De radicaal-rechtse Freiheitliche Partei Österreichs (FPÖ) wint volgens de prognoses de parlementsverkiezingen in Oostenrijk. De partij behaalde met 29 procent het beste resultaat in haar geschiedenis en wordt voor de eerste keer de grootste partij. De conservatieve ÖVP, de partij van huidig kanselier Karl Nehammer, belandde op plaats twee (26 procent), de sociaaldemocratische SPÖ werd derde (21 procent). De Groenen, regeringspartij naast de ÖVP, leveren flink in en behalen volgens de prognoses 9 procent.
Al maanden leek de FPÖ in peilingen op een overwinning af te stevenen. Toch is de grote winst opmerkelijk: in 2019 viel de regering van ÖVP en FPÖ na de Ibiza-affaire, waarin toenmalig FPÖ-leider en vicekanselier Heinz-Christian Strache te zien was op een filmpje waarin hij sprak over illegale partijfinanciering en manieren om media te beïnvloeden. Maar in de afgelopen jaren wist Herbert Kickl, partijvoorzitter sinds 2021, de partij uit het slop te trekken. Met name de coronapandemie wist Kickl in het voordeel van de FPÖ te gebruiken. De watersnood afgelopen maand in Neder-Oostenrijk lijkt het kiesgedrag niet erg te hebben beïnvloed: de FPÖ vindt klimaatmaatregelen „ieders eigen verantwoordelijkheid”, maar dat standpunt heeft de partij niet geschaad.
Lees ook
Herbert Kickl, leider van de radicaal-rechtse FPÖ, perfectioneerde het populisme
Ondanks de winst is het de vraag of lijsttrekker Kickl ook kanselier kan worden. De ÖVP wil Kickl niet als kanselier, en lijkt hooguit bereid tot samenwerking met een FPÖ zónder Kickl. Volgens ÖVP-voorzitter en kanselier Nehammer is Kickl een „veiligheidsrisico voor Oostenrijk”. Maar Kickl lijkt niet van plan zich terug te trekken. Na de vorming van de eerste coalitie van ÖVP en FPÖ in 2000 trok toenmalig FPÖ-leider Jörg Haider zich terug. Kickl, die destijds speechschrijver was van Haider, beschouwde dat als een grote fout.
Volgens ÖVP-voorzitter en kanselier Nehammer is Kickl een ‘veiligheidsrisico’ voor Oostenrijk
Ambtsmisbruik
De afgelopen vijf jaar regeerde de ÖVP samen met de Groenen. Die samenwerking krijgt hoogstwaarschijnlijk geen gevolg: het wederzijds vertrouwen is op een dieptepunt sinds de ÖVP aangifte deed tegen de Groenen-minister van Klimaat Leonore Gewessler voor ambtsmisbruik, omdat Gewessler tegen de zin van de ÖVP in Brussel vóór de natuurherstelwet stemde. De Groenen stelden zondagavond dat ze ondanks het verlies graag verder zouden willen regeren omwille van het klimaat. Maar een coalitie van ÖVP en Groenen heeft geen meerderheid meer, daarvoor zou nog een derde partij nodig zijn.
Mogelijk hebben de ÖVP en de sociaal-democratische SPÖ samen en nipte meerderheid. Maar de SPÖ, sinds een jaar onder leiding van Andreas Babler, staat voor een beduidend socialere koers dan de ÖVP, en de verschillen tussen ÖVP en SPÖ lijken niet makkelijk te overbruggen. Zo wil de SPÖ hogere belastingen voor grote bedrijven en een ‘miljonairsbelasting’. De ÖVP wil lagere belastingen voor bedrijven en minder bureaucratie.
In de verkiezingscampagnes speelden ook migratie en veiligheid een grote rol. De ÖVP wil een strenger migratiebeleid, en mensen in de „regio” opvangen. Voor de FPÖ was migratie het belangrijkste onderwerp: in het verkiezingsprogramma met de titel „Vesting Oostenrijk” wil de partij het „volk tot een zo homogeen mogelijke eenheid maken”.
Lees ook
Onder radicale leider Kickl gaat extreemrechtse FPÖ aan kop in Oostenrijk – kan hij ‘Volkskanselier’ worden?
Wat gebeurt dáár in hemelsnaam? Als Tadej Pogacar versnelt in de Zürcher Bergstrasse, op 102 kilometer voor de finish en met nog zeker tweeënhalf uur koers voor de boeg, stoot verdedigend wereldkampioen Mathieu van der Poel zijn Belgische concurrent Remco Evenepoel aan. „Dit is een paniekactie”, zegt hij. „Hij vergooit hij zijn kansen op de wereldtitel.” Van der Poel blijft in het zadel zitten, en ook Evenepoel gaat niet achter Pogacar aan.
