De eerste keer dat Stan Boddeke (24) een dienst bijwoonde in de Heilige Nikolaas van Myrakerk was hij overweldigd. De heen en weer zwaaiende wierookvaten aan kettingen, de geur van wierook, koorzang, mannen in rijk geborduurde gewaden, mensen die iconen kussen of biechten – een cultuurshock, noemt hij het. De dienst van de oosters-orthodoxe kerk in Amsterdam was in het Slavisch, Boddeke verstond er niks van, maar het raakte hem diep. Zozeer dat hij niet goed nog eens durfde te gaan. „Een deel van mij vond dat eng, ik was er nog niet klaar voor.”
Boddeke is niet religieus opgevoed. Als puber was hij zelfs „heel nihilistisch en een soort van extreem atheïstisch”, vertelt hij. Hij gebruikte veel drugs, belandde op straat. Op een gegeven moment besefte hij dat hij fout bezig was, zegt hij, en begon online influencers als Jordan Peterson te volgen. Hij ging zich verdiepen in onder meer filosofie en religie en kwam in contact met de Bijbel? Anders dan hij had verwacht bleek het boek voor hem meer te bevatten dan „dom fundamentalisme”, vertelt hij. Hij bezocht meerdere kerken en liep de pelgrimsroute naar Santiago de Compostella in Spanje. „Op een gegeven moment besefte ik: ik geloof in God. Maar ik had geen idee wat dat betekende.”
Verschillende kerkgenootschappen signaleren een toenemende religieuze belangstelling van jongeren, blijkt uit een rondgang van NRC, al zijn er geen precieze cijfers van. „Pastoors van parochiekerken merken steeds vaker dat er jonge mensen op de stoep staan die meer over het geloof willen weten”, vertelt Zaklina Melis aan de telefoon. Zij is beleidsmedewerker jongeren van de Rooms-Katholieke Kerk. De Stichting Orthodoxe Kerk in Nederland en de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) laten weten dat meer jongeren voor het eerst naar een dienst komen of zich laten dopen. Vorig jaar meldden de Theologische Universiteiten Utrecht en Apeldoorn een recordaantal eerstejaars. En uit een rondgang van het Nederlands Dagblad bleek onlangs dat de verkoop van bijbels in de lift zit. Onder de kopers zijn volgens boekhandelaren opvallend veel twintigers zonder christelijke achtergrond.
Wat trekt jongeren naar deze oude godsdiensten met niet per se moderne regels en gebruiken?
„We wensen dat de jongeren de wegen van God mogen vinden, die hen begeleidt in het leven”, zegt priester Gauthier de Bekker (33) tijdens een mis op zondagochtend in de rooms-katholieke Sint Catharinakathedraal in Utrecht. Een aantal jongeren zit netjes gekleed in de kerkbanken, strak in het pak of in een lange mantel, en zoekt elkaar na de dienst op voor een kopje koffie.

‘Wie ben ik?’
Diezelfde zondag komen ’s avonds zo’n tien andere jongeren bij elkaar in de Utrechtse Sint-Aloysiuskerk. Ze eten samen, priester De Bekker houdt een korte lezing en er is een moment van bezinning in de kapel. Het zijn studenten natuurkunde en journalistiek, en jongeren die net zijn gaan werken, bijvoorbeeld als leraar. De groep, Jongeren Utrechtse Katholieken (JUK) genaamd, is eind vorig jaar ontstaan uit behoefte aan verdieping, zegt Stan Dujardin (23), een van de groepsleiders. Een bid- en borrelgroep bestond al, zegt hij, maar die was meer borrel dan bid. „ Ik denk dat wij hier komen om de levensvragen te stellen die we ergens anders niet kunnen stellen.”
Hij waarschuwt voor het platslaan van de bezieling van jongeren als een ‘trend’. „God heeft mij geroepen om tot zijn kerk te horen. Die keuze heb ik niet per se zelf gemaakt.”
„Wij denken dat de heilige geest aan het waaien is in Nederland”, zegt Zaklina Melis. „Een antwoord op onze langdurige gebeden.” In gesprekken met jongeren merkt ze dat die op zoek zijn naar houvast. „Wie ben ik, waar sta ik voor? Dat proberen ze uit te vinden in de kerk.”
