Kleine rondjes, onbekende steden en Nederlandse ‘bergen en woestijnen’: nieuwe wandelgidsen

Klein rondje op immense Veluwe

Tapuit

Rob Wolfs, sterauteur van diverse wandelboeken, heeft een tijdje geleden het licht gezien. Waren zijn wandelingen in voorgaande boeken vaak behoorlijk lang (20 kilometer was geen uitzondering), in zijn vorig jaar verschenen bundel Wandelen rond Arnhem en Nijmegen liep hij rondjes in meer behapbare afstanden: tussen de 7 en 10 kilometer. Dat voorzag duidelijk in een behoefte. Heel fijn dat Wolfs besloot dit concept één op één te kopiëren naar de Veluwe: deze winter verscheen Veluwse rondjes, met twintig rondwandelingen, ook tussen de 7 en 10 kilometer.

De rondjes omvatten vrijwel alle stukken Veluwe: van Epe in het noorden tot Rozendaal in het zuiden, en voeren zowel diep de bossen in als langs de rand met boerenland, zoals de westelijk gelegen Gelderse Vallei.

Wij besluiten een kijkje te gaan nemen bij Radio Kootwijk. Vanuit dit gigantische, uit beton opgetrokken voormalige zendstation (opgeleverd in 1923) werd het eerste rechtstreekse radiocontact met Nederlands-Indië verzorgd. Het hoofdgebouw, in art deco-stijl, lijkt wel een kathedraal, en is op de weidse stuifzandvlaktes al van verre te zien.

De route van 8 kilometer voert min of meer rondom de bijzondere bouwsels, maar de cirkel is wijd genoeg om het grootste deel van de wandeling enkel natuur te zien. De uitzichten zijn prachtig en we zien opmerkelijk veel sporen van wolven en zwijnen op de zandpaden. Voor de natuur is het een zegen dat deze wandeling sinds vorig jaar niet kan worden gelopen tussen 15 maart en 15 juli, het broedseizoen. Daardoor krijgen kwetsbare vogels als de boomleeuwerik, nachtzwaluw en tapuit rust om hun nest met jongen groot te brengen.

Deze vogels zijn op de koude februaridag dat wij hier lopen nog niet in Nederland. Maar op het laatste stukje, als de betonnen kathedraal de omgeving alweer domineert, zien we wel de klapekster, een bijzondere wintergast die zijn prooien spietst aan scherpe takken en doorns. De wandeling kan prima worden gecombineerd met een bezoek aan het Kröller-Müller Museum. Maar wel pas vanaf 15 juli dus.

Hoe veelzijdig de Veluwe is blijkt tijdens de tweede wandeling in Hoog-Soeren, aan de andere kant van de A1 (die de Veluwe horizontaal doormidden snijdt). Rondom dit dorpje liggen gigantische beukenbossen, waardoor dit een totaal andere wandeling is. De route voert door dichte bossen waar we zwarte spechten horen en langs adembenemende uitzichten over vlaktes waar je met wat geluk (en een verrekijker) wild zou kunnen zien. Deze route van 8 kilometer is net als de vorige zeer duidelijk beschreven. Bij twijfel is er ook nog de gps-route op je telefoon die je kunt downloaden.

Aan het eind, in het overgangsgebied van bos naar dorp, worden we vanuit een weelderig begroeide tuin op een appelvink getrakteerd. Tijdens de koffie met appeltaart in de brasserie bij het eindpunt zien we ook nog een geelgors in een boom zitten. Wat een vogelwalhalla.

Tussen 15 september en 25 december is deze route niet te lopen: dan is Kroondomein Het Loo, waar deze wandeling vrijwel geheel doorheen voert, afgesloten zodat de koning hier kan jagen.

Onbekendere stukjes stad

Geelgors

Recent verscheen De compacte stadswandelgids bij de ANWB, een gids met 35 stadswandelingen, met tips voor musea en lunchadressen. Het leuke is dat de bekendste steden rücksichtslos worden overgeslagen en dat de wandelingen door minder bekende Nederlandse stadjes en steden voeren. Domburg, Ootmarsum, Coevorden, Bourtange – wie er niet in de buurt woont of familie heeft, is er misschien nog nooit geweest.

Wij gaan een kijkje nemen in Roermond, dat we voornamelijk kenden vanwege de gigantische outlet die hordes dagjesmensen trekt. Inderdaad zien we na het parkeren een grote stroom mensen naar het net buiten het centrum gelegen fashionparadijs lopen.

Wij richten ons op wat deze Midden-Limburgse stad (bijna 60.000 inwoners) nog meer te bieden heeft. We passeren een fraai stadspark, verborgen achter oude kloostermuren, dat gek genoeg niet genoemd wordt in de beschrijving maar waar je heerlijk kunt zitten. De wandeling gaat verder dwars door het oude centrum, waar de Sint-Christoffelkathedraal staat te pronken aan het grootste plein van de stad.

