De politie heeft een klimaatactivist gearresteerd op de aandeelhoudersvergadering van ING. De activist blies op een fluitje en riep dat hij zou blijven zitten op de vloer totdat ING stopt met fossiele investeringen. Daarop kwamen agenten naar binnen. De man werd aangehouden en meegenomen door de politie. De aandeelhoudersvergadering werd niet alleen buiten, maar ook binnen druk bezocht door klimaatactivisten van Extinction Rebellion en Milieudefensie, vanwege de financieringen van de bank in fossiele bedrijven. De activisten zeggen dat ING met haar fossiele investeringen bijdraagt aan „het financieren van de klimaatcrisis”. De bank luisterde naar de kritiek van klimaat- en milieuorganisaties maar zegt ook dat de energietransitie tijd nodig heeft, aldus ING-topman Steven van Rijswijk bij de vergadering in het Muziekgebouw in Amsterdam. (ANP/ NRC)
Het ging zo goed. Anderhalf jaar geleden leek Nederland bijna alle Russische energieleveranties succesvol te hebben geblokkeerd. Er kwam hier volgens het ministerie van Economische Zaken nog maar één tanker per maand aan met vloeibaar gemaakt gas (lng). Voor de rest waren alle transporten – kolen, olie, pijplijngas – succesvol geweerd. Toenmalig minister Rob Jetten (Klimaat en Energie, D66) jubelde dat Nederland eindelijk niet langer afhankelijk was van Russische energie.
Maar sinds een tijdje zit de import van Russische energie opvallend genoeg weer in de lift. In een brief die minister Sophie Hermans (Klimaat en Groene Groei, VVD) maandag naar de Tweede Kamer stuurde, meldt ze dat de afgelopen drie maanden steeds twee lng-tankers per maand aanmeerden in Rotterdam. Een „zorgelijke en onwenselijke ontwikkeling”, schrijft ze. De bedoeling – niet alleen van Nederland trouwens, maar van alle EU-landen – is om in 2027 volledig te hebben gebroken met Russische energie. Ook elders in Europa zit de import van Russisch lng volgens Hermans „waarschijnlijk” in de lift.
Hoe kan dat? Werken de sancties tegen Rusland niet (meer)? En wie zitten achter deze handel? Vier vragen.
1Waarom komt er ineens meer Russisch gas deze kant op?
Hermans zegt dat deze ontwikkeling „waarschijnlijk” het onbedoelde gevolg is van het veertiende sanctiepakket dat de EU deze zomer afkondigde tegen Rusland. In dat pakket staat onder andere dat EU-landen geen Russisch lng meer mogen ‘overslaan’. Oftewel: importeren om het vervolgens weer uit te voeren naar andere, niet EU-landen.
De import van lng zelf is officieel niet verboden binnen de EU, dat is het nooit geweest (al werd het wel ontmoedigd door verschillende regeringen). Dit omdat EU-landen bang zeiden te zijn dat hun energievoorziening anders in gevaar zou komen.
Zo’n 20 procent van de lng-import wordt normaal doorverkocht aan landen buiten de EU, maar dat blijft nu binnen Europa
De overslag is dus wel verboden. Althans, binnenkort, want dat veertiende sanctiepakket moet nog in werking treden (begin volgend jaar). Deze sanctie is bedoeld om een maas in het ‘sanctienet’ te dichten: grote bedrijven die handelen in gas maakten afgelopen tijd gretig gebruik van de overslagmogelijkheid om toch veel lng uit Rusland te importeren – waardoor Rusland geld kon blijven verdienen om de oorlog tegen Oekraïne te bekostigen. Dit leek vooral te gebeuren in de havens van België, Frankrijk en Spanje.
Hermans vermoedt dat, nu de overslagroute dichtgaat, de handelaren het Russische lng dan maar gewoon in het Europese pijpleidingennetwerk proberen te stoppen. Ze moeten er immers wat mee, ze hebben het al gekocht. Ook elders in Europa gebeurt dit, denkt Hermans.
