In de provincie Zeeland geldt donderdag vanaf 11 uur code oranje vanwege de zware storm Ciarán. Er worden windstoten van 100 tot 110 km/h verwacht. In de middag geldt ook voor de kustgebieden van Noord- en Zuid-Holland en het westelijke deel van het Waddengebied code oranje. Eerder had het KNMI ook voor de westelijke provincies de lichtere code geel afgegeven, die nog altijd geldt voor het grootste deel van de rest van het land.
Code oranje betekent dat er een grote kans is „op gevaarlijk of extreem weer waarbij de impact groot is en er kans is op schade, letsel of veel overlast.” De ANWB had al geadviseerd om deze donderdag thuis te blijven werken.
De Nederlandse Spoorwegen hebben uit voorzorg de dienstregeling in Zeeland aangepast en waarschuwt dat de storm tot meer hinder kan leiden.
Schade en lichtgewonde in Bretagne
De storm Ciarán kwam woensdagavond al aan land in de Franse kustregio Bretagne. Daar viel een lichtgewonde en moest de brandweer tientallen keren uitrukken. Ook waren er meldingen van stroomonderbrekingen door kapotte elektriciteitsleidingen.
Volgens de weerdienst Météo France bestaat er tot donderdagavond overstromingsgevaar door stormgolven aan de gehele Franse Atlantische kust, de noordkust en de oostelijke Middellandse Zeekust.
Achttien kinderen sprinten de klas uit zodra dirigent Dorus van den Boomen ze vertelt dat ze „snel, maar zonder te rennen”, hun instrument mogen pakken. Met een xylofoon, trombone, fagot of viool komen ze het lokaal van basisschool de Tamarisk in Groningen weer binnen.
Daar krijgen ze deze laatste dinsdag van maart les van muzikanten van het Noord-Nederlands Orkest (NNO). Het is de veertiende les en de voorlaatste voor het grote optreden dat ze met andere scholen in de Oosterpoort in Groningen geven. Dat optreden is het startschot van de jaarlijkse Kindermuziekweek, dat als thema dromen heeft. De Kindermuziekweek duurt tot 13 april.
Het NNO geeft dit voorjaar kinderen van drie klassen van drie basisscholen in Groningen vijftien weken lang les. In tijden van bezuinigingen op muziekonderwijs vindt het orkest het belangrijk kinderen kennis te laten maken met muziek. „Steeds minder kinderen spelen een instrument. Dat is best zorgelijk. Het spelen van een instrument kan kinderen veel brengen. Het is goed voor je cognitieve vaardigheden en het geeft ook plezier. Daarnaast zijn kinderen ook ons publiek van de toekomst en de musici en docenten van de toekomst”, zegt hoofd educatie Joëlle Doll van het NNO.
In tijden van bezuinigingen op muziekonderwijs vindt het orkest het belangrijk kinderen kennis te laten maken met muziek
In groep 5/6 van basisschool de Tamarisk hebben drie van de achttien kinderen al muziekles. Voor de rest zijn deze lessen een eerste kennismaking met instrumenten. Elke les komen musici van het NNO mee. Deze keer is violiste Caroline Babendererde mee. Zodra ze begint te spelen, luisteren de kinderen aandachtig. „In de zaal waar jullie straks gaan optreden, kunnen zo’n 1.200 mensen kijken”, vertelt ze. Verschrikt kijken de leerlingen op. „Maar daar moet je niet aan denken hoor, als je speelt. Dan ben je alleen met je instrument bezig. Dat is iets tussen jou en het instrument.”
Een leerling oefent viool.
Foto Kees van de Veen
Plastic trombone
Dan is het tijd om te oefenen. Dirigent Van den Boomen begeleidt op de gitaar, de leerlingen zingen het lied ‘Pizza en chocolade’. Twee kinderen spelen op de fagottino, vier op de trombone, twee op slagwerk en zeven viool. „Ik droom alle ruzie weg. Niemand wordt meer ziek. Op alle plekken waar ik kom, klinkt muziek”, zingen ze.
Van den Boomen applaudisseert. „Geweldig, dat gaat soepel. Jullie zingen prachtig, maar kunnen jullie ook nog laten zien dat jullie het een leuk liedje vinden? Jullie zien er nu uit alsof het moet.” Een stuk enthousiaster zetten de leerlingen het nummer nog eens in.
Aan het einde vraagt Van den Boomen om applaus voor violiste Babendererde. De kinderen klappen luid. Maar dan zegt een meisje: „Krijgen wij nog een applaus? We hebben zo lang geoefend.” Van den Boomen lacht. „Weet je wanneer je applaus krijgt? Na het concert.”
Een week later is het zo ver. Het podium van de grote zaal van de Oosterpoort in Groningen staat vol. Op het podium staan zo’n 120 kinderen. Ze zwaaien naar de tribune, waar hun leerkrachten, ouders, broers, zussen en opa’s en oma’s zitten. Om op te warmen, schudden ze hun handen en voeten. Dan is het tijd om te spelen. Tientallen pBones, een plastic trombone, schieten de lucht in. De kinderen spelen samen met musici van het NNO.
