Renée Savelkoul, moeder van twee, besloot in 2022 vanuit de Randstad met een jong gezin in het Limburgse Griendtsveen (ruim vijfhonderd inwoners) te gaan wonen. De kinderen, toen twee en drie jaar, zouden naar de plaatselijke basisschool De Driehoek gaan. Tot het bestuur op afstand, de Dynamiek Scholengroep, kort voor de verhuizing van het gezin aankondigde dat De Driehoek dicht moest. Prognoses over de bevolkingsaantallen zouden het bestuur geen andere keuze laten.
Het Peeldorp op de grens van Limburg en Noord-Brabant pikte dat niet, waarna ouders een eigen schoolbestuur oprichtten. Dat draagt nu verantwoordelijkheid voor De Driehoek (44 leerlingen).
Renée Savelkoul is voorzitter van dat bestuur. Ze doet dat naast het runnen van een B&B. „Voor het bestuurswerk staat 0,2 FTE . In de praktijk is het minstens 0,6 FTE.” Een deel van het door Den Haag opgelegde werk noemt ze een „onnodige papierwinkel”. „Dat wat op stichtingsniveau verantwoord moet worden, moet ook op schoolniveau verantwoord worden, terwijl daar in ons geval geen verschil tussen zit. Dat is gewoon dubbel werk.”
In het Midden-Limburgse Buggenum (ruim negenhonderd inwoners) stond de afgelopen jaren ook de toekomst van een basisschool op het spel: die van de rooms-katholieke Antoniusschool. Het bestuur, de Stichting Primair Onderwijs Leudal en Thornerkwartier (SPOLT) achtte die niet langer levensvatbaar. Een andere scholenkoepel, Akkoord! Primair Openbaar, geloofde dat het nog wel kon en meldde zich voor overname. Daarop maakte SPOLT bekend toch zelf door te willen met de Antoniusschool.
Veel ouders waren echter het vertrouwen in dat bestuur kwijt. Ze haalden hun kinderen weg van de school en stuurden ze tijdelijk per bus naar een andere Akkoord! PO-school, in het dertien kilometer verderop gelegen Kelpen-Oler. SPOLT besloot daarna de school in Buggenum op te heffen, hoewel Akkoord! PO duidelijk had gemaakt deze nog steeds over te willen nemen. „Door de handelwijze van SPOLT moeten we nu helemaal opnieuw beginnen” , zegt Kim Schmitz, voorzitter van het college van bestuur van Akkoord! PO.
Voor de overplaatsing van leerlingen van de te sluiten school naar een andere school van hetzelfde bestuur stelt het ministerie een fusievergoeding in het vooruitzicht
Verontwaardigd vertelt ze: „Dat betekent onnodig heel veel tijd, energie en geld steken in een nieuw BRIN-nummer, waarmee je weer geregistreerd bent bij het ministerie van Onderwijs en in aanmerking komt voor financiering. De gemeente Leudal die financieel haar nek mee heeft moeten uitsteken. Maar straks ook een hogere minimum-ondergrens honderd in plaats van 23 leerlingen in de minst dichtbevolkte gebieden om te mogen blijven bestaan.” Voor een nieuw opgerichte school geldt namelijk na vijf jaar een vereist leerlingenaantal dat vier keer zo hoog ligt als bij een bestaande school.
Sluitingstoets
Savelkoul hekelt het belang dat aan prognoses van leerlingenaantallen wordt gehangen. „Bij grotere scholen hebben ze nog enige voorspellende waarde. Bij kleine scholen praat je over zulke kleine aantallen dat een op het oog minieme verandering grote gevolgen kan hebben. Stel, in Griendtsveen overlijdt een alleenstaande oudere en in dat huis komt een gezin met vier schoolgaande kinderen, dan neemt ons aantal leerlingen in één keer met 10 procent toe.”