Lees ook
Oud-topman Shell: ‘Europa moet gasklant van Rusland blijven’
2Gaat het om veel gas?
Een tanker klinkt op zich niet als veel, maar met deze gigantische schepen worden enorme hoeveelheden gas vervoerd. Met die ene tanker kon in één jaar tijd 3 procent van het Nederlandse gasverbruik worden aangevoerd.
Vóór de oorlog met Oekraïne kwam overigens 40 procent van het geïmporteerde gas uit Rusland. Het is niet duidelijk of dit gas nu ook (allemaal) daadwerkelijk in Nederland wordt gebruikt – via pijpleidingen kan het ook worden doorgevoerd naar Duitsland of België, en van daaruit weer verder. Vermoedelijk blijft het „grootste deel” niet in Nederland, zegt het ministerie.
3Hoe komt dat gas hier?
Hermans noemt geen concrete partijen die het gas importeren, ongetwijfeld omdat deze bedrijven niets illegaals doen. Maar er is wel wat over te zeggen. De lng-terminal in Rotterdam is van Vopak en Gasunie, die de opslaglocatie weer verhuren aan ‘capaciteitshouders’. Anderhalf jaar geleden waren dat olie- en gasbedrijf Shell, grondstoffenhandelaar Glencore, chemiebedrijf OMV uit Oostenrijk en gashandelaar Uniper uit Duitsland. Zijzelf importeren geen Russisch gas naar Nederland, zeggen ze, maar ze kunnen hun capaciteit wel ‘onderverhuren’ aan andere gashandelaren. Volgens een ingewijde die op de hoogte is van de importen destijds, was het eerder Uniper dat een deel van zijn opslagcapaciteit aan het Franse Total verhuurde, dat op zijn beurt weer Russisch gas invoerde via die ene tanker. Wie nu achter die tweede tanker zit, is niet duidelijk.
Het ministerie heeft bij de eerste tanker informeel een beroep gedaan op de capaciteitshouders om de lng-import uit Rusland te stoppen. Maar die zouden hebben gezegd niets te kunnen doen, omdat ze langlopende contracten hadden gesloten met onderaannemers die niet zomaar verbroken konden worden.
4Onttrekt Rusland zich hiermee aan de Europese sancties?
Het veertiende sanctiepakket zou voor het eerst de gasexport vanuit Rusland raken, zei de EU eerder, maar voorlopig blijft de totale EU-import van Russisch gas gelijk. De sancties, zo schrijft het Oxford Instituut voor Energiestudies, zullen bovendien „op de korte termijn” de import van Russisch lng in Europa laten stijgen. Zo’n 20 procent van de lng-import in Europa wordt, via havens in Normandië en die in Zeebrugge, normaliter doorverkocht aan landen buiten de Europese Unie, en blijft nu binnen Europa.
Vooralsnog lijkt Rusland niet hard geraakt te gaan worden door dit sanctiepakket. En van de Europese verslaving aan Russische energie blijkt het moeilijk helemaal af te kicken. Voorafgaand aan de lng-sancties werd duidelijk dat Europa dit jaar méér gas (zowel lng als via pijpleidingen) uit Rusland haalt: 17 procent in 2024, tegenover 14 procent vorig jaar.
Hermans benadrukt dat de sancties „weliswaar leiden tot meer Russische lng in de EU”, maar dat Rusland hier „zeer waarschijnlijk” niet méér aan verdient. Het ministerie zegt dat extra lng in Nederland te wijten is aan een „verandering in transportroutes van nog dezelfde hoeveelheid lng [in Europa]”.
De minister wil in de eerstvolgende Europese Energieraad in oktober ervoor pleiten alsnog een algeheel lng-importverbod op Russisch gas in te stellen.