Leerlingen van groep 6 oefenen fagot.
Foto Kees van de Veen
De kinderen spelen zes liedjes. Tussendoor worden twee kinderen op het podium geïnterviewd. Wat vind je zo mooi aan de trombone, vraagt de presentator aan Toon. „Gewoon, dat ‘ie zo paaah doet”, zegt Toon. Hoe dat klinkt, laat hij meteen even horen.
Ze sluiten af met het lied van de Kindermuziekweek, ‘Ik ben ’t allemaal’, van DROOMPILOOT, dat zanger Gerson Main met ze zingt. Voor het podium staan leerlingen uit Friesland, Groningen en Drenthe, die met de nummers meezingen. Meer dan veertig schoolklassen uit het Noorden hebben zich aangemeld om volgend jaar deel te nemen aan het schoolorkest.
Profvoetballer
Een beetje spannend, vond Jabril (9) het wel, zegt hij na afloop van het concert. „Ik was bang om iets niet goed te doen, maar dat is gelukkig niet gebeurd. Ik speelde trombone. Ik wilde dat graag doen, omdat ik het leuk vind om veel lawaai te maken.”
Of hij doorgaat met muziek spelen, weet hij nog niet. „Ik heb ook andere dromen, zoals profvoetballer worden.” Het doel is ook niet om alle kinderen aan het spelen te krijgen, zegt Dol van het NNO. „Ik hoop dat als ik volgend jaar weer langskom bij de scholen die hebben meegedaan, er drie of vier leerlingen uit de klas op muziekles zijn gegaan.”
Een leerling oefent xylofoon.
Foto Kees van de Veen
Na het concert zit Britt (8) met haar ouders, broertje en oma’s en opa’s in de hal van de concertzaal. Ze heeft een rode roos in haar hand, die ze van haar juf heeft gekregen na afloop. Tijdens het concert speelde ze twee nummers mee. „Ik speelde xylofoon. Het was leuk om te doen, maar ook spannend op zo’n groot podium.”
Britt had altijd zin in de muziekles op school, vertelt haar vader Harry Hummel. „Op maandag zei ze: morgen hebben we weer NNO.” Ook hij is enthousiast over de lessen. „Ik vind het een mooie manier voor de kinderen om met muziek in contact te komen. Het werkt aanstekelijk, mijn zoon van 4 zei net dat hij nu ook een trombone wil.”
In Duitsland en Frankrijk hebben politie-instanties maandag preventieve maatregelen genomen om aanslagen te voorkomen. In Duisburg zijn veertien middelbare scholen uit voorzorg gesloten en in Parijs pakte de politie drie mannen op die iets te maken zouden hebben met de voorbereiding van een aanslag. Er is geen verband tussen de twee kwesties.
Middelbare scholieren uit Duisburg, in het westen van Duitsland, mogen maandag geen lessen volgen op locatie. Dat heeft een politiewoordvoerder zondagavond laten weten aan Duitse media. De leerlingen krijgen les vanuit huis.
Afgelopen vrijdag ontving het schoolbestuur van de Gesamtschule-Mitte een dreigbrief met rechts-extremistische teksten. De anonieme briefschrijver kondigde aan om op maandag strafbare feiten te plegen die de school zouden raken. Op zondag ontving de school een tweede brief, waarin ook dertien andere scholen werden bedreigd.
Na politieonderzoek werd vastgesteld dat de dreigbrief niet al te ernstig was, maar uit voorzorg is toch besloten om de schoolgebouwen voor leerlingen te sluiten. De politie probeert momenteel te achterhalen wie de briefschrijver is.
Op gymnasia in Duisburg vindt wel fysiek onderwijs plaats. „Lieve ouders, beslis zelf of u uw kind morgen thuis laat”, schrijft een gymnasium in een brief aan de ouders, die het Duitse persbureau DPA heeft ingezien.
Beraamde aanslag in Parijs
In Parijs zijn zondag twee mannen opgepakt die verdacht worden van het beramen van een aanslag. Een derde man wordt verdacht van het niet melden van een terroristisch misdrijf. Hij staat voorlopig onder gerechtelijk toezicht. Dat meldt de Franse antiterreureenheid Pnat.
Volgens het Franse RTL is de hoofdverdachte een 19-jarige man uit Duinkerken, die op internet zou beweren dat hij deel uitmaakt van een jihadistische organisatie. In zijn huis zou de politie een bomvest hebben aangetroffen.
Kan Donald Trump tegen de financiële markten op? Dat is de vraag die met de dag nijpender wordt. De regering-Trump nam afgelopen weekeinde niets terug van het voornemen om de Amerikaanse invoerheffingen zeer fors te verhogen – een maatregel die aanstaande woensdag zou moeten ingaan. De koersdalingen op Wall Street brengen het Witte Huis vooralsnog niet op andere gedachten. Maar die ongenaakbare houding kan veranderen als de onrust aanhoudt.
Na de forse verliezen op de beurzen van donderdag en vrijdag is het vandaag opnieuw een zwarte dag. In Azië daalden de koersen vannacht en vanmorgen al fors en vanmorgen nam Europa het estafettestokje over.