„Tja”, zegt Van der Poel na afloop met een grijns. „Hij bewees ons aller ongelijk.”
Bizar, spectaculair, onwerkelijk – een paar woorden waarmee de WK-zege van Tadej Pogacar, zondag in het Zwitserse Zürich, omschreven zou kunnen worden. Nog nooit eerder werd een mannelijke wielrenner wereldkampioen door zó ver van de finish weg te rijden bij zijn belangrijkste concurrenten. Pogacar is een liefhebber van machtsvertoon door lange ontsnappingen, dat weet iedereen in het peloton: hij begon dit seizoen met een vlucht van meer dan tachtig kilometer in de Toscaanse koers Strade Bianche. Maar honderd kilometer?
Met zijn WK-zege bekroont Pogacar een seizoen waarin hij de concurrentie verpulverde en menig wielerwet naar het hiernamaals verwees. Als eerste renner in zesentwintig jaar won hij zowel de Giro d’Italia als de Tour de France – iets dat onmogelijk werd geacht in het moderne wielrennen. En nu is hij de eerste coureur sinds de Ier Stephen Roche in 1987 die na de ‘dubbel’ ook nog eens wereldkampioen wordt. De enige andere renner die hierin ooit slaagde was Eddy Merckx, in 1974.
Masterclass koersinzicht
Een paniekactie was zijn demarrage niet, zei Pogacar na de koers, wel „een domme zet” – wat in zijn universum zoiets betekent als ‘mijn intuïtie volgen’. Zelf wist hij ook „niet precies wat er gebeurde”.
Na zijn ontsnapping was hij in een mum van tijd bij een grote groep koplopers, die al enkele tientallen kilometers vooruit reden. Pogacar werd daarbij geholpen door zijn landgenoot Jan Tratnik, die zich uit de groep had laten afzakken. Een masterclass in koersinzicht na de demonstratie van tactisch onvermogen van de Nederlandse vrouwenploeg op de zaterdag van het WK.
Samen wurmden Tratnik en Pogacar zich door de kopgroep heen en zetten zich aan kop. Bij de volgende beklimming van de Bergstrasse – het WK-parcours van 270 kilometer bevatte zeven lokale rondes in en om Zürich – ontdeed Pogacar zich van de rest van de groep. De enige die nog een tijdje kon volgen, was de Russische Fransman Pavel Sivakov – in het dagelijks leven knecht van Pogacar bij de UAE-ploeg.
De resterende 50 kilometer schommelde Pogacars voorsprong tussen de 45 seconden en een minuut. Hoewel er op het WK gereden wordt zonder radio-apparatuur, was hij de hele koers uitstekend op de hoogte van de tijd, zo vertelde hij na afloop: door de borden van de motorrijders en vanuit de Sloveense ploegleiderswagen die langszij kwam. „En af en toe stond mijn voorsprong op een bidon geschreven die ik kreeg.”
Frustratie Evenepoel
Voor Pogacars achtervolgers viel weinig meer uit te halen. Ze probeerden het nog wel, maar tot een goede samenwerking kwam het niet echt, door onderlinge aanvallen viel de groep in plukjes uiteen. Bij Remco Evenepoel, de koning van de Olympische Spelen en vorige week winnaar van de tijdrit op dit WK, was de frustratie duidelijk zichtbaar: geregeld zwaaide hij boos met zijn handen.
Eventjes leek het nog spannend te worden. In de finale van de koers hergroepeerden de achtervolgers zich – en liep Pogacars voorsprong terug tot ruim een halve minuut. Zou hij dan toch aan het eind van zijn krachten zijn? Na een paar kilometer liep de voorsprong weer op en kon hij de laatste kilometers langs het Meer van Zürich onbedreigd naar de overwinning rijden – al ging het niet meer vanzelf. „Mijn benen deden zo’n pijn dat ik mijn trappers nauwelijks meer rond kreeg.”
Onder de achtervolgers voltrok zich boeiend gevecht om de tweede en derde plaats. Vrijwel alle renners probeerden een keer te ontsnappen: Van der Poel, de Zwitser Marc Hirschi, Ben Healy (Ierland) en de Let Toms Skujins. Uiteindelijk ging het zilver naar de renner die het langst had gewacht met zijn demarrage, de Australiër Ben O’Connor. Mathieu van der Poel sprintte naar brons; Evenepoel moest het doen met plek vijf.