Lees ook
Na de massamoord in Boetsja klinkt de roep om de ultieme sanctie: het Russisch gas
Het duurde bij de auto ook even voordat die de wereld veranderde. De eerste auto zag eruit als een paard en wagen zonder paard. Maar uiteindelijk ging de wereld door dat gemotoriseerde rijtuig niet alleen anders reizen, maar ook anders wonen en zelfs anders eten.
Deze les economische geschiedschrijving komt van Laura van Geest, voorzitter van de Autoriteit Financiële Markten. Van Geest ziet namelijk een parallel tussen het effect van de auto op de gehele samenleving en het effect van digitalisering, Big Tech en AI op de financiële wereld. De vraag hoe toezichthouders, zoals haar AFM, op die evolutie moeten gaan reageren, was voor Van Geest (1962) een van de redenen waarom ze vorig jaar voor vier jaar bijtekende bij de waakhond voor de financiële markten. En de reden om NRC uit te nodigen.
Niet dat het in een gesprek met Van Geest lang over haar gaat – de fotosessie die nu eenmaal bij het interview hoort, ondergaat ze met tegenzin. Het gaat de econome en bestuurskundige, in snelle, over elkaar heen buitelende zinnen, om haar boodschap: denk nú goed na over hoe toezichthouders – in Nederland maar vooral in Europa – dienen om te gaan met die complete transformatie van financiële producten, beurzen, pensioenfondsen, banken en verzekeraars. Wat voor mensen heb je nodig? Wat voor data moet je gaan uitvragen om er zicht op te krijgen? Anders wordt het heel moeilijk om er later alsnog grip op te krijgen.
Ze begint met de invloed van Big Tech op hoe banken en verzekeraars werken. „Vroeger had je bedrijven die krediet verleenden. En daar hadden ze dan hun eigen administratie voor. Tegenwoordig heeft iedereen daar natuurlijk een fijn softwarepakket voor dat meestal ook in de cloud staat.” Cloudcomputing houdt in dat het softwarepakket niet lokaal op de computer van de kredietverlener draait, maar op een online server.
Van Geest: „Waar wij als AFM ons verhouden tot de partij die een vergunning heeft, is steeds meer van wat die vergunninghouder doet eigenlijk uitbesteed aan softwarebedrijven. Dan kunnen wij tegen die vergunninghouder blijven zeggen dat we als toezichthouder ‘integer beheerste bedrijfsvoering’ belangrijk vinden, dat we vinden dat hij netjes moet uitbesteden en goede controles moet uitvoeren, maar uiteindelijk kun je je afvragen hoeveel controle die bedrijven nog hebben.”
De wereldwijde markt voor cloudservices is voor ongeveer twee derde in handen van Amazon, Microsoft en Google. „Die cloudaanbieders zijn wereldspelers. En de meeste van de bedrijven waar wij op toezien zijn natuurlijk wel belangrijk en groot, maar geen wereldspelers.” De financiële wereld verandert dus echt, benadrukt Van Geest. „Dat roept dan de vraag op: wie is hier nu de juiste gesprekspartner als we hierover zorgen hebben? De enige die een beetje ‘boe’ kan zeggen tegen een wereldspeler, is de Europese Commissie.
Vroeger kocht je kleren, en niks anders. Nu kan je die aankoop koppelen aan een financieel product
Nieuwe financiële spelers
Naast de grote macht van Big Tech ziet Van Geest ook gevaar in toezichtarbitrage onder invloed van de digitalisering: kleinere, vernieuwende financiële spelers zonder filialen kunnen op de interne markt van de Europese Unie op zoek naar het land met de minst strenge toezichthouder.
Een voorbeeld van de consumentenkant: „Vroeger kocht je kleren, en niks anders. Nu kan je die aankoop koppelen aan een financieel product: buy now, pay later.” Aanbieders van ‘buy now, pay later’ (BNPL) geven consumenten de mogelijkheid om de betaling van hun aankoop uit te stellen tot na de levering van het product, of in stukken te hakken. Wordt er niet op tijd betaald, dan volgt een boete. Van Geest: „Terwijl je dan helemaal niet actief op zoek bent naar een kredietverlener.”
