Klimaatraad: ‘Komend kabinet moet uitstoot sneller verminderen, maar mensen met lage inkomens daarbij ontzien’

Een nieuw kabinet moet sneller broeikasgassen terugdringen en in de Europese Unie pleiten voor een nieuw, aangescherpt klimaatdoel. Dat schrijft de nieuwe wetenschappelijke Klimaatraad in zijn eerste grote advies aan de Tweede Kamer en het toekomstige kabinet.

Vanwege de verkiezingen maakten de tien wetenschappers in de Klimaatraad haast met hun eerste advies. „Dan kan het nog mee in de coalitieonderhandelingen”, zegt Jan Willem Erisman, hoogleraar milieu en duurzaamheid en voorzitter van de Klimaatraad. In april heeft het demissionaire kabinet de raad ingesteld, met als taak de regering gevraagd en ongevraagd te voorzien van wetenschappelijk onderbouwd advies over klimaatbeleid.

De vraag is echter of PVV, VVD, NSC en BBB, die nu met elkaar praten over een mogelijke coalitie, openstaan voor ambitieuzere klimaatdoelen. PVV, de winnaar van de verkiezingen, wil al het klimaatbeleid „door de shredder” halen, zoals in het partijprogramma staat. BBB en NSC lijken niet genegen extra haast te maken: NSC-leider Pieter Omtzigt en BBB stemden dit jaar nog tegen de aangescherpte Nederlandse Klimaatwet.

Concreet adviseert de Klimaatraad om in 2040 de uitstoot van broeikasgassen al met 90 tot 95 procent te verminderen in de EU. Dat betekent dat de uitstoot de komende zestien jaar sneller moet dalen dan bij het huidige pad zodat de EU in 2050 klimaatneutraal kan zijn en er per saldo dus geen broeikasgas meer wordt uitgestoten.

De VVD wilde in het verkiezingsprogramma wel een nieuw klimaatdoel afspreken voor 2040. Maar de partij wil streven naar een afname van 85 procent, een stuk minder dan de 90 tot 95 procent die de Klimaatraad nu aanbeveelt, in navolging van de Europese Klimaatraad eerder dit jaar.

Zo is er meer in het advies van de Klimaatraad dat niet lijkt aan te sluiten bij wat de vier rechtse partijen willen. Een grote bijdrage aan de versnelling moet volgens de Klimaatraad komen van burgers die zich duurzamer gaan gedragen, bijvoorbeeld door minder benzine- of dieselauto’s te rijden, minder zuivel en vlees te eten, huizen te verduurzamen en minder spullen te kopen.

Ontmoedigen van vlees en zuivel

Een nieuw kabinet moet meer „sturen op duurzame keuzes en gedrag”, onder andere door uitstoot te belasten en normen te stellen. Maar ook door duurzame opties als het openbaar vervoer aantrekkelijker te maken, energiecollectieven gerund door burgers te steunen en mensen met lage inkomens te ontzorgen, bijvoorbeeld door verhuurders te verplichten huurwoningen te isoleren. „De politiek heeft dat tot nu toe niet gedaan. Maar bij sturen op duurzaam gedrag is nog veel winst te halen”, zegt Erisman in een toelichting op het advies.

PVV, VVD, NSC en BBB willen echter allemaal op hun eigen manier fossiele brandstoffen juist minder belasten. En ook het ontmoedigen van vlees en zuivel eten ligt bij deze partijen gevoelig. Een van de redenen is dat klimaatbeleid burgers financieel raakt als fossiel reizen, fossiele energie en voedsel duurder worden.

Volgens de Klimaatraad wil een deel van de burgers zich best duurzamer gedragen als die keuzes aantrekkelijker worden. „We maken nu te weinig gebruik van de energie die al in de samenleving zit, zegt Heleen de Coninck, vicevoorzitter van de Klimaatraad en hoogleraar systeemtransities en klimaatverandering. Zo zijn er al twee miljoen huishoudens met zonnepanelen en zevenhonderd energiecoöperaties met in totaal 120.000 leden.

Het is essentieel dat klimaatbeleid rechtvaardig is en huishoudens met beperkte financiële middelen worden ontzien en geholpen, schrijft de Klimaatraad. Alleen zo ontstaat er genoeg draagvlak onder burgers. „De afgelopen jaren is dat te weinig onderdeel van het beleid geweest,” zegt De Coninck. „Dan organiseer je je eigen weerstand tegen klimaatbeleid. Je moet voorkomen dat de rijken kunnen betalen voor vervuilen en de armen niet.”