Twee kilo afgevallen
Van der Poel kon goed leven met het verlies van zijn regenboogtrui, zei hij na afloop. Hoewel het parcours minder geschikt voor hem was dan vorig jaar, had hij serieus werk gemaakt van de voorbereiding – onder meer door twee kilo af te vallen. Dat betaalde zich uit: hij kon zich de hele dag meten met de beste klimmers. „Een van mijn beste prestaties ooit”, zo noemde hij de wedstrijd. „Als je Pogacar wegdenkt, deed ik mee om de WK-titel.”
Ook een andere Nederlander beleefde een mooie dag: Bauke Mollema. Hij kon tot ver in de wedstrijd mee met Van der Poel en werd twaalfde. De Groningse veteraan (37), profrenner sinds 2006, beleefde tot nu toe een waardeloos seizoen: door zijn ploeg werd hij voor geen enkele grote ronde geselecteerd. Na zijn gesneefde deelname aan de Tour de France trainde hij een paar weken nauwelijks – om weer in vorm te komen, moest hij in juli lokale Nederlandse criteriums als de Gouden Pijl van Emmen en de Draai van de Kaai in Roosendaal af.
Voelde die twaalfde plek als genoegdoening? Zo ver wilde Mollema na afloop niet gaan. „Maar het is wel lekker na het seizoen dat ik heb gehad.”
Twee mensen die ik bewonder, reportageschrijver Michel van Egmond en fotograaf Jan Dirk van der Burg, dragen een verleden in Zoetermeer met zich mee. Ik zie Zoetermeer terug in hun werk. Natuurlijk hield Van Egmond het een aantal jaren uit met René van der Gijp, hij woonde in Zoetermeer. Natuurlijk draaide Van der Burg zijn hand niet om voor een hondenpoepcongres: Zoetermeer.
Zoetermeer is de remmende voorsprong voor iedereen met een creatief brein.
Zaterdag was ik er.
Ik was gevraagd om het eerste exemplaar van een in eigen beheer uitgegeven boekje van de schrijver Silverfox in ontvangst te nemen in Lunchroom ‘Bij Foodie’, een naam die ik heel erg Zoetermeer vind. Nergens in Nederland beginnen ze een lunchtent onder een kantoorgebouw in een troosteloze buitenwijk, in Zoetermeer vinden ze alles in de buurt van station Driemanspolder juist wel een toplocatie.
Silverfox is een slecht gekozen pseudoniem – dat vinden ze alleen in Zoetermeer een goed idee – voor Frank Nihof die in het boekje Groen Geel was mijn deel 48 jaar ABN Amro heeft verwerkt. Ik leerde hem kennen omdat ik gevraagd was voor een praatje bij zijn afscheid van de bank, ik had nog nooit zo veel hypotheek-intermediairs bij elkaar gezien als daar bij de vleesplank.
Van het een kwam het ander: ik wist inmiddels alles maar ook niks van Frank Nihof. Hij had een leidinggevende functie bij de afdeling Intermediaire Distributie, maar werkte ook bij alle andere afdelingen. Ik moest lachen om Frank Nihof en wilde hem best nog een keer komen samenvatten in één zin: hij is 1 meter 96, hij heeft een kuif, hij heeft een groen-geel hart, hij is emotioneel en gevoelig, is een echt mensen-mens, hij heeft een ridderorde, hij doet vrijwilligerswerk en mantelzorg, hij draagt zijn rode bril op het voorhoofd, hij heeft bijna twintig keer de vierdaagse gelopen in zijn Bob Marley-shirt, hij is sinterklaas geweest, zijn vrouw heet Anita, hij heeft twee dochters: Sheila en Joyce en twee kleinkinderen en hij rijdt in een Toyota C-HR Hybride. En nu is er dus ook een boek dat de boekhandel niet zal halen.
Toen ik zaterdag achter een bak pinda’s tussen veel voormalig medewerkers van ABN Amro zat, de meesten waren met pensioen, dacht ik opeens dat ik Silverfox ook had kunnen samenvatten in een woord: Zoetermeer. Ik denk dat meeste aanwezigen, zeker die met een ABN Amro-verleden, daar een heel mooi compliment uit hadden kunnen halen. En voor Zoetermeer is het ook leuk.