Van Geest voegt er snel aan toe dat BNPL-bedrijven formeel onder de Europese regels geen kredietverlener zijn. „Maar aanbieders van BNPL komen doorgaans niet uit Nederland, maar zijn hier wel actief. Hoe moeten wij daar als AFM dan mee omgaan? Gelukkig komen hier nu wel Europese regels voor.” Door een wijziging in de regels voor consumentenkrediet vallen deze BPNL binnenkort wel onder toezicht van de nationale waakhonden.
Meer Europees, meer polderen
Hoe het toezicht momenteel is ingericht bij zo’n ander ‘digitaliseringsproduct’, cryptovaluta, is precies hoe Van Geest vindt dat de EU en toezichthouders niét met de digitalisering moeten omgaan: elke land heeft zijn eigen cryptotoezichthouder gekregen. In Nederland is dat de AFM. „Digitalisering maakt de wereld één, of in ieder geval Europa één. Dan is het op zich wel een opvallende keuze geweest dat – ondanks de inzet van de vorige Nederlandse regering – je nu toch 27 verschillende toezichthouders krijgt. Want als iets arbitragegevoelig is, is dat crypto. En het was niet alsof iemand iets uit handen moest geven, hè? Je had dat gewoon ergens aan een centrale toezichthouder kunnen geven.”
Het kan alsnog gebeuren dat het gaat „samenklonteren”, denkt Van Geest. „Misschien dwingt de markt dat wel af. Wij hebben op de financiële markt bijvoorbeeld in Nederland veel market makers waarop wij toezicht houden. Maar je moet dan natuurlijk wel hopen dat het niet samenklontert in het land met het laagste niveau van toezicht.”
Ieder heeft zijn taak in het leven. Ik ben toezichthouder, geen politicus
De AFM pleit al langer voor meer centraal Europees toezicht. Daar lijkt geen beweging in te zitten.
„Ieder heeft zijn taak in het leven. Ik ben toezichthouder, geen politicus. Ik kan alleen zeggen: denk nou goed na over wat dit allemaal betekent. Is een nationale toezichthouder het best, of toch een Europese? Bij DORA [de Digital Operational Resilience Act, die organisaties ertoe dwingt hun IT-risico’s goed te beheersen] is het wel gelukt: daar gaat Europa over de grote partijen zoals Microsoft.”
Van Geest denkt niet dat het antwoord is om dan overal in de financiële sector maar één toezichthouder op te zetten, ook niet binnen Nederland. „AFM en DNB zijn juist naast elkaar gezet omdat er verschillende publieke belangen zijn die niet weggesmoord mogen worden. Het klantbelang is soms anders dan het prudentieel belang. Je wilt voorkomen dat een toezichthouder het prima vindt dat klanten worden weggedrukt, omdat daarmee de bank financieel kan overleven.”
Wat moet er dan wel gebeuren?
„Je moet elkaar wel kunnen vinden. In Nederland zijn we wat dat betreft heel pragmatisch. Polderaars. Maar in het buitenland is niet iedereen polderaar. Als wij bezorgd zijn over iets dat speelt bij grote techbedrijven, dan moet je eerlijk kunnen zeggen dat wij als AFM niet de partij zijn om daar iets tegen te doen. Dan moet je zorgen dat iemand anders dat doet. De markttoezichthouder bijvoorbeeld, om te kijken of er niet te veel marktmacht is.
Daarom mijn pleidooi, vooral voor Europa: denk nu goed na. De mindset moet zijn: hoe krijgen we dit varkentje gewassen, wie is daar nu het best voor gepositioneerd?”
Zit het niet ook in strengere regels? Niet toestaan dat je bij een jurkje meteen een krediet kan afsluiten?
„Dat is gewoon productontwikkeling, er is vraag naar, mensen vinden dat ook fijn. Dus nee, ik zou niet zeggen dat we dan maar moeten bepalen dat alles los van elkaar moet worden verkocht. Dat lijkt me te ver gaan. Maar de vraag is wel: hoe zorg je dat dit transparant blijft en dat je ook doorhebt wat je ervoor betaalt.”