En het zakken door een wettelijke ondergrens wat betreft leerlingenaantal is niet eens nodig voor de sluiting van een kleine school. Savelkoul: „Een bestuur kan dat zomaar zelfstandig beslissen op basis van zijn visie. Echte criteria daarvoor ontbreken.” Ze vindt dat ongelofelijk. Wat haar betreft zou de overheid dan ook een sluitingstoets moeten invoeren. „Nu kan een bestuur het op eigen gezag besluiten. Een medezeggenschapsraad heeft alleen instemmingsrecht als een bestuur dat zelf in zijn statuten zo heeft geregeld. Wettelijk hoeft dat niet eens. Alsof een school van het bestuur is en niet van de gemeenschap. Bij een sluitingstoets kunnen alle belangen worden afgewogen. Is een opheffing goed gemotiveerd? Heeft iedereen zijn zegje kunnen doen? Is er echt geen overnamekandidaat of alternatief?”
Volgens Schmitz is sluiting van een school een ontkenning van „het belang dat zo’n school heeft voor de samenhang in zo’n gemeenschap”. En weg is echt weg, zegt ze. „Met een dappere ondernemer kan nog een winkel terugkeren in een dorp, maar een school til je niet zomaar van de grond.” Savelkoul vraagt zich af van wie de school eigenlijk is: „Van een bestuur of van de kinderen, de ouders en het personeel?”
‘Perverse prikkels’
Bij een sluiting kunnen in de ogen van Savelkoul makkelijk „perverse prikkels” meespelen: „Voor de overplaatsing van leerlingen van de te sluiten school naar een andere school van hetzelfde bestuur stelt het ministerie een fusievergoeding in het vooruitzicht. De reserves van een school vallen dan ook toe aan een stichting.”
In het geval van de school in Buggenum, waar SPOLT besloot terug te komen op het voornemen tot sluiting, vermoedt Akkoord! PO dat de vrees voor concurrentie een rol speelde. Schmitz: „SPOLT is de enige aanbieder van basisonderwijs in de regio. Een alternatief kan leerlingen afsnoepen van andere scholen van de stichting.”
Bestuurder Gérard Zeegers van SPOLT wil niet uitgebreid reageren: „De sluiting van de Antoniusschool heeft de afgelopen jaren veel emotie losgemaakt. Wat ik ook zeg, zorgt ervoor dat die gevoelens opnieuw opflakkeren en zou maar reactief en defensief klinken.”
Kabinet-Schoof
Schmitz hoopt dat het kabinet-Schoof oog heeft voor het belang van de kleine scholen. Een aantal coalitiepartners heeft zich immers nadrukkelijk gemanifesteerd met meer aandacht voor plattelandsgebieden als een van de speerpunten. „Vorig jaar verscheen bovendien het rapport Elke regio telt. Daarin constateerden drie belangrijke adviesraden van de regering dat de afgelopen jaren onevenredig veel geld en aandacht naar ontwikkelingen in de Randstad en Brainport Eindhoven is gegaan en te weinig naar andere delen van het land. Dat zou moeten worden rechtgetrokken.”
Savelkoul hoopt met Schmitz mee, maar vreest ondertussen: „Bezuinigingen in het primair onderwijs kunnen in de komende kabinetsperiode oplopen tot 255 miljoen euro. Dat geld moet ergens vandaan komen. Wellicht dat de kleine scholen dan in beeld komen. Lerarentekorten helpen evenmin.”
Het kabinet-Schoof heeft in elk geval aangekondigd de bestaande kleinescholentoeslag, waarmee scholen die minder dan 145 leerlingen hebben een extra bijdrage krijgen, in te ruilen voor een dunbevolktheidstoeslag. Geld komt dan terecht in gebieden met relatief weinig onderwijsvoorzieningen. Savelkoul vindt de beleidswijziging geen goed idee: „Onderwijsvrijheid betekent dat ook ouders in dichtbevolkte gebieden zouden moeten kunnen kiezen voor een kleinere school voor hun kind.”