Marcel van Roosmalen schrijft op maandag en donderdag een column
De mouwen van zijn donkerblauwe polo heeft hij opgestroopt, deze frisse zondagmiddag in Antwerpen. Beerschot-trainer Dirk Kuijt staat voortdurend in het uiterste hoekje van zijn coachvak. Hoog op de tribune in het Bosuilstadion is zijn geklap te horen, wanneer zijn ploeg in een fel gevecht is om de bal. Door strijdlust onderscheidde hij zich als speler, nu als coach verwacht hij niet anders.
Hij coacht nadrukkelijk, soms even een tactische aanwijzing, dan weer een duim omhoog. Na een minuut bemoeit Kuijt zich met een opstootje, waarbij ook Antwerp-spits Vincent Janssen betrokken is. Begin tweede helft vliegt hij op, als hij vindt dat een Antwerp-aanvaller een overtreding begaat. Kuijt roept geregeld naar scheidsrechter Lothar D’Hondt – die hem vermanend toespreekt, nadat ook de vierde official dit al meerdere keren heeft gedaan.
In Deurne-Noord, in de beladen stadsderby tegen Royal Antwerp FC, vecht Dirk Kuijt (44) niet alleen voor zijn toekomst bij Beerschot. In breder perspectief doet hij dat ook voor zijn jonge trainerscarrière, die hij begon nadat hij in 2017 zijn spelersloopbaan afsloot met een hattrick en een landstitel bij Feyenoord.
Coach van Feyenoord
Hij zou voorbereid worden op het hoofdtrainerschap van Feyenoord, was het idee onder toenmalig technisch directeur Martin van Geel. Kuijt werd trainer van het vlaggenschip van de jeugdopleiding, de onder-19. Hij liep stage bij het eerste elftal, onder Dick Advocaat. Maar toen de positie van hoofdtrainer vrij kwam, koos de nieuwe technisch directeur Frank Arnesen in 2021 voor Arne Slot. Achteraf was dat voor hemzelf ook beter, zei Kuijt later tegen de NOS. „Ik was er op dat moment zeker nog niet rijp voor.”
Kuijts eerste serieuze klus als trainer, eindigde in een mislukking. Bij eerstedivisieclub ADO Den Haag, dat grote ambities had en snel terug wilde naar de Eredivisie, werd hij november 2022 al na 176 dagen ontslagen. Uit een reconstructie van Voetbal International bleek dat hij wel de steun had van de spelersgroep, maar niet van de algemeen directeur.
Bij Beerschot staat hij voor een nieuwe beproeving. De club uit het zuiden van Antwerpen heeft een rijk verleden, door zeven landstitels begin vorige eeuw. Beerschot stond in die jaren voor mooi combinatiespel – „het schoonste voetbal wordt nog altijd in het Olympisch Stadion op het Kiel gespeeld”, schreven de kranten destijds, volgens de clubsite.
Door faillissementen, financiële problemen, falend beleid en degradaties viel Beerschot de afgelopen decennia ver terug. Maar in 2018 kreeg de club een financiële injectie door de komst van de Saoedische prins Abdullah bin Mosaad, die inmiddels 75 procent van de aandelen heeft. Hij heeft grote ambities, toch lukte het de afgelopen jaren niet om uit te groeien tot een stabiele club op het hoogste niveau.
Kuijt nam het in januari van dit jaar over, toen Beerschot koploper was op het tweede niveau – de Eerste klasse B. Binnen een half jaar haalde hij zijn eerste succes als trainer: het kampioenschap en dus promotie naar het hoogste niveau. Hij tekende bij tot medio 2026, voor naar verluidt een half miljoen euro per jaar.
Maar achter de schermen ontstond op bestuurlijk gebied veel onrust door een strijd over het eigenaarschap. Voorzitter Francis Vrancken – die 12,5 procent van de aandelen heeft – stapte op vanwege een conflict met United World, de voetbalholding van prins Bin Mosaad. Vrancken was boos dat een beoogde overname door een Chinees-Europese partij, tevens eigenaar van FC Den Bosch, klapte. Ook de algemeen directeur en technisch directeur vertrokken.
We moeten ‘met schuim op de bek’ het veld opkomen en ons shirt natmaken
„Zo viel een hele structuur weg. Daardoor is Kuijt in een soort vacuüm beland”, zegt Bart Fieremans, sportjournalist bij Het Laatste Nieuws. De nieuwe directie haalde deze zomer zo’n vijftien spelers van wie de meesten nog tegenvallen. Met veel interesse wordt zondag uitgekeken naar het debuut van twee Saoedische huurlingen: Marwan Al-Sahafi en Faisal Al-Ghamdi. Zij trainen al een tijdje mee, maar zijn pas nu speelgerechtigd.