Van Geest schakelt door naar de nieuwste digitale belofte, om die onduidelijkheid van nieuwe financiële producten nog beter te illustreren: kunstmatige intelligentie. „Door AI kun je heel erg gepersonaliseerde financiële producten krijgen. Aan de ene kant is dat aantrekkelijk, omdat jij dan precies krijgt wat jij nodig hebt. Aan de andere kant: als iedereen zijn persoonlijke verzekering heeft, heeft dat ook een persoonlijke prijs. Daar wordt de markt niet transparanter van. Want dan is het moeilijk om een gevoel te krijgen of het nu een faire prijs is en kan je moeilijk vergelijken.”
Strengere regels zijn volgens Van Geest dan ook niet de oplossing, omdat digitalisering zo snel gaat, zeker nu met AI. „Je moet niet de techniek voorschrijven met de kennis van nu – wat bij toezichthouders in de praktijk de kennis is van drie jaar geleden [lacht]. We moeten vooral zeggen: wat willen we bereiken. Denk bij AI aan ‘niet discrimineren’. Maar leg dan niet vast hoe je dat bereikt. Want dan zeg je al snel: draai je algoritme niet. Terwijl er iemand kan meekijken, je kan achteraf controles uitvoeren. Er zijn allerlei manieren voorstelbaar waarop je dat doet.”
Kan de consument van die nieuwe financiële producten zoals BNPL en crypto niet zelf ook wat doen?
„Goed voor jezelf zorgen en gezonde scepsis. Als iets te mooi is om waar te zijn, dan is het vaak ook niet waar. Check of de aanbieder betrouwbaar is. Wees gewoon kritisch.”
„Weet ook wat je je kan veroorloven. Maak dan ook een financieel plan. En dat is best een opgave, om je daar aan vast te houden. Want heel veel van die nieuwe producten zijn toegesneden op die seamless experience: je hebt zo naast die sokken die je zocht, een jurk met BNPL gekocht. Maar goed, ik weet ook wel dat dit een beetje hetzelfde is als ‘eet genoeg groente’. Iedereen weet dat het beter is, toch doen weinigen het.”
Al die nieuwe financiële aanbieders en producten, maken het werk van de AFM niet gemakkelijker. „We hebben wel een rol. We kunnen vragen: hoe bied je een financieel product aan? Een postorderbedrijf had lang als eerste optie afbetaling, en pas als laatste optie direct afrekenen. Daar kunnen wij zo’n bedrijf op aanspreken. Maar dit wordt wel lastiger naarmate de financiële diensten meer ingebakken zitten in een product. Of een aanbieder uit een ander land komt. En dat levert voor ons als Nederlandse toezichthouder dan meteen de vraag op: hoe kunnen wij nog echt zorgen voor duurzaam financieel welzijn en eerlijke en transparante markten, wat onze missie is?”
Daar waren ze dan eindelijk, de uitgewerkte plannen van het nieuwe kabinet. Afgelopen vrijdag presenteerde het kabinet-Schoof zijn regeerprogramma. Dezelfde dag kwam, onder meer via NRC, ook de inhoud van de Miljoenennota al naar buiten. Maar wat betekenen de plannen concreet voor Nederlanders in verschillende leeftijdscategorieën? Een paar opvallende ambities en veranderingen – én redenen waarom sommige plannen juist weinig zullen veranderen aan de huidige situatie.
1 Studenten zullen vaker Nederlands horen in de collegezaal
Opvallend aan het regeerprogramma en aan de Miljoenennota is dat onderwijsminister Eppo Bruins (NSC) behoorlijk gaat bezuinigen op het hoger onderwijs. Onder meer door 293 miljoen euro minder uit te geven aan internationale studenten. Als het aan het kabinet ligt, zullen meer studenten en docenten straks Nederlands spreken tijdens colleges op hogescholen en universiteiten. „Met gerichte uitzonderingen voor bepaalde opleidingen voor strategische tekortsectoren, bijvoorbeeld in de bèta en techniek, en met het oog op de regionale omstandigheden”, schrijft het kabinet.