Erisman sprak zelf veel boeren, omdat hij zich als ‘stikstofprofessor’ bezighoudt met het stikstofprobleem. „Dan blijk je best wel op één lijn te zitten; er is best veel redelijkheid. Natuurlijk is er heel veel woede en frustratie, maar er is vooral onzekerheid. Mensen hebben behoefte aan duidelijkheid van de politiek.”

De Klimaatraad wil niet zeggen hoe een klimaatneutraal Nederland eruit moet zien. „Dat is niet aan tien wetenschappers maar aan Nederlanders zelf”, zegt De Coninck. „Essentieel voor klimaatbeleid is om gezamenlijk te bepalen hoe Nederlanders klimaatneutraal en klimaatbestendig willen leven”, schrijft de Klimaatraad.

Jan Willem Erisman, hoogleraar milieu en duurzaamheid en voorzitter van de Klimaatraad.
Foto Lex van Lieshout/ANP

Sneller de uitstoot verminderen, maakt het waarschijnlijker dat Nederland in 2050 klimaatneutraal is, schrijft de Klimaatraad. „Dit omdat de emissies die het laatst overblijven het moeilijkst te reduceren zijn en hier bij versnelling dus meer tijd voor is.” Eerder beginnen is minder duur en minder verstorend volgens de raad. En rechtvaardiger: Nederland stoot dan uiteindelijk minder broeikasgas uit. Dit geeft ontwikkelingslanden meer ruimte.

„Welk kabinet je ook krijgt, links of rechts, het moet klimaatbeleid voeren”, zegt Erisman. Er zijn internationale verdragen en een Nederlandse en Europese Klimaatwet die daartoe verplichten. „Neem dan ook het heft in eigen handen. Maak eerder keuzes en doe daar je voordeel mee. Zorg voor je burgers, zorg dat er beleid komt dat voor iedereen eerlijk is. Dat levert je alleen maar rendement op.”

De Klimaatraad ziet een economische kans voor Nederland in het aanpassen aan én het tegengaan van klimaatverandering. Erisman: „Wij zijn als laaggelegen delta met veel mensen op een kluitje heel kwetsbaar. We krijgen van alle kanten water, van een hogere zeespiegelstijging, vanuit rivieren. Wij zijn een voorbeeldgebied in de wereld. Als we het hier kunnen regelen, kun je het elders toepassen.”

Valt wel mee

Erisman denkt dat het wel meevalt met de kloof tussen het advies van de Klimaatraad en de vier partijen die nu gaan onderhandelen over een te vormen coalitie. NSC legt de nadruk op het verbeteren van het bestuur. „Dat doen wij ook in dit advies.” VVD legt de nadruk op de economie. „Dat doen wij ook: kijk naar de economische kansen voor Nederland, zeggen we. Er zitten ook mensen aan de onderhandelingstafel die juist voor de mens en het sociale zijn. Wij benadrukken het belang van rechtvaardigheid. Dus in wezen zitten er veel haakjes in voor de politiek.”

Maar de PVV ziet het nut van klimaatbeleid überhaupt niet in. En PVV en BBB wijzen er in hun verkiezingsprogramma’s op dat Nederland een klein land is dat weinig bijdraagt aan de opwarming van de aarde. De PVV vindt het daarom onzin tientallen miljarden euro’s uit te geven aan het beperken van de uitstoot.

Een nieuw kabinet kan het advies van de Klimaatraad ook naast zich neerleggen. Wel moet het eind 2024 met een Klimaatplan komen voor de tien jaar na 2025. Dat is vastgelegd in de Nederlandse Klimaatwet, die dit jaar werd aangescherpt. PVV, Pieter Omtzigt en BBB stemden in februari in de Tweede Kamer tegen die aanscherping. PVV en BBB deden dat voor de zomer ook in de Eerste Kamer, waarin de NSC nog geen zetels heeft.

„Nederland zelf kan natuurlijk niet de wereld redden, daarvoor zijn we te klein”, zegt De Coninck. „Maar als Nederland het niet doet, gaat de rest van de wereld het zeker niet doen. Als het ergens kan, is het hier. Laten zien wat er kan, is heel belangrijk.”



Leeslijst