Jan Martijn Abrahamse (39), lector theologie aan de Christelijke Hogeschool Ede, denkt dat ook maatschappelijke ontwikkelingen een rol spelen: de oorlogen, geopolitieke onrust, klimaatverandering. „Sinds corona gaan we van crisis naar crisis. Toen ik opgroeide, was er een algemeen idee dat alles beter ging worden. Deze generatie leeft in een tijd waarin er steeds meer tekenen zijn dat het slechter wordt. Er zit een bepaalde hopeloosheid in deze tijd. Die maakt dat je op zoek gaat naar iets wat groter is dan het nu.”
Influencers
Vooral jongeren uit Generatie Z (geboren tussen 1997 en 2012) wenden zich tot het geloof, ziet Abrahamse. „Mijn generatie en die daarboven is opgevoed met een vrij negatieve houding tegenover religie. Mensen wilden loskomen van de kerk, van een bepaald rollenpatroon.” De jongere generatie heeft die negatieve blik niet. „Ze zijn al zo los dat ze niet meer de neiging hebben om zich af te zetten tegen het geloof.”
Sociale media spelen een „heel sterke” rol, zegt hij. „De laatste decennia kwam je eigenlijk niet in aanraking met religie als je er niet naar op zoek ging. Op sociale media kun je door het algoritme zomaar bij een christelijke influencer terechtkomen. Of bij christelijke muziek.”
Op sociale media zijn het vooral radicaal-rechtse influencers die hun geloof actief uitdragen, zoals Eva Vlaardingerbroek – sinds 2023 lid van de katholieke kerk – en de Canadese Jordan Peterson, voorstander van een strakke, traditionele rolverdeling tussen man en vrouw. Daar is Abrahamse niet zo blij mee. „Bewegingen als die van Peterson gebruiken het christelijke geloof om rigide ideeën over mannelijkheid en vrouwelijkheid te propageren. Ze koesteren een nostalgie die niet per se inherent is aan het christelijk geloof. Traditionele rolpatronen zijn in Nederland binnen het mainstream christendom al lang niet meer vanzelfsprekend.”
Of jongeren die langskomen na het zien van filmpjes op sociale media ook bij de kerk blijven – priester Gerben Zweers (56) vraagt het zich af. „Het is een soort wensdenken van de kerken”, zegt hij in een telefoongesprek. „Er zijn meer jongeren die naar de kerk gaan, maar vooral in de grote studentensteden. Je ziet dat mensen op zoek zijn naar houvast en naar een thuis. Maar komt de werkelijkheid van de katholieke kerk overeen met wat ze op sociale media hebben gezien?”
Traan
In een oosters-orthodoxe kerk zijn geen banken. Kerkgangers staan gedurende de dienst, die tot wel twee uur kan duren. De geestelijken lezen voor, lopen soms de kerk in of staan aan de zijkant voor mensen die willen biechten. Kerkgangers slaan een kruis of buigen al biddend voorover. Sommigen blijven lange tijd geknield zitten op de stenen grond.
Na afloop van de dienst in de Nikolaas van Myrakerk in Amsterdam vertelt Stan Boddeke in een zaaltje het verhaal van zijn bekering. Na zijn eerste overweldigende ervaring keerde hij uiteindelijk terug voor een paasdienst. Die begon om elf uur ’s avonds, in een volle, donkere kerk. Op het altaar brandde één kaars. „Het koor zong heel zachtjes en op een gegeven moment gingen de priesters rond met die kaars, om de kaarsen aan te steken die de bezoekers vasthielden. Het was zo mooi om die kerk te zien oplichten.” Hij zag bij een vrouw die naast hem stond een traan over haar wang rollen. „Dat bracht me in verwarring. Ik zag de Bijbel en religie als een – heel nuttig – verhaal. Maar zij rouwde echt om Christus, ze lééfde dit. Zo had ik niet eerder naar religie gekeken.”
In 2023 sloot Boddeke zich bij de kerk aan, een halfjaar later begon hij met zijn studies filosofie en psychologie. Vorig jaar is hij gedoopt, hij zingt nu wekelijks in het koor.

Naast Boddeke zijn ook Colin Mandos (21) en Chrika Tofik (24) aangeschoven. Ict-student Mandos groeide net als Boddeke op in een atheïstisch gezin, zijn vader was voorheen katholiek. Omdat zijn vader niet zo positief was over het geloof, kreeg Mandos er een afkeer van. Maar toen hij zich er meer in verdiepte, merkte hij dat het hem juist aansprak. Hij wil nu priester worden, volgend jaar begint hij met een studie theologie.