Instellingen zullen moeten kijken welke opleidingen kunnen worden omgezet in het Nederlands en voorlopig zullen er geen Engelstalige bacheloropleidingen bijkomen. Met het vernederlandsen van studies wil het kabinet het aantal internationale studenten in de collegebanken terugdringen.
Langstudeerders kunnen daarnaast een zogeheten langstudeerboete krijgen van 3.000 euro wanneer zij meer dan een jaar langer over hun studie doen. Of en hóé dat doorgaat, is nog onduidelijk. „We werken de langstudeermaatregel uit in overleg met universiteiten, hogescholen en studenten”, schrijft het kabinet daarover. „We kijken daarbij in brede zin naar de uitvoerbaarheid en naar manieren voor instellingen en studenten om langstuderen tegen te gaan.”
Ook andere maatregelen raken studenten: uitwonende studenten gaan erop achteruit door het verdwijnen van de inflatievergoeding, berekende het Nibud. De koopkracht van uitwonende studenten in het hoger onderwijs daalt 6,6 procent, met 113 euro per maand. Voor mbo-studenten is de daling tussen de 95 en 24 euro per maand. Daarnaast krijgen studenten die voor hun studie tijdelijk naar het buitenland verhuizen, voortaan niet meer de vergoeding uitgekeerd die zij anders in Nederland hadden gekregen voor het openbaar vervoer.
Goed nieuws is er wel voor studenten die onder het sociaal leenstelsel hebben gestudeerd. Voor hen stelt het kabinet „vanaf 2027 in totaal 1,4 miljard euro beschikbaar voor een extra tegemoetkoming” bovenop de tegemoetkomingen die al eerder zijn beloofd.
Ook voor middelbare scholieren gaat er iets veranderen: het kabinet stopt met de subsidie die middelbare scholen helpt brede brugklassen op te zetten. In brede brugklassen zaten leerlingen met verschillende basisschooladviezen door elkaar gemengd. Die klassen moest middelbare scholieren langer, soms wel drie jaar, de tijd geven om te kijken wel niveau het beste bij elke leerling past.
Het kabinet hamert ook op „meer focus op lezen, schrijven en rekenen” in de klas, een ambitie die moet worden uitgewerkt in een Herstelplan Kwaliteit Onderwijs. Wat daar precies mee wordt bedoeld en wat scholieren ervan gaan merken, moet de Tweede Kamer komend jaar gaan onderzoeken.
2 Jongvolwassenen moeten straks gemakkelijker aan een huis komen
Dat veel jongeren in Nederland een huis zoeken, was bekend. Om iets te doen aan het woningtekort wil het kabinet-Schoof elk jaar 100.000 nieuwe woningen bouwen, een plan dat het vorige kabinet ook al had. „Voor jongeren is een eigen huis de belangrijke eerste stap naar een zelfstandig leven.”
Of dat aantal haalbaar is, is wel de vraag. Het aantal opgeleverde nieuwbouwwoningen daalde de afgelopen twee jaar juist, onder meer door gestegen bouwkosten en de hogere rente. Bovendien neemt het kabinet ook maatregelen die de gemiddelde prijs van een woning juist kunnen opdrijven. Zo wil het kabinet de overdrachtsbelasting voor beleggers in woningen naar 8 procent verlagen. Dat zou het voor jongeren juist lastiger kunnen maken om ertussen te komen op de toch al overspannen huizenmarkt.
Een andere maatregel die veel jongeren zullen toejuichen: het kabinet wil het aantal flexwerkers terugdringen. Het zijn veelal jongvolwassenen die onzeker flexwerk doen, vaak tot onvrede van henzelf, bleek eerder dit jaar uit onderzoek. „We komen met een wetsvoorstel voor meer werkzekerheid voor flexwerkers met maatregelen om uitzendkrachten, oproepkrachten en tijdelijke werknemers beter te beschermen”, vermeldt het regeerprogramma.
