die minimaal 180 minuten in actie kwamen in de groepsfase op het EK, behoort hij tot de drie spelers die nog geen enkele kans (assist) wist te creëren vanuit open spel, schrijft het gezaghebbende The Athletic.
Van Depay is bekend dat hij veel over het veld zwerft en zich iets terug laat zakken als ‘valse’ spits. Dat is ook terug te zien in statistieken van databureau Opta over zijn interlands onder Koeman in de afgelopen anderhalf jaar. Slechts 7 procent van Depays openspelcontacten zijn in het midden van het strafschopgebied van de tegenstander – juist de plek waar een spits vaak toeslaat. Wout Weghorst, zijn concurrent voor de spitspositie, is aanmerkelijk vaker in die belangrijke zone te vinden: bij 18 procent van zijn balcontacten. „Depays beweging kan goed zijn, maar als hij niet scoort, moet hij creëren”, schrijft The Athletic. „En tot nu toe is dat nog niet gebeurd.”
Depay vond dat hij tegen Oostenrijk te weinig gezocht werd door zijn ploeggenoten. „Dat is jammer. Want als ik er lekker in zit, dan weet je dat er dingen kunnen gebeuren.” Koeman sprak vorige week nadrukkelijk zijn steun uit voor Depay – ondanks zijn mindere spel blijft hij zijn eerste spits. „Ik voel het vertrouwen van de trainer. Ik wilde dat graag terugbetalen”, zei Depay afgelopen zondag. „Dat je support hebt van de meneer die de opstelling bepaalt, is natuurlijk belangrijk.”
Dat vertrouwen van Koeman voor aanvoerder Van Dijk (32) is eveneens groot. Terwijl ook hij tekortschoot in het duel met Oostenrijk – zoals dat vorig jaar ook al gebeurde tegen Italië. Dat zit in gebrekkige onderlinge afstemming, geen leiding nemen in het veld, het beperkte doordekken op opkomende middenvelders.
„Communiceren is een heel belangrijk onderwerp bij ons dat beter moet, vooral in het veld”, zei Van Dijk vrijdag. „Er zijn altijd jongens die daar meer de leiding in moeten nemen. Ik ben er daar zeker een van.” Het duel met Oostenrijk was een „eye-opener” zei hij. „Als we stappen willen maken, als we iets willen bereiken dit toernooi, dan moet dat heel snel veranderen. In die zin is het duel met Roemenië ook een test voor Koemans kernspelers.