Een impuls is nodig: al zeven competitiewedstrijden op rij verloor Beerschot, alleen in de eerste ronde werd gelijk gespeeld. Twintig goals in acht duels kreeg de ploeg tot zondag tegen. Kuijt bleef lang vasthouden aan een systeem met drie verdedigers en aanvallend ingestelde wingbacks „die positioneel vaak steken laten vallen”, zegt Fieremans. „Hij heeft zich met de spelers die voorhanden zijn nog niet bewezen als een tactisch sterke coach.”
Strijdbaar is hij wel, in aanloop naar de derby. „We moeten ‘met schuim op de bek’ het veld opkomen en ons shirt natmaken”, zegt Kuijt vrijdag. „Vriend en vijand geven ons weinig kans, voor de meeste mensen hebben we al verloren. Daarom valt er ook wat te winnen.” Hij zegt dat er andere trainers voor minder zijn ontslagen, „maar ik ben daar niet mee bezig”.
Gemaskerde hooligans
Vroeg op de middag, nog voor er een bal is getrapt, staat de mobiele eenheid al klaar bij het uitvak van de Beerschot-supporters. Daar hebben enkele tientallen gemaskerde Beerschot-hooligans hun positie ingenomen, voor in het vak. De harde kern heeft een verleden met incidenten.
De aanloop is gespannen, door wanordelijkheden vorige week zaterdag. Na een 3-0 thuisnederlaag tegen directe concurrent Sint-Truiden greep de politie in omdat een groepje Beerschot-supporters het stadion was binnengedrongen. Zij kwamen in de buurt van de kleedkamer, anderen verzamelden zich buiten. Bij de poort van het stadion, spraken ze met Kuijt. „Ik kan me de frustratie van de supporters heel goed voorstellen”, zei hij.
In een gesprek met bestuursleden dreigden enkele leden van de harde kern de volgende wedstrijd – die tegen Antwerp – te verstoren bij een grote achterstand. „Ik ben baas van de tribune”, zei een Beerschot-supporter, volgens een uitgelekt audiofragment. „Als wij zeggen dat we het laten ontploffen, dan gebeurt het ook.”
Daarom zijn er zondag extra veiligheidsmaatregelen genomen door de Antwerpse burgemeester Bart De Wever. Dat er gekke dingen kunnen gebeuren in de derby, bleek drie jaar geleden: toen rende een Beerschot-hooligan in het thuisduel over het veld om vuurwerk in een vak vol met Antwerp-fans te gooien.
Kuijt blijft even roerloos staan, als Antwerp na een half uur 1-0 maakt – een goal die niet kon uitblijven door de enorme druk van de thuisploeg. Pas echt mis gaat het aan het begin van de tweede helft, als de organisatie bij Beerschot helemaal weg is. Binnen vier minuten maakt Antwerp drie goals – waarvan twee via fraaie afstandsschoten van schaduwspits Tjaronn Chery en een van spits Vincent Janssen (4-0). Pal voor de feestende meute, probeert Kuijt zijn spelers nog te bereiken. Houd controle, lijkt hij te willen zeggen.
Als wij zeggen dat we het laten ontploffen, dan gebeurt het ook
De keeper van Beerschot schopt het vuurwerk nog weg dat de hooligans van zijn club op het veld gooien. Het helpt niet, het duel wordt tijdelijk stilgelegd. Terwijl Kuijt even binnen zit, wordt Mark van Bommel – coach van de kampioensploeg van Antwerp in 2023 en deze middag toeschouwer – toegejuicht door de thuisfans. Bij de hervatting wordt binnen een minuut weer vuurwerk op het veld gegooid, waarop definitieve staking volgt – precies wat de harde kern van Beerschot wil.
Kuijt loopt een beetje verloren rond, geeft een assistent een bemoedigend tikje. „Shame on you”, zingen de Antwerp-supporters richting die van Beerschot. Tientallen ME’ers komen met honden het veld op, omsingelen het uitvak. Later op de middag, zet de politie nog traangas en een waterkanon in tegen rellende Antwerp-fans. Vanwege de veiligheid, kunnen spelers en trainers geen reactie geven. Pas ‘s avonds laat Beerschot weten dat de club „het gedrag van deze enkelingen ten stelligste veroordeelt” en dat betrokken fans zullen worden gestraft. Na overleg met Antwerp is besloten dat Beerschot „zich officieel terugtrekt” en dat de wedstrijd dus niet meer wordt uitgespeeld.