3 De kinderopvang wordt voor iedereen bijna gratis
Hoewel het kabinet het kindgebonden budget verhoogt vanaf 2025, leiden de veranderingen in toeslagen niet voor alle gezinnen tot vooruitgang in koopkracht. In de gunstigste gevallen krijgen ouders 75 euro per kind per jaar extra aan kindgebonden budget.
Alleenstaande ouders zullen juist weinig merken van die vooruitgang. Hoe kan dat? Alleenstaande ouders krijgen nog een extra bedrag bovenop het kindgebonden budget, de zogeheten ‘alleenstaande ouderkop’. Die was tijdelijk verhoogd als compensatie voor de energiecrisis, maar het kabinet gaat deze post weer terugschroeven. Afhankelijk van de specifieke gezinssituatie, zullen de verhoging van het kindgebonden budget en de verlaging van de ‘alleenstaande ouderkop’ elkaar soms min of meer opheffen.
Het kabinet gaat door met het voornemen van Rutte IV om kinderopvang bijna gratis te maken. De eigen bijdrage voor alle werkende ouders wordt 4 procent, evenveel als ouders met de laagste inkomens nu betalen voor kinderopvang. En net als het vorige kabinet wil ook de ploeg van Schoof af van de voorschotten bij Toeslagen. In het plan van Rutte IV, dat het huidige kabinet gaat doorzetten, betaalt de overheid straks direct een groot deel van de kosten aan de kinderopvang. Geen gedoe meer met terugvorderingen achteraf, is het idee.
De vrees is dat als rijkere ouders hun kinderen ook naar de opvang brengen, armere ouders daar last van hebben door langere wachtlijsten
Maar volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau en het Centraal Planbureau kan dit nadelig zijn voor gezinnen met lage inkomens. In het plan wordt kinderopvang voor rijkere gezinnen flink goedkoper dan nu. Dat zal ervoor zorgen dat zij juist vaker zullen kiezen voor kinderopvang, in plaats van voor opa en oma als oppas, zo vrezen de planbureaus. Zij schatten dat de vraag naar kinderopvang met 30 procent toeneemt, vooral door die toenemende druk vanuit rijkere gezinnen. Kinderen uit deze gezinnen zouden hierdoor kunnen concurreren met kinderen uit arme gezinnen om plekken die nu al zo schaars zijn. Het is nog onduidelijk of het nieuwe kabinet iets wil doen om dit te voorkomen.
Goed nieuws voor ouders met een kleine portemonnee is wel dat de financiering van gratis schoolmaaltijden voor kinderen uit gezinnen met een laag inkomen doorgaat. „Voor kinderen en ouders is de school een vertrouwde plek”, staat in het regeerprogramma.
4 Volwassenen, of ze kinderen hebben of niet, gaan iets minder inkomstenbelasting betalen
De energiebelasting op gas gaat, zoals al eerder aangekondigd, met 2,8 cent per kuub naar beneden. Het Nibud becijferde dat een gemiddeld huishouden (dat rond de 1.200 kubieke meter gas per jaar verbruikt) door deze belastingverlaging 33,60 euro op jaarbasis bespaart.
Het kabinet schrijft in de plannen over een „rechtvaardige en betaalbare energietransitie, ook voor huishoudens met een kleine portemonnee en middeninkomens”.
Wat betekent dit? Voor mensen met een laag inkomen zal het kabinet de komende twee jaar 60 miljoen euro opzij zetten om hen te helpen hun energierekening te betalen, enkele miljoenen meer dan in de afgelopen twee jaar is betaald. Een indirecte manier om de energierekening betaalbaarder te maken voor huisbezitters is door hun woningen helpen te verduurzamen, met betere isolatie of een warmtepomp. Daarvoor is komend jaar 578 miljoen euro gereserveerd.