Voor een deel komt die reactie door de koersdalingen in de VS op vrijdagavond, waar Aziatische en Europese aandelen vanmorgen pas op konden reageren. Maar beleggers keken vooral vooruit, naar de opening van Wall Street vanmiddag om 15.30 uur. Amerikaanse aandelen zetten wereldwijd de toon: hun gezamenlijke marktwaarde is veel groter dan die van alle aandelen van de rest van de wereld bij elkaar. Er werd vanmorgen een opening van Wall Street voorzien van 3 tot 4 procent lager dan het slot van vrijdag.
Dat techaandelen nu kelderen hoeft niet erg te zijn
Dat techaandelen nu kelderen hoeft niet erg te zijn – behalve dan voor beleggers. De sector levert nu per saldo enkel de enorme koerswinst in die zij sinds een jaar of wat geleden maakte. Potentieel verontrustender is de koersdaling van de financiële sector. Dat was vanmorgen ook in Amsterdam te zien, waar banken en verzekeraars hard onderuitgingen.
Een verzwakkende financiële sector duidt vaak op een risico voor de economie. En dat doet de vraag rijzen of en wanneer de huidige onrust op de financiële markten ophoudt een puur financieel verschijnsel te zijn, en begint door te sijpelen naar de reële economie.
Dat kan via verschillende kanalen. Allereerst is er de door Trump ingezette handelsoorlog, die ten koste kan gaan van de economische groei, en tegelijkertijd de inflatie kan opjagen. Landen die de heffingen hebben ingesteld, zoals de VS, of landen die zelf heffingen als reactie hebben ingevoerd, zoals China, krijgen te maken met duurdere invoer en dus hogere prijzen.
Het probleem is dat centrale banken hier moeilijk een antwoord op kunnen formuleren. Een vertragende economie vraagt om een ruimer monetair beleid met lagere rentes, dat de centrale banken zouden kunnen doorvoeren. Maar tegelijkertijd vergt het risico op een hoge inflatie juist een verkrappend monetair beleid, met stijgende rentes.
Stagflatie
Het tegelijkertijd optreden van stagnatie en inflatie is de geschiedenis in gegaan als ‘stagflatie’ – een verschijnsel dat zich voordeed na de oliecrisis in de jaren zeventig. Beleidsmakers, geconfronteerd met deze tegenstelling, hadden hier toen lange tijd geen antwoord op. Toen de inflatie daardoor uit de hand liep, was er een draconisch beleid met zeer hoge rentes – en een zware recessie – voor nodig om rond 1980 het tij te keren.
Het tweede kanaal tussen de financiële sector en de reële economie is dat van vertrouwen en vermogen. Beleggers voelen zich rijker bij stijgende koersen, en geven een klein deel van hun papieren winst uit – dit is het zogenoemde ‘vermogenseffect’. Maar andersom gebeurt dat ook: dalende koersen kunnen leiden tot minder uitgaven, en zo ten koste gaan van de economische groei. Dat komt dan, zeker in het Amerikaanse geval, boven op de dreun die consumenten toch al krijgen door de hogere prijzen als gevolg van de invoerheffingen.
Het vertrouwen dat beleggers verliezen in de beurs kan virulente gevolgen hebben. Veel mensen zitten nu in zogenoemde exchange traded funds (ETF’s). Dat zijn voortdurend verhandelbare beleggingsfondsen die bijvoorbeeld een beursindex schaduwen, zoals de AEX. Dat doen ETF’s door in dit geval alle aandelen van de AEX, volgens de weging waarin ze in de index zitten, in portefeuille te hebben. Als een beleggers de ETF verkoopt, wat van de ene seconde op de andere kan, leidt dat dus meteen tot een verkoop van de onderliggende aandelen die in de EFT zitten. Met een extra neerwaartse druk op de koersen tot gevolg.
In dat geval kan een koersbeweging omlaag zichzelf gaan versterken. De nervositeit op de beurzen, gemeten als heftigheid waarmee de koersen bewegen (de ‘volatiliteit’), neemt toch al toe. De Amerikaanse VIX-index (de zogenoemde ‘angstindex’) steeg vanmorgen naar een waarde van 54. Dat is het hoogste sinds de beursonrust rond de Covid-pandemie in 2020.
Op zijn beurt is de volatiliteit weer een belangrijke factor bij opties en andere financiële derivaten waarmee beleggers koersrisico’s verzekeren (of juist aangaan). De prijs van zekerheid wordt door een stijgende volatiliteit juist hoger.
Banken, verzekeraars, vertrouwen, vermogensverlies en volatiliteit. Zoals deze zijn er nog meer mechanismen die de overstap van een beurscorrectie naar de échte economie bespoedigen. Om een mogelijke neerwaartse spiraal te voorkomen lijkt er op dit moment maar één remedie: het wegnemen van de oorzaak. En dat is het draconische heffingenbeleid van de regering-Trump.
Goldman Sachs verhoogde zijn inschatting op de kans voor een recessie in de VS in de komende maanden al van 35 procent naar 45 procent. Het wordt nu de vraag hoe omineus die economische dreiging moet worden, voordat het Witte Huis met de ogen knippert.