Chrika Tofik (24) geloofde altijd al in een God, maar dacht lange tijd dat ze moslim was. Haar moeder is moslim, de islam was als klein meisje de enige religie die ze kende. Haar vader is atheïstisch. Op haar negende keerde het gezin terug naar Koerdistan, waar ze woonde tot haar zestiende. Terug in Nederland viel ze van haar geloof – door de chaos van het tiener-zijn, zegt ze. „Ik was net terug in Nederland en ging nog niet naar school. Mijn hele leven was een vraagteken.”
Een droom – ze wil die liever niet beschrijven – bracht haar het verlossende antwoord. „Daarin werd me duidelijk dat er maar één waarheid kan zijn. En dat die in Christus ligt.” Zeven jaar lang beschouwde ze zich als christen, zonder verbonden te zijn aan een gemeenschap of kerk. Tot een vriend haar vertelde over de oosters-orthodoxe kerk. Ze bezocht een dienst en voelde zich er thuis. Vorig jaar is ze gedoopt.
Bevlieging
Hun omgeving begrijpt hun bekering niet altijd, vertellen de drie. Mandos’ ouders dachten dat het een bevlieging zou blijken. „Mijn vader moest wel even slikken toen ik hem vertelde dat ik priester wilde worden.” Inmiddels steunen zijn ouders hem. Mensen tonen ook wel nieuwsgierigheid, zegt hij. „Al is het moeilijk om over te brengen wat de kern van orthodoxie is als je het niet zelf hebt ervaren.”
Ook de katholieke jongeren in de Sint Aloysiuskerk stuitten op onbegrip bij hun ouders. Die gingen vaak niet naar de kerk, omdat zij of hún ouders zich er juist van af hadden gekeerd. „Mijn vader snapt het niet echt”, zegt Susanna Schellenbach Bueno (23). Ze is in zijn bijzijn maar gestopt met hardop bidden voor het eten, omdat het tot ongemakkelijke momenten kon leiden. „Hij vond het gek om dankbaar te zijn voor een God, aangezien we het eten zelf hadden gekookt.”
Schellenbach Bueno liep tot voor kort stage op de redactie van kinderkrant Kidsweek en is daar de enige die naar de kerk gaat. Haar leeftijdgenoten weten weinig over religie, merkt ze. Tegelijk vindt ze ook niet altijd makkelijk aansluiting bij andere jongeren in de katholieke kerk. „Er zijn wat conservatieveren onder mijn peers. Zo zijn onderwerpen als abortus en homoseksualiteit controversiële onderwerpen – gesprekken daarover roepen moeilijke gevoelens op. Ik heb er zelf ook even over gedaan om te snappen hoe ik er over dacht. Bijvoorbeeld abortus: ik vind het verdrietig dat het gebeurt , maar verbieden lijkt mij ook niet de beste oplossing.”

Priester Gauthier de Bekker kijkt niet op van de conservatieve opvattingen van jongeren in zijn kerk. „Als iemand net katholiek wordt, dan doet hij dat waarschijnlijk met meer bezieling en vuur dan iemand die al jaren naar de kerk gaat”, zegt hij, terwijl de jongeren pasta klaarmaken in een ander zaaltje van de Sint Aloysiuskerk. Hij wil niet gezegd hebben dat conservatievere jongeren eerder door het geloof aangetrokken worden. Wél beaamt hij voorzichtig dat een voorliefde voor religieuze structuur of regels niet heel ver af staat van het verlangen naar traditie, regels en structuur in „maatschappelijk conservatief denken”. Hij en zijn medepriesters proberen jongeren mee te geven dat de katholieke kerk een wereldwijd instituut is met een diversiteit aan meningen – ook over moeilijke thema’s als abortus.
Uiteindelijk gaat het om je individuele relatie met God of Jezus, zeggen de katholieke én de oosters-orthodoxe jongeren.
Na de pasta komt bij de katholieke jongerengroep de tiramisu op tafel, na de tiramisu leest priester De Bekker het laatste schrijven van paus Franciscus voor. Tussendoor doen ze de afwas. Een voor een lopen de jongeren daarna naar de kleine kapel, half verlicht, die grenst aan de donkere koepelkerk. Sommigen knielen op de grond, anderen zitten op een stoel, allemaal met het gezicht richting het altaar. Tien minuten blijven ze zitten, sommigen twintig, in volledige stilte. En een voor een buigen ze voor het altaar en lopen terug naar de zaal, waar ze met een biertje nog wat nakletsen – nu over werk en school.