Mensen die met het openbaar vervoer reizen worden iets ontzien: de NS zal de treinkaartjes 6 procent duurder maken, in plaats van de eerder genoemde 12 procent. Het kabinet trekt 40 miljoen euro uit om de prijsstijging te dempen.
De meeste inwoners van Nederland gaan iets minder belasting over hun inkomsten uit hun werk betalen. Er komt een nieuwe tweede schijf in de inkomstenbelasting met een tarief van 37,48 procent, bedoeld voor het inkomen tussen 35.441 euro en 76.817 euro. Het belastingtarief in de eerste schijf (tot 35.441 euro) gaat omlaag van 36,97 procent naar 35,82 procent. Het allerhoogste tarief zal niet worden verlaagd. Daar staat tegenover dat de algemene heffingskorting, een bedrag dat iedereen in mindering mag brengen op de belastingaangifte, omlaag gaat.
Mensen in en rondom Limburg zullen zien dat daar meer werk komt, hoopt het kabinet. Het kabinet-Schoof geeft 15,9 miljoen euro uit voor de Einstein Academie, die honderden mensen moet opleiden voor het bouwen en onderhouden van de Einstein Telescope, die het kabinet naar Nederland probeert te halen. Meters onder de grond in Zuid-Limburg moet die telescoop – bestaande uit drie in een driehoek geconfigureerd tunnels van tien kilometer lang – zwaartekrachtsgolven uit het diepe heelal op gaan vangen.
5 Voor 2030 moeten er 290.000 woningen voor ouderen bijgebouwd zijn
Onrust was er al langer over de nieuwe pensioenwet. Die is ruim een jaar geleden al ingegaan en regelt dat alle pensioenfondsen tussen 1 januari 2025 en 1 januari 2028 overstappen op het nieuwe pensioenstelsel, een monsterklus. Een van de grootste veranderingen door deze wet is dat er straks geen harde zekerheid meer is hoe hoog iemands pensioen wordt. Pensioenuitkeringen kunnen straks makkelijk meestijgen of meedalen met de winsten of verliezen van het pensioenfonds.
Over verandering van de nieuwe pensioenwet konden de huidige regeringspartijen het niet eens worden, dus blijft die intact
Wat doet het kabinet-Schoof hiermee? Over de nieuwe pensioenwet konden de huidige regeringspartijen het maar niet eens worden, en daarom zijn over dit thema geen nieuwe afspraken gemaakt. Het gevolg: de nieuwe pensioenwet blijft intact. Of gepensioneerden (of juist werkenden) er door de nieuwe wet op achteruitgaan, valt nog niet te zeggen.
Zeshonderd miljoen euro trekt het kabinet uit voor het verbeteren van bijvoorbeeld zorg- en verpleegplekken. Ook wil het kabinet 290.000 woningen voor ouderen in 2030 bijbouwen. Een aandachtspunt wordt ook het versimpelen van het zorgsysteem door zorgwetten samen te voegen. „De ouderenzorg is hopeloos versnipperd over verschillende zorgwetten. Mensen raken verdwaald tussen zorgloketten die naar elkaar wijzen voor vergoeding.”
Met de hoogte van het eigen risico voor de zorg is iets opvallends aan de hand. Kabinet-Schoof verlaagt het eigen risico vanaf 2017 van 385 euro naar 165 euro. Daar komt wel een hogere premie tegenover te staan van zo’n 10 euro per maand, om dat te kunnen financieren. Het voordeel van een lager eigen risico is dat ook mensen met lagere inkomens nu gemakkelijker naar een specialist kunnen gaan.
Maar er is ook kritiek op het verlagen ervan: als het straks goedkoper is om naar een specialist te gaan, zal de zorgvraag toenemen in een sector die nu al enorm kampt met personeelstekorten. Hoe die extra vraag zich vervolgens doorvertaalt naar de burger? Nóg langere wachtlijsten.