Kamp Westerbork vraagt om meer overheidssteun om uit de schulden te blijven

Van rode cijfers is nog geen sprake, maar een financiële buffer heeft herinneringscentrum Kamp Westerbork niet. Het centrum hoopt daarom op een structurele oplossing van het Rijk en een eenmalige bijdrage voor de hoognodige verbouwing van het verouderde museumgebouw. Dinsdag biedt directeur Bertien Minco samen met een kampoverlevende, een nabestaande en een oud-bewoner van Kamp Schattenberg een petitie aan in Den Haag.

Vorig jaar bezocht een groeiend aantal van in totaal 130.000 bezoekers het voormalige doorvoerkamp (voor Joden, Sinti en Roma in de Tweede Wereldoorlog). Het gat in de begroting van 2023 kon zo precies worden gedicht. Hoeveel extra geld er nodig is wil directeur Bertien Minco in een interview met RTV Drenthe niet vertellen.

De verbouwing is mede nodig om de oplopende gas- en lichtkosten te remmen. Ook de salarissen van werknemers drukken zwaar op de begroting. Schoolbezoeken — dat zijn er zo’n 35.000 per jaar — financiert het centrum grotendeels zelf. Omdat er geen geld is om meer personeel in te huren, worden er ook scholen geweigerd, zegt Minco tegen RTV Drenthe.

‘Doorn in het oog’

Ook wordt Kamp Westerbork geraakt door de aanstaande bezuinigingen van kabinet-Schoof op de culturele sector. De regering kort het centrum binnenkort met vijftien procent op de rijkssubsidie en wil de belasting nog verhogen. Opgeteld gaat het volgens Minco om een verlies van een kwart van alle inkomsten.

Het herinneringscentrum noemt het „al jaren een doorn in het oog” dat Kamp Westerbork maar tien procent krijgt van de steun die het Drents Museum en Joods Cultureel Kwartier ontvangen.

Directeur Minco benadrukt dat er in Kamp Westerbork een verhaal wordt verteld dat niet vergeten mag worden. „Ik zou tegen iedereen in Nederland willen zeggen: ‘Put your money where your mouth is‘. Als je zegt dat je dit zo belangrijk vindt, dan moet nu de portemonnee getrokken worden. Wij houden het zo hier niet veel langer vol.”