Op een ander plein staat nog een kerk: de Munsterkerk. De twee karakteristieke torens zijn ontworpen door Pierre Cuypers (1827-1921), die in Roermond ter wereld kwam en overleed. Hij ontwierp veel meer panden in de stad en heeft in Roermond dan ook zijn eigen museum. Een standbeeld van Cuypers, bij het grote publiek bekend van het Rijksmuseum en het Centraal Station in Amsterdam, staat naast de Munsterkerk. Hij kijkt peinzend omhoog naar zijn creatie, zijn rug gekeerd naar het wanstaltige complex pal achter hem, waar de V&D zat en dat nu al acht jaar leegstaat. In het centrum zien we veel moois en ouds, maar het is jammer dat een straat regelmatig wordt ontsierd door een moderner gebouw, waardoor die historische sfeer een beetje verloren gaat.

Toch is de binnenstad van Roermond zeker een bezoek waard, en ook hier vind je talloze kledingzaken – laat die outlet dus niet je hoofddoel zijn. Dan mis je bovendien het fijne zicht op de rivier de Roer (aftakking van de Maas), vanaf het door het boek aangeraden terras van De Pauw, een van de vele horecagelegenheden aan de Roerkade.

Bij Assen in Drenthe denken veel mensen waarschijnlijk als eerste aan de TT. We lezen dat Assen (70.000 inwoners), in tegenstelling tot de meeste provinciale hoofdsteden, geen middeleeuws stedelijk verleden heeft. Pas in 1809 kreeg het stadsrechten. Sindsdien ontwikkelde de plaats zich tot een hoofdstad met villa’s en herenhuizen – Assens bijnaam luidt ‘Stad der Paleizen’.

De wandeling laat dat duidelijk zien: geen fraai historisch centrum, maar die ‘paleizen’ zijn wel indrukwekkend. Leuk dat de route door een verrassend stadspark voert – we horen een groene specht lachen en zijn verbaasd dat zo’n ‘bos’ zo dicht bij de binnenstad ligt.

Een stukje buitenland

Appelvink

Om de zoveel tijd verschijnt er bij Fontaine Uitgevers een bundeling van wandelingen die eerder in natuurblad Roots gepubliceerd werden. Altijd hebben de boeken een thema, denk aan De mooiste wandelingen langs water of De mooiste vogel- & vlinderwandelingen. Volgende week verschijnt de nieuwste in de reeks: De mooiste woestijn- & bergwandelingen van Nederland, met zeventien routes die je het idee geven even in een ander land te zijn. Dat klinkt als een mooie gelegenheid om de wandelschoenen alvast in te lopen voor de bergvakantie deze zomer, want de meeste wandelingen gaan over heuvelachtig gebied. En nee, lang niet alleen in Zuid-Limburg, dat we bewust overslaan, op zoek naar lekkere klimmetjes elders in het land.

We beginnen in het zuidelijkste puntje van de Utrechtse Heuvelrug: bij Rhenen start de route ‘Laarsenberg & Grebbeberg’. Vanaf het Militair Ereveld Grebbeberg voert de wandeling van 8,2 kilometer eerst door bosgebied Laarsenberg, waar je inderdaad, lopend naar het hoogste punt met uitzicht, even een Zuid-Limburg-gevoel krijgt. Toch voelt dit bos, waar veel honden worden uitgelaten, iets te klein om het ultieme natuurgevoel te ervaren – de achterkant van Ouwehands Dierenpark helpt ook niet (al zien we wel een bruine beer).

Gelukkig slingert het pad daarna aan de overkant van de weg die andere berg op – honden zijn hier verboden en de heuvel die we beklimmen is van een weelderiger natuurschoon. Uiteindelijk staan we aan de rand van de stuwwal en kijken we uit over de Nederrijn en natuurgebied De Blauwe Kamer, een vogelparadijs.

De tweede bergwandeling vindt plaats in Twente. De route ‘Markelose bulten’ (13,5 kilometer) gaat over de Markelose Berg, de Hulpe en de Herikerberg. Drie Hollandse bergen die, zo belooft het boek, ons prachtige vergezichten gaan bieden. We worden niet teleurgesteld. Kenmerkend aan Twente is de afwisseling van bos en door beuken en eiken omzoomde weitjes – ruilverkaveling heeft hier nooit plaatsgevonden waardoor alles kleinschalig is gebleven. Tijdens deze wandeling kun je het idyllische landschap vanuit de hoogte ervaren. „Het lijkt wel Frankrijk”, zegt mijn metgezel.

De kaartjes zijn, zoals we van de Roots-gidsen gewend zijn, zeer duidelijk – de beste in hun soort. De beschrijving is soms ietwat onduidelijk, maar dankzij het kaartje (maak er thuis een foto van; het kaartje in het boek is beter dan het online kaartje) en de gps die je via de site van Roots gratis kunt downloaden, kun je eigenlijk niet verkeerd lopen.

Leuk en informatief zijn de hoofdstukken met dier- en plantsoorten die je op de ‘bergtoppen’ of in Hollandse ‘woestijnen’ – zoals het Hulshorsterzand en de Soesterduinen – kunt aantreffen. Voor de oehoe of de muurhagedis hoef je allang geen honderden kilometers zuidwaarts meer te rijden.


Lees ook

Op zoek naar een goed boek met wandeltips? NRC recenseerde er drie

Op zoek naar een goed boek met wandeltips? NRC recenseerde er drie